Ministerie van Defensie

Ministerie van Defensie

Postbus 20701

2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 31 augustus 2009
Ons kenmerk HDAB2009013134
Onderwerp Antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Defensie over het jaarverslag van de IGK over 2008

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie voor Defensie over het jaarverslag van de inspecteur-generaal der krijgsmacht (IGK) over 2008 (verzoek met kenmerk 31700X-113).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van MIDDELKOOP

Pagina 1/9




Ministerie van Defensie

1. Bent u voornemens om de aanbevelingen van de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht (IGK) over te nemen en kunt u daarbij aangeven welke aanbevelingen u eventueel niet wenst over te nemen?

De aanbevelingen van de IGK worden bij de ontwikkeling van het defensiebeleid betrokken en waar mogelijk omgezet in concrete maatregelen en initiatieven. In de bijlage bij mijn appreciatie van het jaarverslag voeg ik jaarlijks een overzicht van de stand van zaken van de aanbevelingen.

2. In hoeverre kan de IGK volledig onafhankelijk zijn gang gaan en is een opzet zoals met inspecteurs en toezichthouders bij andere departementen mogelijk binnen Defensie? Moet de rol van de IGK in dat licht opnieuw bekeken worden?

In mijn brief met Kamerstuknummer 31700 X nr. 115 van 20 mei 2009 aan de voorzitter van de Tweede Kamer heb ik uiteengezet hoe de onafhankelijkheid van de IGK is gewaarborgd. Hierin heb ik aangegeven dat, voor zover het de onafhankelijkheid betreft, de positionering van de IGK vergelijkbaar is met die van de toezichthouders bij andere departementen (rijksinspecteurs). Er is derhalve geen reden om de rol van de IGK te wijzigen.

3. Wat bedoeld u met de zin `Hij wijst er op...helder inzicht te krijgen...bijtijds hierop kan instellen'? Veronderstelt de IGK hiermee dat de missie in Afghanistan wordt verlengd en zo ja, waarop wordt die informatie gebaseerd? Zijn er concrete plannen voor verlenging van de missie of een nieuwe missie in Afghanistan?
Wanneer u schrijft dat het defensiepersoneel goed geïnformeerd dient te worden zodat het gemotiveerd blijft, bent u niet van mening dat met bovenstaande zinsdeel er speculatie zal optreden onder het defensiepersoneel dat tot onrust kan leiden? Wat gaat u doen om deze speculatie en eventuele onrust weg te nemen?

Pagina 2/9




Ministerie van Defensie

4. Hoe gaat u de overweging van de IGK over de `vredesbedrijfsvoering' aan de orde stellen? Wat is uw bezwaar hierin? Kunt u aangeven of de IGK van mening is dat Nederland in de nabije toekomst vooral moet inzetten op vredesmissies in plaats van expeditionaire vechtmissies en zo ja, wat is uw mening daarover?

De IGK onderstreept het belang van tijdige informering van het betrokken defensiepersoneel, indien een nieuw besluit voor een andere bijdrage in Afghanistan zou worden genomen. Er zijn op dit moment geen concrete plannen voor verlenging van de missie of voor een nieuwe missie in Afghanistan. Dit is bekend in de krijgsmacht en de Commandant der Strijdkrachten is bezig met de planning van de redeployment. Ik maak mij dan ook geen zorgen over onrust onder defensiepersoneel.

Ik deel de mening van de IGK dat missies in het algemeen en specifiek de missie in Afghanistan veel vergen van het personeel en materieel. Dit heeft zeker invloed op de vredesbedrijfsvoering. Om de negatieve gevolgen te beperken zijn de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen, waaronder extra materieelaankopen en maatregelen in het kader van werving, behoud, training en opleidingen.

5. Wat wordt bedoeld met `eenvoudige aanpassingen aan infrastructuur op korte termijn' en over welk soort infrastructuur handelt het? 6. Bent u bereid om `eenvoudige aanpassingen aan infrastructuur op korte termijn' versneld uit te voeren, zeker met het oog op de economische recessie? 8. Wanneer kan de Kamer het onderzoeksresultaat verwachten van de `quick wins' om de hinder van infrastructurele problemen bij het defensiepersoneel te verlichten?

De klachten die door de IGK worden gesignaleerd als gevolg van vertraagde infrastructuurprojecten betreffen veelal de directe werk- en leefomgeving van het door hem gesproken personeel. Daarbij kan het gaan over legerings- of ontspanningsruimten, maar ook over kantoren en werkplaatsen. In mijn brief van 20 mei (Kamerstuk 31700 X, nr. 113) heb ik voor dergelijke vertragingen al enkele redenen genoemd.

Pagina 3/9




Ministerie van Defensie

Hinder die voortkomt uit vertragingen in projecten, is doorgaans niet met eenvoudige aanpassingen te verlichten, gelet op de omvang van die projecten. Voor zover vertragingen voortkomen uit financiële overwegingen, is het versneld uitvoeren van projecten om de hinder daarvan te verlichten onwaarschijnlijk.

In mijn brief van 20 mei 2009 (Kamerstuk 31700 X, nr. 113) heb ik meegedeeld te willen onderzoeken in hoeverre er realistische mogelijkheden zijn om `quick win' projecten uit te voeren om de gesignaleerde problematiek enigszins te verlichten. Nadere beschouwing leert dat het daarbij alleen kan gaan om lokale kleinschalige aanpassingen en verbeteringen waarvoor het instrument van de "commandantenvoorziening" (COVO) beschikbaar is. Een apart onderzoek is daarom niet nodig. Defensieonderdelen kunnen met een COVO, buiten bestaande investerings- en onderhoudsprogrammaÂŽs om, gerichte projecten laten uitvoeren om de werk- en leefomstandigheden van het personeel te verbeteren. Daarmee kunnen uiteenlopende zaken worden gerealiseerd. Te denken valt bijvoorbeeld aan het realiseren van een fitnessruimte, of aan het verbeteren van kantinefaciliteiten.

7. Mag worden aangenomen dat, los van de vraag welke beperkte bijdrage na 2010 wellicht door Nederland aan ISAF zal worden geleverd, er inmiddels Defensiebreed volstrekte helderheid bestaat over het feit dat het inderdaad slechts om een beperkte bijdrage zal gaan?

Zoals eerder met de Kamer is besproken tijdens het mondelinge vragenuur van 13 januari 2009, is duidelijk dat de mogelijkheden voor een bijdrage 4/6




Ministerie van Defensie

7. Wanneer het overleg een openbaar karakter krijgt, betekent dat dan tevens dat het te bespreken jaarverslag en eventuele andere onderwerpen gekuist worden of zodanig geschreven gaan worden dat er een aparte vertrouwelijke bijlage verschijnt?

Het karakter van het overleg staat los van de inhoud van het jaarverslag. De IGK blijft verantwoordelijk voor de inhoud van het jaarverslag. Ook nu is geen sprake van gekuiste onderwerpen en dat zal ook in geval van formeel overleg niet aan de orde zijn. De IGK geeft in zijn jaarverslag een onafhankelijk oordeel. De minister biedt het verslag vervolgens ongewijzigd aan de Kamer aan, samen met zijn zienswijze op de bevindingen en aanbevelingen van de IGK, zoals ook nu het geval is. Een formeel overleg zal berusten op dezelfde documenten die nu ten behoeve van het informele overleg beschikbaar zijn. De inhoud van het jaarverslag van de IGK is overigens integraal via de internetsite van de IGK in te zien. Ook dit wordt gehandhaafd.

9. In hoeverre is sprake van een overlapping bij de werkzaamheden van de IGK en de meer recent in het leven geroepen Integriteitorganisatie?

De IGK heeft, naast zijn rol als vertegenwoordiger van de Minister in veteranenaangelegenheden, een adviserende en bemiddelende rol. Hij richt zich daarbij vooral op de beleving en ervaring van het Defensiepersoneel met betrekking tot de uitvoering van het beleid. Daarbij kunnen ook integriteitkwesties onder zijn aandacht worden gebracht. In geval van een melding van een integriteitschending zal de IGK deze melding in beginsel niet zelf in behandeling nemen. Hij is immers niet, zoals vaak wordt gedacht, een instantie waarbij klachten kunnen worden ingediend, maar een bemiddelaar voor het defensiepersoneel. Meldingen of melders van integriteitschendingen zal hij doorgaans doorverwijzen naar vertrouwenspersonen binnen Defensie of het meldpunt van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID). Alleen bij een expliciet beroep op bemiddeling zal de IGK zelf de zaak afdoen. Bij vermoedelijk strafbare feiten stelt zowel de IGK als COID de Koninklijke Marechaussee hiervan op de hoogte, die de behandeling overneemt. Van een overlap in werkzaamheden is derhalve geen sprake.

Pagina 5/6




Ministerie van Defensie

10. Kan, eventueel vertrouwelijk, worden aangegeven welke gevolgen de door de IGK gegeven informatie over de wijze waarop het beleid op uitvoeringsniveau wordt ervaren, feitelijk heeft gehad voor het beleid?

Zoals beschreven in mijn brief (Kamerstuk 31700-X, nr. 47 d.d. 20 mei 2009) rapporteert de IGK elk kwartaal aan de bewindslieden over zijn bevindingen. Deze bevindingen kunnen aanleiding zijn om actiepunten te benoemen en in het reguliere beleidsproces bestaand beleid aan te passen of nieuw beleid te maken. In het overleg tussen de IGK en de bewindslieden wordt ook ingegaan op de voortgang van eerder genoteerde actiepunten. In de appreciatie bij de aanbieding van het Jaarverslag Inspecteur Generaal der Krijgsmacht wordt ook een overzicht gevoegd van de stand van zaken van de aanbevelingen uit het jaarverslag van de IGK van het vorige jaar.

Pagina 6/6






---- --