Gemeente Stein
Visie burgemeester op redactioneel commentaar van Dagblad De Limburger
De burgemeester van Stein heeft aan de redactie van dagblad De
Limburger, in een brief, zijn visie gegeven op een door de redactie
van de Limburger gepubliceerd redactioneel commentaar (d.d. 22
augustus jl.) inzake het rekenkamer rapport Steinerbos. De
burgemeester heeft de redactie verzocht bovengenoemde brief in de
krant te publiceren
De redactie heeft in een reactie aan de burgemeester laten weten de
brief voor kennisgeving ontvangen te hebben en niet tot publicatie
over te gaan.
De burgemeester hecht eraan zijn visie op genoemd redactioneel
commentaar openbaar te maken.
College van Stein is alles behalve lafhartig
Dat het Steinerbos in de Steinse politiek een open zenuw vormt is al
decennia lang een bekend feit. Gelet op het belang van deze
recreatieve voorziening voor de Steinse gemeenschap is een sterke
betrokkenheid van de politiek ook helemaal niet vreemd, laat staan
verkeerd. Het is echter wel zaak om in alle discussies de emoties een
beetje te beteugelen, dat komt meestal zowel het resultaat als ook de
weg waarlangs dit wordt bereikt ten goede.
In het redactionele commentaar in uw krant van zaterdag 22 augustus
jl. heeft u niet bepaald bijgedragen aan een zinnige en zindelijke
discussie over dit thema. Onder het kopje âLafhartigâ beschuldigt u
het college van Stein, de burgemeester en de gemeentesecretaris van
âdoofpotpolitiekâ, ja zelfs van een aanval op de democratie, toe maar!
Dat u daarbij de hele en halve onwaarheden allerminst schuwt maken uw
commentaar des te kwalijker. Even de feiten op een rij.
De gemeenteraad van Stein heeft aan de rekenkamercommissie (RKC)
opdracht gegeven om de gang van zaken rondom de exploitatie van het
Steinerbos te onderzoeken. De neerslag van dit onderzoek â het
conceptrapport â is ter becommentariëring aan het college voorgelegd.
Een belangrijk onderdeel van ons commentaar is inderdaad het aspect
âverwijtbaarheidâ. Wij zijn van mening dat het oordeel van
verwijtbaarheid in politieke zin op grond van de Gemeentewet
uitsluitend aan de gemeenteraad toekomt, terwijl oordelen over
ambtelijke verwijtbaarheid een bevoegdheid van het college en de
directie is. Uw opvatting dat in het kader van hoor en wederhoor
slechts nuanceringen mogen worden aangedragen is op niets gebaseerd.
Het college is gerechtigd om zowel fundamentele kritiek als
nuanceringen in zijn reactie mee te nemen. Aangezien het in deze
kwestie om een fundamenteel verschil van opvattingen gaat, is een
gesprek ter zake gevoerd met de RKC. In dit gesprek is uitsluitend
over en weer een toelichting gegeven op onze wederzijdse standpunten.
Het college heeft geen enkele bevoegdheid om de RKC de wet voor te
schrijven en is dat ook nimmer van plan geweest. Een en ander staat
ook helder verwoord in de â overigens vertrouwelijke â collegenota,
die in uw bezit schijnt te zijn. Hier is van uw kant dus sprake van
een halve (on)waarheid.
Kwalijker wordt het als u stelt dat het college, bij monde van de
burgemeester, aan de raad heeft voorgesteld om het rapport achter
gesloten deuren, vertrouwelijk dus, te behandelen. Aangezien u er als
journalistiek medium prat op gaat goed geïnformeerd te zijn, had u
kunnen weten dat reeds voor het zomerreces op voorstel van de
burgemeester door het presidium is besloten om op 17 september een
openbare raadsvergadering te houden, waar het RKC-rapport integraal
zal worden besproken. In deze vergadering zal het college zonder
terughoudendheid verantwoording afleggen, zoals we dat overigens ook
uitgebreid in december 2008 hebben gedaan over hetzelfde thema. In dit
licht bezien mogen we dus dit onderdeel van uw commentaar wel als een
hele onwaarheid bestempelen; een overduidelijke leugen.
Naar de motieven van de redactie kan ik uiteraard slechts raden. Ik
hoop alleen oprecht dat hier geen sprake is van moedwil. Zeker weten
doe je dat echter nooit.
Anton Barske,
Burgemeester van Stein