Geannoteerde agenda Landbouwraad en informele landbouwraad 2009
31 augustus 2009 - kamerstuk
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag
Directie Internationale Zaken
Tweede Kamer der Staten-Generaal Prins Clauslaan 8
Postbus 20018 2595 AJ Den Haag
Postbus 20401
2500 EA DEN HAAG 2500 EK Den Haag
www.minlnv.nl
Onze referentie
---
atum 31 augustus 2009
D
Betreft Geannoteerde agenda Landbouwraad en informele Landbouwraad
september 2009
Geachte Voorzitter,
In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de
reguliere vergadering van de Raad van Ministers voor Landbouw van de Europese
Unie van 7 september aanstaande te Brussel en de informele vergadering van 13
t/m 15 september aanstaande te Växjö (Zweden). Het is mogelijk dat er nog
onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld tot een
volgende vergadering.
Op 7 september zal de Raad als eerste spreken over de situatie op de zuivelmarkt
in 2009 naar aanleiding van de mededeling, die door de Commissie zal worden
gepresenteerd. Daarna zal de Raad ingaan op de voortgang van de High Level
GroFood Industry. Vervolgens zal de Raad spreken over het aanpassen van de
Raadsverordening met betrekking tot de handelsnormen voor pluimveevlees.
Onder het agendapunt "diversen" zal op mijn verzoek het transport van levende
dieren aan de orde komen. Als laatste zal de Commissie de Raad informeren over
de situatie op de diervoedermarkt.
Mededeling van de Commissie over de situatie op de zuivelmarkt in 2009
(Presentatie en gedachtewisseling)
Op 22 juli jl. verscheen de mededeling van de Europese Commissie over de
situatie op de zuivelmarkt 2009. Dit rapport is er gekomen op verzoek van de
Europese Raad die op 19 juni jongstleden over de problemen in de zuivelsector
gesproken heeft. Oorspronkelijk was in het kader van de Health Check pas
volgend jaar voorzien in een evaluatierapport van de zuivelmarkt. Dat rapport is
nu vervroegd gepubliceerd. Tijdens de Landbouwraad zal dit rapport worden
besproken. Teneinde de bespreking van het rapport te structureren, heeft het
Voorzitterschap drie vragen over het rapport opgesteld. Deze vragen betreffen de
conclusies van het rapport, de voorgestelde maatregelen en de efficiëntie van het
functioneren van de zuivelketen.
Inhoud rapport Directie Internationale Zaken
De Commissie stelt vast dat de ingeslagen koers zal worden vastgehouden,
ondanks de slechte situatie op de zuivelmarkt. De Commissie benadrukt in het
rapport dat de (middel)lange termijnverwachting voor de zuivelmarkt nog altijd
positief is.
De Commissie stelt voor om de volgende maatregelen te nemen:
- Doorgaan met de uitvoering van de in de Health Check voorziene
jaarlijkse quotumuitbreiding: de omslag in de zuivelmarkt is volgens de
Commissie niet veroorzaakt door de quotumuitbreiding, want de EU-
melkproductie is het afgelopen quotumjaar gedaald met 0,9% (ondanks
de uitbreiding van het quotum). Het bevriezen van de quotumuitbreiding,
zoals enkele lidstaten verzocht hebben, wijst de Commissie nadrukkelijk
af. Dit zou ook in strijd zijn met de afspraken uit de Health Check.
- Doorgaan met het huidige stabilisatiebeleid door de verlenging van de
interventieperiodes voor boter en magere melkpoeder en de verlenging
van de particuliere opslagregeling voor boter. Deze maatregel moet aan
de markt het signaal geven dat de EU niet bereid is de prijzen voor zuivel
verder te laten zakken.
- Het assortiment producten dat onder de schoolmelkregeling valt,
uitbreiden met o.a. producten die voor driekwart uit zuivel bestaan en
voor een kwart uit fruit.
