Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Vergaderjaar 2008­2009

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN- SCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 juli 2009
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de uitvoering van het actieprogramma onderwijs en ondernemen. De staatssecretaris van Onderwijs Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart, heeft tijdens het AO van 19 maart jl. toegezegd u te informeren over de activiteiten die de regering onderneemt op het gebied van ondernemerschap in onderwijs. Daarnaast heb ik u tijdens de begrotingsbehandeling 2009 toegezegd u de nulmeting ten aanzien van onderwijs en ondernemerschap toe te sturen. Hierbij voldoe ik aan beide toezeggingen. Voorts wil ik u er op wijzen dat in het kader van de voortgangsrapportage van het programma onderwijs en ondernemerschap (TK, 2008­2009, 31 288, nr. 47) is toegezegd u periodiek te informeren over de voortgang van het actieprogramma.
In de voortgangsrapportage van het programma onderwijs en ondernemerschap zijn de eerste resultaten van de toegekende projecten in het kader van de subsidieregeling Onderwijs en Ondernemerschap 2007 toegelicht, alsmede de aankondiging van het actieprogramma onder- wijs en ondernemen 2008­2011. Met dit actieprogramma kiest het kabinet voor een vraaggerichte aanpak van ondernemerschapsonderwijs en richt zich hierbij vooral op onderwijsinstellingen die graag met ondernemend leren aan de slag willen. Daarbij is actieve betrokkenheid van het regio- nale en georganiseerde sectorale bedrijfsleven onontbeerlijk. In 2011 willen we het volgende bereikt hebben:
1. Een toenemend aantal onderwijsinstellingen in Nederland heeft ondernemerschap in het onderwijs geïntegreerd in beleid, organisatie en programma.

2. Meer leerlingen en studenten gedragen zich ondernemender, zijn positief over ondernemerschap en starten binnen vijf jaren na afron- ding van hun opleiding een eigen bedrijf. KST133330
0809tkkst31288-59
ISSN 0921 - 7371
Sdu Uitgevers
's-Gravenhage 2009 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008­2009, 31 288, nr. 59 1




Om te bepalen of deze doelen zijn bereikt wordt tweejaarlijks een meting uitgevoerd. Deze meting bouwt voort op de nulmeting onderwijs en ondernemerschap uit 2007 (zie bijlage).1 Uit de nulmeting die onder onderwijsinstellingen van basisschool tot universiteit en leerlingen en studenten is gehouden, blijkt dat ondernemerschap in het onderwijs een «ontluikend thema» is, waarover de beelden en opvattingen in het onderwijsveld sterk uiteenlopen. Binnen alle onderwijssectoren zijn er duidelijk evident meer scholen en oplei- dingen, die aangeven dat «ondernemerschap» wel in de missie en of visie van de school is opgenomen dan opleidingen die dit ook daadwerkelijk hebben weten te vertalen naar c.q. verankeren in hun onderwijsprogram- ma/curriculum. Kortom: er lijkt een beeld te ontstaan dat er meer over ondernemerschap op papier staat dan dat concreet vorm krijgt in de prak- tijk. Uit de leerlingen- en studentenenquête blijkt dat een derde van de studenten en deelnemers een wens hebben om ondernemer te worden. Nog te weinig leerlingen en of studenten starten daadwerkelijk een bedrijf. In de nulmeting zijn ook enkele aanbevelingen opgenomen waaronder:
· Focus op de onderwijsinhoud. In de opleidingen en lesinhoud zal ondernemerschap veel meer ingebed moeten worden. De lesstof biedt nu eenmaal de beste mogelijkheden om alle leerlingen en studenten een ondernemende attitude bij te brengen.
· Focus op de relatie school en externe omgeving. Om ondernemer- schap goed van de grond te krijgen is interactie tussen scholen, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de regio noodzakelijk.
· Versterking van de goede voorbeelden die er al zijn, zowel op het niveau van de instellingen en opleidingen als, met name in het hoger onderwijs (ho), op het niveau van de ondernemende student. Op basis van deze nulmeting, consultaties en de eerste resultaten van de toegekende projecten is in de voortgangsrapportage een samenhangend actieprogramma gepresenteerd. De individuele actielijnen zijn vooral gericht op het versterken van de randvoorwaarden ­ zoals onder andere het creëren scholingsaanbod voor docenten, evidence based onderzoek en de netwerkvorming ­ om het ondernemerschap optimaal in te bedden in het onderwijs. In die zin versterken de individuele actielijnen elkaar. De volgende actielijnen zijn aangekondigd tot en met 2011:
1. Ondersteunen en begeleiden van de 28 gehonoreerde projecten uit de subsidieregeling Onderwijs en Ondernemerschap 2007, gericht op realisatie van de doelstellingen, verdere verankering en professionali- sering.
2. «Evidence based» onderzoek naar de effecten van de «ondernemer- schap en onderwijs»-projecten om best practices te kunnen bepalen.
3. Verspreiden en opschalen van de best practices naar andere enthou- siaste scholen.
4. Organiseren van scholingsaanbod voor (aankomende) docenten op alle onderwijsniveaus, het zogenaamde «train-the-trainers» programma. Daarnaast worden onderwijssectorspecifieke instrumenten ingezet:
5. Het investeren in regionale, dan wel sectorale netwerken van het primair onderwijs (po) tot middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
6. Het ontwikkelen van een landelijk ondernemerscertificaat in het vo, mbo en het ho.
7. Meer ondernemerschap in het ho, o.a. via meer Centres of Entrepre- neurship.
8. Het opzetten van een uitwisselingsprogramma gericht op (potentiële) studentondernemers in samenwerking met de Kauffman Foundation en hun Global Fellowship Programma.
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informa-
tiepunt Tweede Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008­2009, 31 288, nr. 59 2




SenterNovem is verantwoordelijk voor de uitvoering van het actie- programma onderwijs en ondernemen, zie voor meer informatie de website www.onderwijsonderneemt.nl.
Stand van zaken
Hieronder de stand van zaken van de tot nu toe ingezette actielijnen: Regeling onderwijs netwerk ondernemen (ONO)
Deze regeling biedt onderwijsinstellingen van po tot en met mbo en lerarenopleidingen primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid om samen met het regionale bedrijfsleven, Kamers van Koophandel en kenniscentra netwerken op te zetten. Dit kunnen zowel sectorale als regio- nale netwerken zijn. Een netwerk richt zich op de versterking van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven op het gebied van onderwijs en ondernemen. Inmiddels is de indieningstermijn gesloten en zijn er 164 aanvragen ontvangen. De komende periode worden deze aanvragen beoordeeld door de adviescommissie Onderwijs Netwerk Ondernemen onder voorzitterschap van mevr. Van Rooijen- Winkelman. Uiterlijk 1 oktober 2009 zal worden bekendgemaakt aan welke projecten subsidie wordt toegekend.
Onderzoek naar de effecten en ervaringen van 28 projecten Er is een onderzoek uitgezet naar de effecten en ervaringen van de geho- noreerde projecten uit de subsidieregeling Onderwijs en Ondernemer- schap 2007. Begin november ontvang ik de eerste resultaten hiervan. Centers of Entrepreneurship
Uit de subsidieregeling Onderwijs en Ondernemerschap 2007 zijn zes centers of entrepreneurship gestart met activiteiten rondom ondernermer- schapsonderwijs in het hoger onderwijs. In het najaar wordt een «tweede ronde» voor de vorming van centers of entrepreneurship uitgezet. Pilot scholarship programma Kauffman
In 2009 is een pilot met de Kauffman Foundation opgezet voor het uitzenden van excellente studentondernemers. De Kauffman Foundation heeft in de Verenigde Staten de nodige ervaring op gebied van ondernemerschapsonderwijs. Studenten uit het ho kunnen in de Verenigde Staten extra vaardigheden en kennis voor ondernemerschap opdoen. Eind juli wordt bekend welke zes studenten door de onafhanke- lijke jury zijn geselecteerd. De studenten krijgen een stageplaats aange- boden om het programma van zes maanden vanaf januari 2010 te kunnen volgen.
Kennisdeling en promotie

