Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ministerie van Verkeer en ïVaterstaat

> Retouradres Postbus 20904 2500 EX Den Haag
Burgemeester en Wethouders van Zeewolde Luchwaart ên MaÍltlêmê Zaken Postbus 1 Luchthavent 3890 AA Zeewolde
Plesmanweg 1-ó 2597 JG Dên Haag Postbus 20904 2500 ÊX Den Haag www,vêrkeerenwàteístaat.nl Contactpnioon T. ons kênmerk v&woGLM - 2009/30s3 Datum 22 juli 2009 Uw kênnêrk Onderwerp Naderingsroutes Lelystad Airport 2009-210306/Jdv 2009- 40351/JdV BUlagê(n) Geachte heren Gorter en van Nunspeet,
Graag reageer rk op uw op brief d.d. 29 april waarin u om duidelijkheid vraagt over'naderingsroutes'voor de luchthaven Lelystad. Verder geeft u aan dat u van mening bent dat'naderingsroutes' onterecht niet in het MER voor Lelystad AirpoÉ zijn opgenomen.
De afgelopen jaren zijn vele optimalisaties voor de vliegroutestructuur bestudeerd waarbij telkens is gestreefd naar routes die woongebleden en beschermde natuurgebieden zo veel mogeltjk ontzlen èn dle voldoen aan de criteria voor vliegveiligheid. Zo mogen routes niet onderling conflÍcteren en mogen zij ook geen conflict geven met de routes van het nabijgelegen vliegveld Amsterdam Airport Schiphol, In deze optimallsatleslag zijn ook optimalisaties ontworpen in de uiWliegroutes ten gunste van Zeewolde.
Naar aanleiding van de inspraakreacties op de staftnotitie zijn aanvullend hierop nog verschillende optimalisatievoorstellen voor de routestructuur onderzocht. Dit onderzoek heeft geleid tot de invulling van het planalternatief en het MMA in het MER.
De initiatieínemer voor de aanwijzingsprocedure, de Luchthaven Lelystad, heeft een MER opgesteld. Om de effecten te kunnen bepalen zijn in het MER de uitVliegroutes en aanvliegroutes meegenomen Voor zover de'voorspelbaarheid' van deze routes redelijk is. Vertrekkend verkeer zal veelal gebruik maken van vaste vertrekroutes. Landend verkeer wordt van grotere afstand naar de baan toe geleid door de luchtverkeersleiding waarbij de luchtverkeersleider, rekening houdend met de aspecten veiligheid en efficiency, koers- en hoogteaanwijzingen zal geven aan de naderende vllegtuigen. De aanvliegroutes zijn dus maar 'voorspelbaar' vanaf het punt waarop het vliegtuig zich recht voor de landingsbaan bevindt. Dit punt bevindt zlch ca. 15 km. voor de baan. Vanaf dit punt zijn de effecten in het voorliggende MER weergegeven. Dit is de standaard werkwijze die ook is gehanteerd bij aanwijzingsbesluiten van andere luchthavens. Het MER is ter inzage gelegd en er zijn mogelijkheden geweest voor Ínspraak' Tevens wordt het MER en de onderliggende uitgangsPunten hierbij beoordeeld door de commissie-MER. Ik ben mij er van bewust dat het onderwerp waar u over schrijft, ook in de inspraak aan de orde kan komen. Vanzelfsprekend zal ik de Pagina 1 van 2




argumenten die daarult naar voren komen zorgvuldig wegen, voordat ik, Luchh,aaÍt ên l{aÍltlmê geiamenlijk met mijn collega van VROM als Bevoegd Gezag in deze procedure, Zakn Luchthavens een definitieve besllsslng neem.
Datum De werkgroep routestructuur die is ingesteld op lnltlatlef van het Ministerie van 22 lull 2009 Verkeer en Waterstaat, waar ook een ambtenaar van uw gemeente aan OiF kê!!!-ngtk dëétiiëëmt; hëéft áls doel om informatie ovëi vllëgtoutes te délên éii ti v&wDGLH - 2009/3053 bespreken. Op deze wijze wordt inzicht geboden ln deze ingewikkelde materle en moeten mlsverstanden worden voorkomen.
In verschillende bijeenkomsten van deze werkgroep is een toelichtlng gegeven op de status en voorspelbaarheid van vliegroutes. Er zun ook mogelijke'routes'van' nadering getoond waarbij duldelljk ls aangegeven dat voor modelle1ngsdoeleinden (fast-time simulaties) een inschatting is gemaaK van hoe de prakt[k er uit zou kunnen zien. Zoals reeds ls aangegeven is er door de sterke beinvloedingsmogelijkheden van de luchWerkeerslelder geen zekerheid te geven over de route van naderende vliegtuigen en ziJn deze routes niet vastgelegd. Aan de kaart met een route In de nabijheid van Zeewolde of aan andere kaarten met 'aanvllegroutes'zijn dan ook geen conclusies te verbinden. Deze lljnen zouden net zo goed meer parallel noord of zuid kunnen llggen. Bij het concept-aanwijzingsbesluit is kaartmateriaal opgenomen dat illustreeÊ ' met welke routes rekening wordt gehouden bij het opstellen van dit besluit. Het is jammer dat hierover, ondanks intensief overleg, toch misverstanden zijn ontstaan.
Ik begrijp dat u zich zorgen maakt over vllegtuigen die in het geval van een nadering van Lelystad AlrpoÊ vanuit de zuidwestzijde in de nabljheid van bewoond gebied van Zeewolde kunnen vliegen. Zoals lk reeds in het bestuurlijk overfeg heb aangegeven en zoals is opgenomen in de concept-aanwijzing, zal er zoveel mogelijk worden gedaan om stedelijk gebied te ontzlen. Onder meer zal worden bekeken in hoeverre RNAV naderingen hiervoor een oplossing kunnen zlJn, waarblj direct moet worden aangetekend dat de stand der techniek hierin nog niet ver is. Dus ondanks het felt dat ook onze inspanningen er op gericht zijn om vliegverkeer In de nabijheid van bewoond gebied zo veel mogelijk te voorkomen, is het niet uit te sluiten dat vliegtuigen bewoond gebied overvliegen wanneer de luchthaven Lelystad genaderd wordt.
Ik hoop u hiermee voldoende op de hoogte te hebben gesteld. Wij zijn bereid om in een 'technische briefing' nadere toelichting te (laten) geven over vliegroutes voor het college van B&W van Zeewolde wanneer daar behoefte aan zou bestaan. Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Namens deze,
DE DIRECTE UJB.4ft HTHAVENS,
t/ l. ruuren
Pagina 2 van Z