- Extra budget voor de promotie van zuivelproducten met Europese
cofinanciering (binnen het totaalbudget voor promotie).
- Tijdelijke verdubbeling van de de minimis staatssteungrens van 7.500
euro tot 15.000 euro voor individuele steun aan landbouwers per drie jaar.
- In samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten wil de
Commissie gegevens verzamelen over de structuur van de nationale
zuivelmarkt en het functioneren van de zuivelketen. De Commissie is van
mening dat de zuivelketen niet efficiënt functioneert en dat er een
verbetering zou kunnen optreden door meer transparantie in de keten en
door strakkere handhaving van het mededingingsbeleid. Uiteindelijk zou
dat moeten resulteren in een herverdeling van de marges binnen de
keten.
In het kader van deze maatregelen krijgen lidstaten de mogelijkheid om:
- Tijdelijk de nationale verevening op te schorten en zo de melkaanvoer te
beperken. Dit is geen verplichting, maar een nationale keuzemogelijkheid.
Lidstaten zouden de opbrengsten van de extra superheffing die het
opschorten van de verevening oplevert, kunnen gebruiken als subsidie
voor melkveehouders die willen stoppen.
- De betalingen van toeslagrechten in 2009 naar voren te halen, artikel 68
te gebruiken en speciale maatregelen te nemen in het kader van het
Plattelandsontwikkelingsprogramma. Lidstaten kunnen extra geld
vrijmaken voor deze maatregelen in het kader van het huidige GLB-
instrumentarium.
De Commissie schat in dat de uitgaven aan de maatregelen voor marktsteun tot
eind 2009 ongeveer 600 miljoen euro zullen bedragen. Dit bedrag valt binnen het
vastgestelde landbouwbudget. Een aanzienlijk deel van die uitgaven zal ten goede
komen aan de Nederlandse zuivelsector.
Beoordeling rapport
Ik maak mij, net als de Commissie, zorgen over de slechte situatie op de zuivel-
markt. Tegelijkertijd is het van belang om in het oog te houden dat ook de
Commissie vaststelt dat de (middel)lange termijnperspectieven positief zijn en
blijven. De vragen van het Zweeds Voorzitterschap over de conclusies van het
rapport, de voorgestelde maatregelen en over de efficiëntie van het functioneren
van de zuivelketen zal ik tijdens de vergadering van de Landbouwraad op 7
september aanstaande beantwoorden langs de volgende lijn.
Ik ben positief over het feit dat de Commissie aangeeft op de ingeslagen koers
van quotumuitbreiding voort te willen gaan. De zuivelsector kan nog steeds op de
beëindiging van de melkquotering in 2015 rekenen. Quotumreductie of uitstel van
quotumgroei worden uitgesloten. In Nederland is nog steeds geen sprake van de
nagestreefde zachte landing van de quotering op weg naar 2015 en de Commissie
heeft terecht geconcludeerd dat handhaving van de afspraken over quotumgroei
essentieel blijven. Nu het zuivelrapport vervroegd is gepresenteerd, is het voor
mij van groot belang dat de Commissie de zachte landing goed blijft monitoren en
zo nodig voorstellen doet voor een verdere verhoging van de melkquota in de
komende jaren.
Zoals ik uw Kamer vorige maand ook al meldde, steun ik de voorgestelde
verlenging van de interventieperiodes voor boter en magere melkpoeder en de
inzet van overige marktinstrumenten. Nederland staat terughoudend tegenover
eventuele voorstellen voor verhoging van exportrestituties. De EU zou een
verkeerd signaal afgeven en haar geloofwaardigheid in discussies (onder andere
binnen de G20, maar ook in haar relatie met ontwikkelingslanden) over vrije
wereldhandel en het beschermen van de eigen economieën kunnen schaden,
mede in het licht van de toezegging van de EU in WTO-kader om uiterlijk in 2013
alle exportsubsidies af te schaffen.
