Ministerie van Economische Zaken
25 augustus 2009
Betreft Reactie op kamervragen betreffende gasopslag Bergermeer
(2009Z14495)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Jansen
(SP) over de vergunningsprocedure voor de ontwikkeling van het
Bergermeergasveld als gasopslag. De vragen werden mij toegestuurd op 4
augustus 2009 onder nummer 2009Z14495.
1
Bent u voorstander van een second opinion op de verschillende rekenmodellen
die TNO en de stichting Gasalarm2 gebruikt hebben om het risico op
aardschokken te bepalen?
Antwoord
Op dit moment wordt een onderzoek voorbereid waarin het TNO rapport kritisch
bekeken zal worden door een onafhankelijk expert. De zorgen van Gasalarm2
zullen in deze studie ook behandeld worden.
2
Zo ja:
- wie zou er naar uw mening als opdrachtgever moeten optreden van de
second opinion?
- Indien dat de Nederlandse staat is: hoe denkt u het dubbele petten probleem
op te lossen van de Nederlandse staat als eigenaar van EBN, dat voor 40%
participeert in de opslag, en de Nederlandse staat als hoeder van het
algemeen belang?
Antwoord
Met het oog op mijn verantwoordelijkheid voor het opstellen van het
rijksinpassingsplan vind ik het belangrijk om zelf als opdrachtgever op te treden.
Het vermeende dubbele petten probleem van de Nederlandse staat als de enige
aandeelhouder van EBN enerzijds en als hoeder van het algemeen belang
anderzijds doet zich niet voor. In haar betrokkenheid bij de gasopslag
Bergermeer treedt EBN niet op als uitvoerder van een aan haar opgedragen
publieke taak als bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de Mijnbouwwet, maar is
er sprake van een in het derde lid van dat artikel bedoelde "andere" activiteit van
EBN. Ten aanzien van dergelijke nevenactiviteiten geldt dat EBN binnen het
wettelijk kader in eerste instantie zelfstandig en onafhankelijk haar eigen
bedrijfseconomische en commerciële afweging maakt over deelname daaraan en
dat zij daarvoor uiteindelijk mijn instemming zal moeten vragen. In die
hoedanigheid is EBN, op gelijke wijze als iedere andere onderneming, bij haar
handelen in het normale economische verkeer onderworpen aan de door de
Staat in het algemeen belang gestelde regels. Overigens wijs ik erop dat EBN
zich tot nu toe wel voorbereidt op participatie in de gasopslag Bergermeer.
Hierover moet nog definitief besloten worden.
3
Kunt u bevestigen dat indien de gasopslag er komt voor de omwonenden
eenzelfde schaderegeling van toepassing zal zijn als bij de omwonenden van
gasvelden? Komt er een nulmeting om de aanvangssituatie in kaart te brengen?
Antwoord
In de Mijnbouwwet (art. 134 en verder) staat beschreven dat de onderneming
die delfstoffen opslaat, aansprakelijk is voor schade die hierdoor ontstaat. Mocht
er schade ontstaan dan zal de mijnonderneming laten onderzoeken of er verband
bestaat tussen haar werkzaamheden en de schade. Indien de gedupeerde het
niet eens is met de afhandeling van de schadeclaim door de mijnonderneming,
dan kan de onafhankelijke Technische commissie bodembeweging (Tcbb)
ingeschakeld worden. De Tcbb beslist of er opnieuw een technisch onderzoek
wordt ingesteld; zij kan hiervoor een onderzoeksbureau inschakelen. Het advies
van de Tcbb is bindend.
Een nulmeting is hierbij niet noodzakelijk omdat de oorzaak van de schade door
experts kan worden vastgesteld. Huidige ervaringen, onder andere van de Tcbb,
hebben laten zien dat een nulmeting geen toegevoegde waarde heeft.
De procedure zal op korte termijn door de Tcbb uitgelegd worden aan de burgers
op een te organiseren informatie avond.
w.g Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken