Grafische Bedrijfsfondsen
Dekkingsgraad PGB stijgt in eerste half jaar
van 97% naar 102% (aug 2009)
In het eerste half jaar van 2009 heeft pensioenfonds PGB op haar
beleggingen een rendement behaald van 4,7%. Inclusief de
afdekkingsportefeuilles in verband met het rente- en valutarisico
bedroeg het rendement 1,0%. Het belegd vermogen kwam daardoor aan het
einde van het tweede kwartaal uit op ⬠8,27 miljard. Eind vorig jaar
was dat ⬠8,20 miljard. De voorziening voor de pensioenverplichtingen
bedroeg ⬠8,10 miljard tegen ⬠8,48 miljard eind 2008. De
dekkingsgraad die de verhouding tussen vermogen en verplichtingen
weergeeft, kwam daardoor per 30 juni uit op 102%. De verbetering van
de financiële positie ligt voor op schema. Volgens het herstelplan
zou PGB per 30 juni een dekkingsgraad moeten hebben van 98,5%.
In het herstelplan dat is goedgekeurd door De Nederlandsche Bank,
staat met welke maatregelen PGB haar vermogen weer op peil wil
brengen. Het fonds wil binnen vijf jaar op het minimaal vereiste
niveau van ongeveer 105% zitten en binnen 15 jaar op een niveau van
ongeveer 120% om schommelingen in de beleggingen te kunnen opvangen.
De dekkingsgraad is in de eerste helft van 2009 gestegen van 97% naar
102%. De stijging wordt voor 84% veroorzaakt door de opgelopen rente
waardoor de verplichtingen zijn afgenomen en voor 16% door het
positieve rendement waardoor het fondsvermogen is gestegen. Het
verloop van de dekkingsgraad is echter grillig. In het eerste kwartaal
was nog sprake van een daling naar 88%, in het tweede kwartaal vond
herstel plaats naar 102%. De ontwikkeling van de dekkingsgraad ligt nu
boven de uitgezette lijn in het herstelplan
.
Vermogensbeheer
De bewegelijkheid van de financiële markten is in de loop van 2009
afgenomen. Vertrouwen in herstel komt langzaam terug. Vooral de
aandelenkoersen konden daarvan profiteren. Herstel van de
wereldeconomie zal echter, zo is de algemene verwachting, nog wel
enige tijd vergen; er is nog veel onzekerheid over de economische
ontwikkelingen op korte tot middellange termijn. Het is dus nog te
vroeg om te kunnen spreken van een trendbreuk.
Na de negatieve ontwikkelingen in 2008 heeft PGB met haar beleggingen
in de eerste helft van 2009 weer een positief rendement kunnen
behalen.
Rendementen eerste half jaar 2009 in procenten:
Beleggingsonderdeel
30 juni 2009
2008
vastrentende waarden 4,2 - 1,0
aandelen 8,9 - 39,0
vastgoed - 5,3 - 7,5
commodities 9,9 - 64,3
groenbeleggingen/infrastructuur - 0,1 - 3,4
hedgefunds
- 0,7
- 9,2
totaal beleggingsportefeuille (exclusief afdekkingsportefeuille) 4,7
- 20,7
totaal normportefeuille
4,8
- 19,0
totaal beleggingsportefeuille (inclusief afdekkingsportefeuille) 1,0
- 17,8
Het beleggingsrendement van PGB was het eerste half jaar een fractie
lager dan dat van de benchmark. De benchmark is de normportefeuille
die het bestuur voorafgaand aan een jaar vaststelt op grond waarvan de
beleggingsprestaties worden beoordeeld. Inclusief de
afdekkingsportefeuilles ten behoeve van de verplichtingen (rente- en
valutarisico) bedroeg het rendement 1,0%. De samenstelling van de
beleggingsportefeuille per 30 juni 2009 was als volgt:
Samenstelling vermogen in % 30 juni 2009 mix
normportefeuille
eind 2009
31 december
2008 mix
normportefeuille
eind 2008
vastrentende waarden 44 44 44 40
aandelen
34
35 36 43
vastgoed 10 10 10 8
alternatieve beleggingen 12 11 10 11
Om minder kwetsbaar te worden voor schommelingen van de
aandelenkoersen en meer zekerheid in te bouwen voor de pensioenen van
deelnemers en pensioengerechtigden, heeft PGB haar aandelenbezit in de
loop van 2008 verlaagd en deelnemingen in onder andere infrastructuur
en water- en energievoorziening uitgebreid. Daarnaast wordt het
renterisico (gedeeltelijk) en het valutarisico afgedekt. De
aanpassingen in het beleggingsbeleid maken onderdeel uit van de
maatregelen in het herstelplan. Het fonds beschikt zo over een
beleggingsportefeuille waar meer zekerheid is ingebouwd maar waarin
ook voldoende opwaarts potentieel aanwezig blijft om te kunnen
profiteren van zich herstellende markten.
Verantwoord beleggen
PGB heeft bij de besluitvorming over de beleggingsstrategie voor de
periode 2008 - 2010 de invulling van haar maatschappelijke
verantwoordelijkheid aangescherpt. Bij de beleggingen worden daarom
niet alleen de financiële aspecten bij bedrijven geanalyseerd, maar
wordt ook gelet op het sociale beleid, de kwaliteit van het bestuur en
de manier waarop bedrijven omgaan met het milieu. Het maatschappelijk
verantwoord beleggingsbeleid (MVB) is bij PGB uitgewerkt in de vorm
van uitsluitingsbeleid, best-in-class-beleid,
duurzaamheidsfinanciering, stemgedrag en engagement.
De portefeuille van PGB voldoet inmiddels aan de MVB-richtlijnen. Zo
wordt in het kader van verantwoord beleggen niet meer belegd in
bedrijven die niet voldoen aan de door het fonds gehanteerde
duurzaamheidscriteria. Dat zijn de tien Principes van de Verenigde
Naties aangevuld met het verbod op beleggingen in controversiële
wapens. Aandelen waarin PGB belegt en de vastrentende waarden worden
beoordeeld op grond van deze uitgangspunten. Aan de hand van
periodieke controles zijn wereldwijd 60 bedrijven op grond van hun
slechte score uit de portefeuille verwijderd.
Ontwikkeling klanten
De kredietcrisis blijft niet beperkt tot de financiële markten. Het
laat ook zijn sporen na in de ontwikkeling van de Nederlandse
economie. De werkgelegenheid in de sectoren waarvoor PGB de
pensioenregeling verzorgt, loopt sterk terug. Het aantal premie
betalende werknemers nam in het eerste half jaar af met 5,9%. Het
aantal pensioenontvangers steeg met 2,8%.
Ontwikkeling deelnemers 30 juni 2009
31 december 2008
aantal premiebetalende werknemers 37.813 40.186
aantal deelnemers met toerekening wao/wia 5.022 5.120
aantal pensioenontvangers 38.182 37.117
totaal aantal deelnemers 81.017 82.423
PGB streeft naar verbreding van haar draagvlak. Dat is nodig om de
huidige onderscheidende prijs/kwaliteitverhouding voor pensioen op de
langere termijn te kunnen continueren. Als eerste stap is eind 2007,
in overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties,
overeengekomen dat uitgevers op vrijwillige basis voor hun pensioen
bij PGB terecht kunnen. Het fonds beweegt zich binnen de mediasector
daardoor momenteel op twee deelmarkten: het grafimediabedrijf en het
uitgeverijbedrijf. Op de grafimediamarkt is de uitvoering gebaseerd op
een verplichtgestelde pensioenregeling. In het uitgeverijbedrijf vindt
de uitvoering op ondernemingsniveau plaats op basis van
vrijwilligheid. PGB heeft een kader ontwikkeld op grond waarvan nieuwe
toetreders op basis van dezelfde uitgangspunten kunnen deelnemen.
Nadat eerder Boom Uitgevers koos voor aansluiting, volgden in 2008
Noordhoff Uitgevers, SDU Uitgevers en het Financieele Dagblad. Ook
meerdere kleinere uitgeverijen brachten hun regeling bij PGB onder.
Met ingang van 2009 koos Wifac, een middelgrote toeleverancier voor
grafimediabedrijven, voor aansluiting.
PGB wil verder in overleg met sociale partners en in samenwerking met
ondernemings- en bedrijfstakfondsen in de media keten uiteindelijk
komen tot één overkoepelend pensioenfonds.