PB09-059
28 augustus 2009
Stijging bijstand zet door
· Bijstand twee kwartalen achtereen gestegen · Ruim 4 procent stijging in eerste halfjaar 2009 · Aantal uitkeringen op zelfde niveau als april 2008 · Toename vooral bij mannen en alleenstaanden Voor het tweede achtereenvolgende kwartaal is het aantal bijstands- uitkeringen aan personen tot 65 jaar toegenomen. Eind juni 2009 werden 270 duizend uitkeringen verstrekt, ruim 11 duizend meer dan een halfjaar eerder. Deze toename is vooral te zien bij de uitkeringen korter dan 1 jaar. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. In het eerste halfjaar van 2009 is het aantal bijstandsuitkeringen met 4,4 procent gestegen. Het aantal uitkeringen komt daarmee op hetzelfde niveau als april 2008. De stijging in het afgelopen halfjaar is het grootst onder mannen en alleenstaanden. Naar verhouding was met 21 procent de toename het sterkst bij jongeren tot 25 jaar. In West-Nederland, waar meer dan de helft van alle bijstandsuitkeringen wordt geteld, nam het aantal uitkeringen met 3 procent naar verhouding het minst snel toe. In zowel Noord-, Oost- als Zuid-Nederland was in het afgelopen halfjaar de stijging met ongeveer 6 procent bijna twee keer zo groot. Bij meer dan driekwart van de gemeenten steeg het aantal bijstandsuitkeringen in de eerste helft van 2009. Van de 25 gemeenten met 100 duizend inwoners of meer was de toename meer dan 10 procent in Haarlemmermeer, Enschede en Emmen. In Rotterdam was de stijging minder dan 1 procent.
ln....
sbc....
www
CBS Persbericht PB09-059 pagina 1 van 4
Grafiek 1: Bijstandsuitkeringen van thuiswonenden onder de 65 jaar per landsdeel, geïndexeerd (31 december 2008=100)
Nederland Noord-Nederland Oost-Nederland West-Nederland Zuid-Nederland 107
106
105
104
103
102
101
100
99
98
97
96
ec 2008 rt 2009 ei 2009 D Jan 2009 Feb 2009 M Apr 2009 M Jun 2009 Bron: CBS
Figuur 1: Mutatie aantal bijstandsuitkeringen van thuiswonenden onder de 65 jaar voor 25 grootste gemeenten, dec 2008 - jun 2009 Haarlemmermeer
Enschede
Emmen
Apeldoorn
Eindhoven
Tilburg
's-Hertogenbosch
Zoetermeer
Dordrecht
Amere
l
Zwolle
Amsterdam
Utrecht
Groningen
Nijmegen
's-Gravenhage
Zaanstad
Breda
Maastricht
Arnhem
Amersfoort
Rotterdam
Leiden
Ede
Haarlem
Nederland
%
-2 0 2 4 6 8 10 12 Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-059 pagina 2 van 4
Technische toelichting
De uitkomsten zijn gebaseerd op informatie van gemeenten over het aantal bijstandsuitkeringen krachtens de Wet werk en bijstand (WWB). De WWB is per 1 januari 2004 in de plaats gekomen van de Algemene bijstandswet (ABW).
De uitkomsten hebben betrekking op thuiswonenden met een periodieke, algemene bijstandsuitkering. Bijstand wordt toegekend aan huishoudens. Hierbij wordt doorgaans één persoon als aanvrager aangemerkt. Bij (echt)paren is het echter niet altijd duidelijk wie de aanvrager is. Vanaf de cijfers over 2005 worden daarom bij het toedelen van uitkeringen aan (echt)paren, altijd de persoonskenmerken overgenomen van de oudste persoon van het (echt)paar.
Vanaf 2005 worden alleen die uitkeringen geteld die in de desbetreffende maand geregistreerd staan. Nagekomen informatie over uitkeringen die met terugwerkende kracht worden toegekend, wordt niet meer meegeteld. Door deze wijziging wordt nu dezelfde methode gehanteerd als voor vaststelling van het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en WW-uitkeringen. De mutaties zijn berekend op onafgeronde aantallen en kunnen daardoor afwijken van het verschil van de afgeronde aantallen in de tabellen. Cijfers van de voorafgaande perioden kunnen zijn aangepast op grond van de meest recente gegevens.
CBS Persbericht PB09-059 pagina 3 van 4
Tabel 1. Bijstandsuitkeringen van thuiswonenden onder de 65 jaar
2007 2008 2009 Mutatie 30 jun. 30 jun. 30 sep. 31 dec. 31 mrt. 30 jun.* 31 dec. '08 - 30 jun. '09 * x 1 000
Totaal 1) 289 268 262 259 263 270 11 Mannen 119 111 108 107 110 115 8 15 tot 25 jaar 6 5 5 5 6 7 2 25 tot 35 jaar 21 18 17 17 19 20 3 35 tot 45 jaar 34 30 29 28 29 30 1 45 tot 55 jaar 32 31 31 30 31 32 2 55 tot 65 jaar 26 26 26 26 26 26 0 Vrouwen 170 158 155 152 153 155 3 15 tot 25 jaar 11 10 9 9 9 10 1 25 tot 35 jaar 31 27 26 26 26 27 1 35 tot 45 jaar 46 41 40 39 39 39 0 45 tot 55 jaar 42 41 40 40 40 41 1 55 tot 65 jaar 39 39 39 39 39 39 0 Leefvorm
Alleenstaande 167 157 154 153 157 162 9 Alleenstaande ouder 79 71 70 68 68 69 1 (Echt)paar 43 39 38 37 38 38 1 Anders 1 1 1 1 1 1 0 Duur
Korter dan 1 jaar 51 50 48 48 53 59 11 1 jaar of langer 239 218 214 211 211 211 0 1) Inclusief onbekend
* Voorlopig cijfer
Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-059 pagina 4 van 4
---- --