Ministerie van Verkeer en Waterstaat

HANS ALDERS

Aan
De Minister van V & W, de heer C. Eurlings, de Minister van VROM, mevrouw J. Cramer, en de Staatssecretaris van Defensie, de heer J. de Vries

Amsterdam, 3 augustus 2009

Geachte bewindspersonen,

Op 5 februari 2009 heeft u mij verzocht om na te gaan met de regio's Eindhoven en Lelystad welke betekenis de luchthavens in deze regio's vanuit de regionaal ruimtelijkeconomische visie hebben bij het accommoderen van de nationale capaciteitsvraag en u voor de zomer van 2009 een advies uit te brengen. U heeft aangegeven dat het kabinet Schiphol verder wil ontwikkelen als onderdeel van het wereldwijde netwerk dat belangrijk is voor de functie van Schiphol als mainport. Het kabinet zal er dan ook alles aan doen om samen met de markt deze selectieve ontwikkeling van de mainport Schiphol te bewerkstelligen en om tegelijkertijd te voldoen aan de marktvraag via de inzet van regionale luchthavens van nationale betekenis en zo mede de regionale economie te stimuleren. Daarbij denkt het kabinet in eerste instantie aan vergroting van het aandeel civiel verkeer op de militaire luchthaven Eindhoven en aan de verdere ontwikkeling van Lelystad.

Aanpak
Naar aanleiding van uw verzoek heb ik in beide regio's in maart jongstleden een startbijeenkomst met regionale partijen gehouden en een regionale Tafel voor overleg gevormd met vertegenwoordigers uit diverse geledingen. Op basis van de resultaten van de startbijeenkomst heb ik u voor beide regio's positief bericht over de bereidheid van partijen om in gesprek te komen over de vragen die door u in de opdrachtbrief zijn gesteld.

Daarbij heb ik u aangegeven dat het strategische karakter van de advisering en de beperkte tijdsspanne betekent dat slechts via een quick scan de effecten van de ruimtelijkeconomische verkenning en de bijbehorende business case in kaart kunnen worden gebracht. In een vervolgfase (na de zomer van 2009) zouden dan nadere detailstudies uitgevoerd moeten worden.

Sinds eind maart zijn de partijen op bestuurlijk niveau diverse keren onder mijn leiding in een plenaire setting bijeen geweest. Daarnaast is er een gezamenlijke begeleidingsgroep opgezet die de verschillende onderzoeken heeft begeleid. Hierin participeerden vertegenwoordigers van alle delegaties. De resultaten van de onderzoeken zijn met partijen aan de regionale Alderstafels besproken.

Er is tevens aandacht besteed aan informatievoorziening aan en raadpleging van diverse achterbannen en omliggende gemeenten. Op 20 april heb ik de opdracht van het kabinet en de werkwijze om tot een advies te komen toegelicht aan regionale bestuurders, leden van de Provinciale Staten en gemeenteraadsleden in een informatiebijeenkomst in Eindhoven en op 22 april in een informatiebijeenkomst in Lelystad. Daarnaast is er op 7 juli in Veldhoven een
1




bijeenkomst georganiseerd voor de omliggende gemeenten van de luchthaven Eindhoven die niet zelf rechtstreeks deelnemen aan het overleg.

Noodzaak tot nadere verkenning
Na overleg met betrokken regionale partijen in Eindhoven en Lelystad heb ik geconcludeerd meer tijd nodig te hebben alvorens mijn advies uit te kunnen brengen over de ontwikkeling van de luchthavens aldaar. Deze tijd wil ik graag benutten om een aantal vraagstukken verder uit te werken en de resultaten daarvan met relevante betrokken partijen te bespreken.

Algemeen marktontwikkeling
Recent heeft u mij, in het licht van de marktontwikkeling in de luchtvaart een aanvullend verzoek gedaan om de marktprognose die in het Alders advies over Schiphol werd gehanteerd en die dateerde van de periode voor de kredietcrisis, aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Het belang van een dergelijke nadere beschouwing wordt onderkend. Ik ben dan ook graag bereid deze nadere analyse van de marktprognose uit te voeren ten behoeve van het convenant behoud en versterking mainportfunctie en deze te betrekken in het adviestraject over selectieve luchthavenontwikkeling op Eindhoven en Lelystad.

Stand van zaken Eindhoven

a. militaire functies
Aan het slot van het overleg aan de Alderstafel over vliegveld Eindhoven d.d. 8 juli 2009 heb ik meegedeeld ­ gelet op de stand van onze discussies ­ eerst nader overleg te willen over de mogelijkheden op de vliegbasis Eindhoven ruimte te creëren ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het civiele medegebruik, alvorens ons beraad voort te zetten. Ik heb dit gedaan omdat enerzijds tijdens dit overleg van de zijde van de regio een concreet voorstel op tafel is gelegd en van de kant van het ministerie van Defensie de principiële bereidheid is uitgesproken om de regionale businesscase mogelijk te maken. Omdat er thans nog een aanmerkelijk verschil bestaat tussen de vraag van het kabinet en de ruimte die de regio ziet, is het voor de voortgang van het overleg van belang om eerst te bezien welke ruimte kan worden gecreëerd door met Defensie tot afspraken over de militaire functies te komen. De komende tijd zal benut worden om met Defensie na te gaan op welke wijze de door hen getoonde bereidheid concreet kan worden ingevuld. Tevens verzoek ik de Rijkspartijen om het initiatief te nemen om gezamenlijk met andere partijen de komende periode te bezien op welke wijze in afdoende mate kan worden voorzien in de eventuele middelen die bij de afspraken over de militaire functies aan de orde zijn.

b. marktontwikkeling
Alvorens ons gesprek te hernemen, lijkt het me tevens goed om eerst aandacht te besteden aan de vraag van de minister van Verkeer en Waterstaat om de marktprognoses met betrekking tot de groei van het vliegverkeer aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Deze nadere informatie zal ook licht werpen op de vraag welk tijdpad in acht genomen zou moeten worden voor de ontwikkeling van het civiele deel van Luchthaven Eindhoven.

Beide hierboven genoemde zaken zijn van groot belang om het gesprek met de regionale vertegenwoordigers voort te kunnen zetten om tot een bevredigende uitkomst van het overleg te kunnen komen. Zodra die informatie voorhanden is, zal ik richting de regionale partijen met voorstellen voor de voortzetting van ons overleg komen.


2




Stand van zaken Lelystad

a. Het proces
De bestuurlijke Alderstafel is na een startbijeenkomst 3 maal bijeen geweest. Daarin is kennisgenomen van een verkenning naar de ruimtelijkeconomische ontwikkelingen in Flevoland en de betekenis die een luchthaven daarvoor kan hebben en de door Schiphol opgestelde businesscase. Beide onderzoeken verdienen een verdere uitwerking alvorens daaruit bestuurlijke conclusies getrokken kunnen worden.

b. De markt voor Lelystad
Uit de eerste analyses van de positie van de luchthaven Lelystad blijkt dat er een sterke relatie bestaat met Schiphol. Het marktgebied van Lelystad bestaat in hoge mate uit de Randstad en verder uit Noord en OostNederland. Dat betekent dat een ontwikkeling van de luchthaven in Flevoland alleen succesvol kan zijn als `twinluchthaven' met Schiphol. Een losstaande ontwikkeling zou wellicht in theorie voor de Luchthaven Lelystad kansen op een autonome ontwikkeling bieden, maar draagt niet bij aan het behoud en de versterking van de mainportpositie van Schiphol. Dat brengt met zich mee dat er ­ binnen europeesrechtelijke kaders ­ verregaande afstemming moet zijn tussen de partijen over bestemmingen, frequenties, piekuurcapaciteit en andere operationele aangelegenheden, waaronder niet in het minst, afstemming over het gebruik van schaarse luchtruimte. Dit vraagt om nader overleg.

