Beantwoording kamervragen hyptoheekrenteaftrek grensarbeiders
Kamervragen | 31-08-2009 | Belastingen internationaal
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Ons kenmerk: IFZ/2009/477 U
Uw brief (kenmerk): 3 juli 2009, kenmerk 2009Z13509
Betreft: Vragen van de leden Omtzigt en Aasted Madsen-van Stiphout
(beiden CDA) over de hypotheekrenteaftrek voor grensarbeiders
Hierbij doe ik u mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen
van de leden Omtzigt en Aasted Madsen-van Stiphout (beiden CDA) over
de hypotheekrenteaftrek voor grensarbeiders.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.C. de Jager
Antwoorden van de Staatssecretaris van Financiën, mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op de
schriftelijke vragen van de leden Omtzigt en Aasted Madsen-van
Stiphout (beiden CDA) over de hypotheekrenteaftrek voor grensarbeiders
(ingezonden 3 juli 2009).
Vragen aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van BZK
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat grensarbeiders die in België werken en in
Nederland wonen, recht hebben op hypotheekrenteaftrek middels de
algemene compensatieregeling? Herinnert u zich dat voor grensarbeiders
die in Duitsland
werken de regering op 6 juli 2000 schreef: "Zoals is opgemerkt op blz.
4 van de notitie van 15 december 1999 zijn de besprekingen over een
concept nieuw Nederlands-Duits belastingverdrag nog niet afgerond.
Daaraan is evenwel toegevoegd dat bij die besprekingen (onder andere)
op het punt van het vergelden van hypotheekrente op eenzelfde
resultaat wordt ingezet als met België is overeengekomen."?
Het recht op hypotheekrenteaftrek wordt ontleend aan artikel 3.120 van
de Wet inkomstenbelasting 2001. Als inwoners van Nederland inkomsten
genieten uit België en het recht tot belastingheffing over die
inkomsten is toegewezen aan België, kan het gevolg zijn dat voor deze
inwoners van Nederland de aftrek van hypotheekrente voor hun in
Nederland gelegen eigen woning niet leidt tot een vermindering van
Nederlandse inkomstenbelasting. De in vraag 1 genoemde algemene
compensatieregeling is neergelegd in artikel 27, eerste lid, van het
Nederlands-Belgische belastingverdrag van 5 juni 2001. Deze
compensatieregeling bewerkstelligt dat inwoners van Nederland met
betrekking tot hun fiscale aftrekposten voor de Nederlandse
inkomstenbelasting, met inbegrip van de hypotheekrente van de eigen
woning, niet slechter af zijn dan inwoners van Nederland over wier
inkomsten door Nederland belasting mag worden geheven. Artikel 27,
eerste lid, van het Nederlands-Belgische belastingverdrag bepaalt
daartoe dat Nederland voor deze inwoners een vermindering van
belasting verleent voor zover de som van de verschuldigde Nederlandse
en Belgische belasting en de verschuldigde Nederlandse premie
volksverzekeringen of daarmee vergelijkbare bedragen en premies
ingevolge de Belgische sociale zekerheid, meer bedraagt dan het bedrag
dat aan Nederlandse belasting en premie volksverzekeringen zou zijn
geheven, indien de bedoelde inwoners de beloningen uit Nederland
zouden hebben verkregen en Nederland daarover belasting en premie
volksverzekeringen zou hebben geheven. Voor zover de berekende
vermindering meer bedraagt dan de berekende verschuldigde belasting en
premies volksverzekering wordt die vermindering aan de inwoner van
Nederland uitbetaald. De aldus verleende vermindering betekent dat de
facto rekening wordt gehouden met Nederlandse fiscale aftrekposten en
dat de Nederlandse grensarbeider in de verhouding tot België zijn
hypotheekrente fiscaal kan vergelden. De toezegging dat op dit punt in
de besprekingen met Duitsland over een nieuw belastingverdrag zal
worden ingezet op - op hoofdlijnen geformuleerd - een (zoveel
mogelijk) "gelijke behandeling op de werkvloer" alsmede een "gelijke
behandeling met de buurman, is wat dat betreft ongewijzigd.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van aangenomen motie 14 in de Provinciale Staten
van Limburg op 29 mei 2009, die vraagt om deze belofte na te komen?
Ja.
Vraag 3
Wat zijn de ontwikkelingen in de onderhandelingen sinds 2000 om tot
een met België vergelijkbare regeling te komen?
De onderhandelingen met Duitsland over de herziening van het
belastingverdrag van 16 juni 1959 duren al circa 25 jaar. Een volgende
ronde van onderhandelingen is gepland in november 2009. Daarbij is er
tevens regelmatig ambtelijk contact met Duitsland. Voor Nederland is
een belangrijk punt in het geheel van die verdragsonderhandelingen de
fiscale behandeling van grensarbeiders. De Nederlandse inzet voor wat
betreft de grensarbeiders is daarbij onveranderd, namelijk om, zoals
is aangegeven, te komen tot een (zoveel mogelijk) "gelijke behandeling
op de werkvloer" alsmede een "gelijke behandeling met de buurman". Tot
nu toe heeft Duitsland zich op het standpunt gesteld dat, in het licht
van de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie - met name het
arrest in de zaak Schumacker (zaak C-279/93) - en de aanpassing van
het Duitse Einkommensteuergesetz (§ 1a) naar aanleiding van dat
arrest, er voldoende is gedaan wat de fiscale behandeling van
grensarbeiders betreft. Ik wijs er daarom op dat gewaakt moet worden
voor te hoog gespannen verwachtingen, te meer omdat tussen Duitsland
en Nederland nog een groot aantal andere thema's onderwerp van
bespreking is in het kader van de verdragsonderhandelingen.
Onderhandelingen over een belastingverdrag zijn doorgaans zeer
complex. Dat geldt in het bijzonder voor een belastingverdrag met een
buurland waarmee omvangrijke economische betrekkingen bestaan.
Ministerie van Financiën