1. The Next Level Leren Ondernemen Prijs
«The Next Level Leren Ondernemen Prijs» is een jaarlijkse wedstrijd ter promotie van ondernemen in het onderwijs voor leerlingen, studenten en docenten. Zowel voor het po, vo, mbo als ho worden prijzen uitgereikt voor het meest ondernemende project. Dit jaar is de prijs uitgereikt aan de volgende onderwijsinstellingen:

· De Paulusschool uit Wijchen, met Boekhandel NTB
· Het Calvijn College uit Krabbendijke, met Clockwise
· Sint Lucas uit Boxtel, met Label 9

· NHTV uit Breda, met Gumball Events.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008­2009, 31 288, nr. 59 3





2. Global Entrepreneurship Week (GEW)
Op initiatief van de Kauffman Foundation komt wereldwijd de GEW tot stand met als doel ondernemerschap en ondernemend gedrag onder jonge mensen te stimuleren. Inmiddels nemen 77 landen, waaronder Nederland, aan het initiatief deel. In 2009 vindt de GEW plaats van 16 t/m
21 november. In deze week worden onderwijsinstellingen in de gelegen- heid gesteld de projecten op gebied van onderwijs en ondernemerschap te presenteren.

3. Best practices verspreiden
Het actieprogramma onderwijs en ondernemen verzamelt ondernemende projecten uit het veld via de website www.onderwijsonderneemt.nl Deze website biedt daarnaast met het ontwikkelde kwaliteitskader een spring- plank voor onderwijsinstellingen die aandacht willen besteden aan onder- nemendheid en ondernemerschap in het lesprogramma. Naast de website worden de meest in het oog springende projecten en de leerervaringen uit het onderzoek, maar ook van docenten, leerlingen en management weergegeven in een folder.

4. SEET
Het actieprogramma onderwijs en ondernemen is gelieerd aan het Euro- pese project SEET (Stimulating Entrepreneurial Education and Training). Acht partners uit zes landen wisselen ervaringen uit met ondernemen en onderwijs en gebruiken goede voorbeelden van elkaar. Landelijke initiatieven
Verder ondersteunt dit kabinet landelijke initiatieven op het gebied van ondernemerschap, zoals de Stichting Jong Ondernemen als de Stichting Certificaat Ondernemerschap Nederland.

· De Stichting Jong ondernemen werkt met «Learning companies». Leerlingen en studenten starten hun eigen «mini-onderneming»; deze staan niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK), maar in het register van Jong Ondernemen. Echte ondernemers delen als mentor hun praktische kennis met de leer- lingen. In het schooljaar 2007/2008 deden ruim 1200 onderwijs- instellingen en 20 000 leerlingen/studenten mee aan de programma's van de Stichting Jong Ondernemen.

· De Stichting Certificaat Ondernemerschap Nederland biedt een prak- tijkgericht programma aan op het gebied van ondernemerschap. Studenten volgen vijf modulen binnen de eigen instelling specifiek gericht op het ontwikkelen van ondernemerschapsvaardigheden. Met dit programma behalen studenten een extra certificaat. Inmiddels zijn er tien hogeronderwijsinstellingen aangesloten bij deze stichting en zijn er 225 certificaten uitgegeven.
Tenslotte, in vervolg op de nulmeting wordt de komende tijd een 1-meting uitgevoerd. De resultaten hiervan verwacht ik in het voorjaar 2010 en zal ik u dan ook toesturen. De 1-meting geeft inzicht in de voortgang in de doel- stellingen die we met dit actieprogramma in 2011 willen bereiken. Namens staatssecretaris Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart, De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008­2009, 31 288, nr. 59 4