c. Het luchtruim
Een eerste verkenning van het luchtruim boven Flevoland geeft de relatie met militair luchtruim aan, en vooral de interferentie met het luchtverkeer van en naar Schiphol. Gezien de consequenties die dit kan hebben voor het functioneren van de luchthaven op Flevoland is een nader meer gedetailleerd onderzoek noodzakelijk. Bij dit onderzoek zullen alle relevante partijen betrokken worden. Naast de luchtzijdige bereikbaarheid is nader onderzoek nodig naar de daarmee samenhangende luchtroutestructuur, waarbij aan de belangen van hinderbeperking zowel het `oude' als het `nieuwe land' recht gedaan moet worden. Met de relevante partijen zal worden nagegaan hoe een en ander kan worden opgelost.

d. De positie van Lelystad in de nationale capaciteitsvraag Tijdens deze eerste ronde van besprekingen werd het steeds duidelijker dat Lelystad een unieke positie heeft als strategische reserve voor de vraag naar luchthaven capaciteit op lange termijn. Gegeven het uitgangspunt van het Kabinet om groei op Schiphol na 2020 te laten plaatsvinden door milieuwinst voor 50% aan de luchtvaart en voor 50% aan de Schiphol omgeving te doen toekomen, zal het resultaat zijn dat daar een beperkte groei kan plaatsvinden. Tegen die achtergrond zal de vraag onder ogen worden gezien of uitsluitend op basis van de capaciteitsvraag als bedoeld in het Convenant behoud en versterking mainport functie en netwerkkwaliteit luchthaven Schiphol de positie van Lelystad zal moeten worden beoordeeld of dat een meer strategisch beleidsmatige keuze (beschikbaarheid op middellange en lange termijn, fasering e.d.) moet worden overwogen.

e. Het belang van een luchthaven in regionaal perspectief In het overleg aan de tafel is door partijen het regionaal economisch belang van de ontwikkeling van de Luchthaven benadrukt. Voor de schaalsprong Almere maar ook de doorontwikkeling van Lelystad is een versterking van de ruimtelijkeconomische structuur van groot belang. In het vervolg zal hieraan afzonderlijk aandacht worden besteed.


3




f. Ruimtelijke inpassing op de grond
De ruimtelijke inpassing op de grond betreft een locatiekeuze op Flevoland, waarbij ook gekeken wordt naar andere locaties dan de huidige luchthaven en de toekomstbestendigheid van ontwikkeling op deze locaties. Partijen aan Tafel hebben aangegeven hierover met elkaar met een open blik te willen kijken op basis van nadere analyses, waarbij ook de omvang van noodzakelijke investeringen, de relatie tussen de locatie en de gewenste economische ontwikkeling, het bestaande draagvlak en mogelijke kapitaalvernietiging zal worden meegewogen. Alle partijen realiseren zich dat een dergelijke keuze de komende maanden gemaakt dient te worden.

Bij die keuze zal ook de te maken afweging in de RAAMbrief ten aanzien van met name de ontwikkeling van Almere moeten worden betrokken. Tevens verdient de wijze waarop luchthavenontwikkeling op Flevoland kan worden gekoppeld met de natuurontwikkeling en het voortbestaan van duurzame landbouw in Flevoland en met de positionering van de aan en uitvliegroutes ook boven de aangrenzende provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel nadere aandacht.

Deze punten vormen voor partijen de basis om het gesprek aan de regionale Tafel verder te voeren en te verdiepen. Een zorgvuldige uitwerking en weging van de verschillende vraagstukken kan niet binnen de beschikbare tijd worden afgerond.

Ik verzoek u op basis hiervan namens de partijen aan de regionale Tafel om de benodigde tijd en middelen te gunnen voor verdere uitwerking van de contouren voor luchthavenontwikkeling in de regio's Flevoland en Eindhoven. Ik zal u in september een meer gedetailleerde planning en specificatie van benodigde middelen doen toekomen.

Ik ben me bewust van de samenhang met andere dossiers, zoals de RAAMbrief. Ik stel voor met u te bezien op welke wijze de hier gevraagde samenhang het best bereikt kan worden.

Hoogachtend,

is getekend

Hans Alders


4