Ik zal de nationale verevening bij de melkquotering blijven toepassen om geen
extra lasten op te leggen aan de melkveehouders. Ook wil ik de superheffing niet
verder op laten lopen.
De Commissie gaf aan in het rapport geen voorstander te zijn van een
`melkkoeslachtpremie'. Ik deel de mening van de Commissie. Evenmin is
Nederland voorstander van een door een lidstaat voorgestelde opkooppremie voor
kleine quotumhouders.
Nederland is zeer terughoudend inzake het voorstel tot tijdelijke verruiming van
de regels voor de minimis staatssteun voor melkveehouders (en andere boeren)
tot 15.000 per drie jaar. Het level playing field moet goed in het oog gehouden
worden. De interne markt en de mededingingsregels zijn immers van grote
waarde voor de op export georiënteerde Nederlandse agrarische sector.
Tegen die achtergrond vind ik het eveneens een goede zaak dat de Commissie Directie Internationale Zaken
aankondigt onderzoek te doen naar de efficiëntie en transparantie in de
zuivelketen.
Datum
31 augustus 2009
Ik vind het terecht dat de Commissie wijst op de al bestaande mogelijkheden
Onze referentie
binnen het huidige GLB-instrumentarium om het inkomen van melkveehouders te 44444
ondersteunen. Nederland zal als één van de weinige lidstaten de inkomenssteun
over 2009 vervroegd uitbetalen aan die bedrijven waar alle noodzakelijke
controles zijn afgerond. De rente op het nationaal voorgefinancierde deel van deze
betaling zal ten laste worden gebracht van het nu geldende de minimis plafond
van 7.500 euro. Nederland maakt verder gebruik van artikel 68 om bijvoorbeeld
investeringen in duurzame stallen te bevorderen. Ook profiteert de
melkveehouderij van de voorgestelde areaalbetaling in waardevolle gebieden
(aanwijzing nieuwe LFA-gebieden).
High Level GroFood Industry
(Informatie van de Commissie)
Om de concurrentiekracht van de Europese levensmiddelenindustrie te versterken,
heeft de Europese Commissie in 2008 een High Level Group Food Industry (HLG)
opgericht om de kansen en bedreigingen voor de sector in kaart te brengen. De
HLG heeft op 17 maart 2009 het voortgangsrapport goedgekeurd. Hierin worden
tevens een 30-tal aanbevelingen gedaan ter verbetering van de concurrentie-
kracht. De aanbevelingen hebben betrekking op de onderwerpen Interne markt,
Voedselketen, Innovatie en onderzoek, Gemeenschappelijk Landbouwbeleid,
Handel en export. Daarnaast is er een roadmap opgesteld waarin de aan-
bevelingen in concrete acties zijn uitgewerkt.
Ik juich het toe dat de Europese Commissie het initiatief heeft genomen om de
High Level Group op te richten. Dit geeft de gelegenheid om samen met de
levensmiddelenindustrie en andere stakeholders te werken aan versterking van de
concurrentiekracht van de sector. Het is daarbij essentieel dat we als overheden
zorgen voor een goed investeringsklimaat voor de Europese levensmiddelen-
industrie. Innovatie is cruciaal. Daarbij is het van belang om niet alleen aan
productinnovatie aandacht te besteden, maar ook aan clustering en systeem-
innovatie in de keten en logistiek. Ik ben daarom blij dat ons voorstel om een
Europees agrologstiek forum op te richten is overgenomen. Wij hebben in
Nederland al veel ervaring met het Platform Agrologistiek. De Europese
Commissie doet op dit moment onderzoek naar machtsgebruik en -misbruik in de
voedselketen. Met veel belangstelling kijk ik uit naar de uitkomsten van deze
onderzoeken. De High Level Group Food Industry is een nuttig forum om ook hier
deze resultaten te bespreken.
