Ministerie van Economische Zaken
Europese initiatieven om zonne-energie op te wekken in Afrika
31 augustus 2009 | kamerstuk | PDF document, 38 Kb
Hieronder zend ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de
antwoorden op de vragen van het lid Van der Ham (D66) over Europese
initiatieven om zonne-energie op te wekken in Afrika, ingezonden op 19 juni
2009 onder nummer 2009Z11808.
1
Wat is uw reactie op het bericht dat een groep Duitse topconcerns zonne-energie
wil gaan opwekken in Afrika om Europa te voorzien van stroom?
Antwoord
Ik juich het toe dat private partijen een dergelijk initiatief overwegen. Zonneenergie
opwekken in een regio met heel veel zoninstraling is relatief voordelig.
Wel moet rekening worden gehouden met de hoge kosten van transport van
elektriciteit naar Noordelijke streken.
2
Hoe beoordeelt u het daartoe benodigde bedrag van ¤ 400 miljard in relatie tot
het bedrag dat het Internationaal Energie Agentschap nodig acht om wereldwijd
aan de groeiende energiebehoefte te voldoen?
Antwoord
Volgens de IEA World Energy Outlook 2008 is er van nu tot 2030, in verband
met de voorziene stijgende mondiale energievraag in totaal een bedrag van 26
triljard dollar aan investeringen in energie nodig. Volgens de bekende Engelse
econoom Sir Nicholas Stern moeten dit soort investeringen overigens worden
gezien als diepte-investeringen in de economie, en kunnen de netto benodigde
bedragen beperkt blijven tot enkele procenten van het BNP. Een totaal
investeringsbedrag van 400 miljard euro in zonnecentrales in de Sahara dat het
Duitse conglomeraat becijfert zou één van de technieken kunnen zijn waarin
geïnvesteerd kan worden. ECN becijfert in een artikel in de Volkskrant van
17 juni jl. ('Schone stroom uit de woestijn') dat met een bedrag van 400 miljard
euro zo ongeveer 100 Gigawatt CSP-vermogen kan worden geïnstalleerd,
waarmee ongeveer 350 miljard kilowattuur elektriciteit per jaar kan worden
opgewekt. Dat is 3,5 keer de jaarlijkse Nederlandse elektriciteitsvraag.
3
Wilt u toezeggen actief aan een mogelijke acties in deze richting steun te
verlenen? Zo ja, hoe wilt u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Concentrated Solar Power (CSP) technologie is interessant voor zonrijke
gebieden zoals de Sahara. De stimulering van CSP wil ik vooral binnen het kader
van de Europese en Mediterrane Unie bezien, gezien het feit dat de gebieden met
de meeste potentie voor CSP in Zuid-Europa en Noord-Afrika liggen. Dit betekent
dat samenwerking nodig is, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de benodigde
infrastructuur om de opgewekte elektriciteit bij eindverbruikers te krijgen. Ook
zijn de benodigde investeringen voor grootschalige inzet van CSP hoog. Uiteraard
laat dit onverlet dat ik CSP ook aan de orde stel in bilaterale contacten als ik
daar mogelijkheden zie voor Nederland, zie bijvoorbeeld de antwoorden op
eerdere vragen over CSP van het lid Van der Ham (D66) van 16 februari 2009
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, Aanhangsel van de Handelingen, nr.
1493).
4
Wat heeft u de afgelopen maanden voor proactieve daden verricht om uitvoering
te geven aan de motie Van der Ham/Duyvendak die een Nederlandse inspanning
vraagt ten aanzien van de genoemde Concentrating Solar Power-technologie?
Antwoord
Naast activiteiten genoemd in het antwoord op vraag 3 worden CSP technologie
en de plannen voor elektriciteitsopwekking in Noord-Afrika ook besproken in het
raamwerk van het African-EU Energy Partnership. Nederland speelt een actieve
rol in dit partnerschap.
5
Wat is er ondernomen na het initiatief van o.a. Frankrijk voor Plan Solaire met
een Mediterrane Unie?
Antwoord
De Unie voor Mediterrane Regio (UMR) heeft op projectmatig gebied nog
nauwelijks voortgang kunnen boeken omdat de Gazacrisis voortgang in de UMR
sinds begin 2009 heeft belemmerd. De UMR-bijeenkomsten zijn inmiddels weer
hervat zodat gehoopt wordt dat de UMR zo spoedig mogelijk de implementatie
van het Plan Solaire zal oppakken.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken