Senternovem
28-08-2009 | Leds of conventionele openbare verlichting?
Energie-efficiëntie en milieueffecten vergeleken
Straatverlichting met energie-efficiënte leds (licht emitterende
dioden) kan helpen om het energieverbruik in Nederland te verminderen.
De beperkingen van deze relatief nieuwe technologie moeten nog wel
nader worden onderzocht. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, waarin
het gebruik van leds binnen de bebouwde kom is vergeleken met
conventionele compacte fluorescentielichtbronnen en hogedruk
natriumlampen. Om aan de Kyoto-doelstellingen te kunnen voldoen, werkt
de Nederlandse overheid onder andere aan energiezuiniger verlichting.
Straatverlichting is belangrijk voor de verkeersveiligheid, sociale
veiligheid en leefbaarheid. Om deze functies te kunnen vervullen, moet
openbare verlichting aan eisen voldoen, bijvoorbeeld op het gebied van
lichtsterkte. Ten opzichte van compacte fluorescentielampen, die
vanwege hun warmwitte licht in woonwijken worden gebruikt, verbruiken
leds 15 tot 27 procent minder energie. Vergeleken met hogedruk
natriumlampen verbruiken leds juist meer. Aangezien leds sterk in
ontwikkeling zijn, is de verwachting dat dit spoedig verbetert.
De efficiency van leds zou aanzienlijk verbeteren als er meer rekening
wordt gehouden met de kleurgevoeligheid van het oog. Momenteel vindt
discussie plaats over de richtlijnen voor openbare verlichting waarin
dit tot nu toe niet is meegenomen. Bij daglicht is het oog namelijk
optimaal gevoelig voor groen en geel licht, maar in het donker meer
voor blauw en groen licht. Aangezien van groen en blauw licht minder
nodig is voor voldoende zicht in het donker, is het energiezuiniger.
De keerzijde is dat mensen deze lichtkleur niet altijd als prettig
ervaren. Daarnaast vergt wisseling tussen groengele en blauwgroene
lichtbronnen een aanpassing van de ogen die enkele minuten tijd kost.
Gedurende deze tijd is het gezichtsvermogen beperkt.
Meer informatie
Handleiding Energielabeling Openbare Verlichting