Aanpassing van de Raadsverordening met betrekking tot de handels-
normen voor pluimveevlees
(Aanname)
De Commissie stelt voor de reikwijdte van de bestaande handelsnormen voor
pluimveevlees (tot nu toe alleen vers en bevroren pluimveevlees betreffend) uit te
breiden tot bereidingen en producten op basis van pluimveevlees. Dit omdat
volgens de Commissie pluimveevlees in toenemende mate in de vorm van
bereidingen en producten geconsumeerd wordt.
De Commissie is van mening dat de huidige definitie van `vers pluimveevlees' zou Directie Internationale Zaken
kunnen leiden tot misleiding van de consument. De huidige definitie kan immers
zo geïnterpreteerd worden dat ontdooid pluimveevlees als vers aan de consument
aangeboden zou mogen worden. Momenteel is het niet toegestaan ontdooid Datum
31 augustus 2009
pluimveevlees aan de consument aan te bieden. De Commissie stelt nu voor deze
Onze referentie
definitie ook toe te passen op bereidingen en producten van pluimveevlees. 44444
Volgens de Commissie is er ruim voldoende vers pluimveevlees voor de productie
van bereidingen beschikbaar. Deze voorgestelde uitbreiding van de verordening
betekent dat, indien bereidingen en producten in onbevroren toestand aan de
consument worden aangeboden, er geen pluimveevlees gebruikt mag zijn dat ooit
bevroren is geweest.
Ik heb mij tot nu toe sterk gemaakt voor een aangescherpte definitie van vers
pluimveevlees. Ik ben, net zoals de Commissie, van mening dat het op de markt
brengen van ontdooid pluimveevlees niet tegen te houden zal zijn als bereidingen
en producten op basis van ontdooid pluimveevlees worden toegelaten. Dat zou
mijns inziens een stap terug zijn en tot misleiding van de consument kunnen
leiden. Ik verwacht dat een zeer ruime gekwalificeerde meerderheid het voorstel
van de Commissie zal steunen.
Diversen
Transport van levende dieren
(Verzoek van de Nederlandse delegatie)
Op mijn verzoek zal onder het agendapunt "diversen" ingegaan worden op het
transport van levende dieren. Nederland is een grote exporteur van levend vee,
ook over grote afstand. Het vervoeren van dieren houdt risico's in voor het welzijn
van de dieren. In de Transportverordening zijn belangrijke voorschriften
opgenomen om het welzijn van dieren te kunnen garanderen. De implementatie
alsmede de naleving en controle blijft een punt van zorg.
De Commissie werkt momenteel aan de herziening van de transportverordening.
Ik zou graag zien dat de herziene verordening voorziet in instrumenten om
internationaal diertransport beter te kunnen controleren en inspecteren. Gezien de
grote waarde, die ik aan dit onderwerp hecht, wil ik de Commissie daarom
aansporen op korte termijn het voorstel van de herziene verordening uit te
brengen.
De situatie op de diervoedermarkt
(Informatie van de Commissie)
De Commissie zal onder diversen de "situation on the feed market" toelichten. Er
is (nog) geen paper over dit agendapunt beschikbaar. Vermoedelijk wil de
Commissie mogelijke gevolgen van de nultolerantie voor niet in de EU toegelaten
ggo's voor de import van diervoeders aan de orde stellen. De Commissie wil meer
zicht krijgen hoe de problematiek in diverse lidstaten leeft en wil het draagvlak
peilen voor mogelijke oplossingsrichtingen. De Commissie heeft in 2008 aan-
gekondigd om met voorstellen te komen voor "een technische oplossing" van de
problematiek. Zodra de voorstellen van de Commissie bekend zijn, zal ik mijn
standpunt bepalen.
