Van der Laan: 'Aantal inburgeraars moet omhoog'

Minister Van der Laan wil dat er meer nieuwe Nederlanders naar de inburgeringscursussen gaan. Het aantal cursussen dat dit jaar is gestart valt tegen. Bij ongewijzigd beleid worden de beoogde 50.000 dit jaar en 60.000 in 2010 niet gehaald. Van der Laan neemt maatregelen om deze zorgelijke ontwikkeling zo snel mogelijk te keren. Hij wil dat inburgeringsplichtigen allemaal zo spoedig mogelijk een aanbod van de gemeenten krijgen en dat vrijwillige inburgeraars gerichter en effectiever worden benaderd om de cursussen te gaan volgen.

Als gemeenten daarover afspraken willen maken, is hij bereid daarvoor extra middelen beschikbaar te stellen. Die middelen haalt hij uit de voorschotten die hij terughaalt bij de gemeenten, die de afgesproken prognoses tussen 2007 en 2009 niet halen. Dat schrijft minister Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Tot en met juli zijn 20.000 gestarte inburgeringstrajecten geregistreerd. Als die lijn doorzet, zullen er dit jaar niet meer dan 35.000 inburgeraars aan een traject beginnen. "Dat steekt schril af bij de geambieerde 50.000 voor dit jaar", aldus Van der Laan. Van de 52 grotere gemeenten lopen er echter 13 (Breda, Tilburg, Den Bosch, Enschede, Hengelo, Lelystad, Maastricht, Sittard-Geleen, Zaanstad, Alphen a/d Rijn, Hilversum, Roermond, Spijkenisse) op schema. Dat geeft volgens de minister aan dat de prognoses wel degelijk te halen zijn. Ook blijkt dat 80.000 inburgeringsplichtigen nog geen aanbod hebben gehad.

Van der Laan is van mening dat het Rijk de nodige randvoorwaarden voor de inburgering heeft gerealiseerd. Het Rijk heeft deze kabinetsperiode 460 miljoen euro beschikbaar gesteld bovenop de 260 miljoen die er per jaar al voor uitgetrokken is. Na aanloopproblemen is de wet aangepast om de uitvoering makkelijker te maken, hebben gemeenten en aanbieders tijd gehad om de uitvoering ter hand te nemen, zijn de mogelijkheden voor registratie verbeterd en zijn maatregelen getroffen om maatwerk te leveren (zie bijlage TK-brief). Toch slagen veel gemeenten er nog onvoldoende in de uitvoering te realiseren.

In zijn brief kondigt Van der Laan aan dat hij medio september de 52 grotere gemeenten (verantwoordelijk voor 75 procent van de doelgroep) en een vertegenwoordiging van de andere gemeenten in een overleg gaat aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de inburgering. Hij wil dat gemeenten alle inburgeringsplichtigen die nog geen aanbod hebben gehad, zo snel mogelijk een aanbod krijgen. Daarnaast stelt hij voor de vrijwillige inburgeraars gerichter te benaderen.


· Werkenden via de werkgever: Van der Laan wil afspraken maken met de gemeenten een deel van de middelen beschikbaar te stellen voor persoonlijke inburgeringsbudgetten, waarmee de werkgever met de inburgeraar een cursus op maat kan inkopen. Voor de deeltijd WW moeten inburgering en taal zo nodig onderdeel gaan uitmaken van scholingsafspraken.


· Inactieve kansarmen, die veelal meer problemen tegelijk hebben, de mogelijkheid geven een opstapcursus te volgen als de stap naar een inburgeringstraject te groot is. Van der Laan is bereid hiervoor onder voorwaarden extra middelen beschikbaar te stellen. Voor werkzoekende inburgeraars wil het kabinet de inburgering combineren met reïntegratie zodat ze makkelijker een baan kunnen vinden.

Volgens het kabinet zijn de potentiële inburgeraars in de eerste plaats zelf verantwoordelijk om in te burgeren. "Integratie staat of valt met de participatie van nieuwe Nederlanders in onze samenleving, door werk, op school en in de buurt. Van nieuwe Nederlanders verwachten we daarom dat zij zich inzetten om te participeren in onze samenleving en dat zij de kans die we daarbij bieden aangrijpen", aldus Van der Laan. De media-campagne "Het begint met taal", die inburgeraars aanspreekt op die verantwoordelijkheid, wordt vanaf september weer ingezet.

Noot voor redacties (