Informele Landbouwraad, Växjö, 13 t/m 15 september
(Gedachtewisseling)
Op 13 - 15 september vindt in Växjö (Zweden) de halfjaarlijkse informele
Landbouwraad plaats. Het thema van deze bijeenkomst is "Climate Change and
Agriculture". Met de keuze voor dit onderwerp geeft het Zweedse voorzitterschap
een nadere invulling aan de wens vanuit Nederland en diverse andere lidstaten om
de rol van de landbouw bij de klimaatproblematiek verder uit te werken. Om
richting te geven aan dit onderwerp heeft de Voorzitter een document opgesteld
over mitigatie en adaptatie in de landbouw, als aanvulling op de werkdocumenten
van de Europese Commissie, met daaraan gekoppeld drie discussievragen over:
1 - de gewenste rol van de EU bij mitigatie en adaptatie in de landbouw en de key
areas van samenwerking binnen de EU;
2 de Health Check van het GLB heeft geleid tot herziening van de financiële
middelen van plattelandsontwikkelingsprogramma's en leidt tot de vraag welke
kansen en mogelijkheden dat biedt voor acties op het gebied van klimaat;
3 ten slotte wordt de mening van de lidstaten gevraagd over hoe EU-beleid en -
strategie verder ontwikkeld zouden moeten worden om de uitdagingen van
opkomende ziekten en plagen aan te gaan.
Nederland ondersteunt het voorstel van het Zweedse voorzitterschap om het
onderwerp landbouw en klimaat hoger op de agenda te zetten, zoals ik ook op
mondiaal niveau heb bepleit in de 17de bijeenkomst van de CSD. Mijn inbreng zal
gebaseerd zijn op het coalitieakkoord, de bijbehorende beleidsagenda en de
kabinetsvisie op de lange termijntoekomst van het GLB, de "Houtskoolschets
Europees Landbouwbeleid 2020", de Nationale Agenda Diergezondheid en de
kabinetsreactie op het witboek klimaatadaptatie (TK 22 112, nr. 865).
De onderwerpen waarvoor ik vanuit Nederland onder andere aandacht zal vragen
(key areas) zijn plantenveredeling voor aanpassing van gewassen, de vergroening
van de economie (biobased economy), duurzame productie in de gehele
voedselketen (inclusief het tegengaan van verspilling) en consumentenbewustzijn.
Wat betreft het plattelandsontwikkelingsprogramma zal ik aangeven, dat wat
Nederland betreft, de uitdagingen op het gebied van de klimaatverandering
gecombineerd kunnen worden met de inzet op biodiversiteit, waterbeheer en
energie. Voor het probleem van de opkomende ziekten en plagen als gevolg van
klimaatverandering en andere factoren (internationale handel, toerisme) vraag ik
aandacht voor meer samenwerking binnen de EU tussen de veterinaire en humaan
medische domeinen, alsmede meer inzet van de EU op internationale samen-
werking met derde landen en organisaties, zoals de FAO en de OIE.
Toezeggingen
Conform mijn toezegging aan uw Kamer heb ik en marge van de Raad mijn Franse
collega gesproken over de jacht op kieviten in Frankrijk. Ik heb daarbij mijn
zorgen geuit over het aantal kieviten dat in Frankrijk wordt geschoten. Hoewel de
kievit deel uitmaakt van de op Europees niveau beschermde diersoorten, laat de
communautaire regelgeving tevens toe dat er in bepaalde lidstaten op wordt
gejaagd op voorwaarde dat de instandhouding van de soort niet in gevaar komt.
De jacht op deze vogel is in Frankrijk toegestaan, maar gebeurt binnen een kader
dat door de Franse Rijksdienst voor Jacht en Fauna (ONCFS) is vastgesteld.
Daarnaast worden er tellingen uitgevoerd.
Pagina 6 van 7
In aansluiting op het brede Franse milieudebat (`Grenelle de l'environnement') Directie Internationale Zaken
heeft een rondetafelgesprek plaatsgevonden met betrokken partijen over
bepaalde diersoorten waarop wordt gejaagd, waaronder de kievit. Dit heeft geleid
tot het verkorten van de periode dat de jacht op deze vogel is toegestaan
(15 oktober 31 januari).
Onze referentie
---
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit