1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
-
T -
Ons kenmerk
VenW/DGMo-2009/6178
Uw kenmerk
Datum 25 augustus 2009 2009Z11508/2009D/32998
Onderwerp Reactie op factsheet over rotondes Bijlage(n)
-
Geachte voorzitter,
In haar brief van 29 juni 2009 verzoekt de vaste commissie voor Verkeer en
Waterstaat mij om een reactie op een brief van de SWOV aan deze commissie. De
brief van de SWOV betreft haar factsheet over rotondes. Bijgaand stuur ik u graag
mijn reactie op deze factsheet.
De factsheet (uit augustus 2007) begint met de constatering dat rotondes veiliger
zijn dan kruispunten omdat ze het aantal potentiële conflicten tussen
verkeersdeelnemers terugbrengen en de verkeerssnelheid verlagen. Vervanging
van een viertakskruispunt door een rotonde zou het aantal ernstige slachtoffers
op het betreffende kruispunt met ongeveer 70% doen afnemen. Er moet rekening
gehouden worden met de mobiliteitseffecten en het extra ruimtebeslag. De
milieueffecten worden kort besproken.
Er is discussie, aldus de factsheet, over de vraag of het veiliger is voor
(brom)fietsen als ze voorrang hebben op een rotonde of juist niet. Het CROW
beveelt aan om fietsers binnen de bebouwde kom 'in de voorrang' en buiten de
bebouwde kom 'uit de voorrang' te houden. In de factsheet wordt gesteld dat in
de praktijk buiten de bebouwde kom de fietsers bijna altijd `uit de voorrang' zijn.
Binnen de bebouwde kom is de voorrangsregeling voor fietsers op zo'n 60% van
de rotondes conform de CROW-aanbeveling. De SWOV ging in 1998 akkoord met
de aanbeveling 'fietsers in de voorrang' mits de CROW aanbevelingen voor de
vormgeving van rotondes opgevolgd zouden worden. De SWOV verwachtte dat
rotondes met een dergelijke vormgeving daadwerkelijk veiliger zouden zijn. Op
basis van onderzoek uit 2004 constateert de SWOV echter dat het uitgangspunt
rotondes met fietsers `in' de voorrang leidt tot tussen de 52 en 73 extra
ziekenhuisgewonden per jaar.
Ik heb kennis genomen van deze factsheet en ik wil graag reageren op de
onderstaande constateringen van de SWOV:
· Er bestaat geen consensus over de voorrangsregeling voor fietsers.
· Rotondes met fietsers `in' de voorrang leidt tot extra ziekenhuisgewonden.
a
agina 1 van 2
P
In haar factsheet (gebaseerd op data uit de periode 1994-2000, gepubliceerd in
Datum
2004) komt de SWOV tot de nieuwe analyse dat fietsers `in' de voorrang tot
tussen de 52 en 73 extra ziekenhuisgewonden onder fietsers en bromfietsers zou Ons kenmerk
leiden. Deze schatting lijkt wat achterhaald. Volgens een recente, grove, schatting VenW/DGMo-2009/6178
van Rijkswaterstaat vallen er laatste jaren gemiddeld 50 tot 70 geregistreerde
ziekenhuisgewonden onder fietsers en snorfietsers en 7 tot 10
ziekenhuisgewonden onder bromfietsers op rotondes binnen de bebouwde kom
met vrijliggende fietspaden. Verandering van de voorrang op rotondes met
fietspaden is nauwelijks van invloed op bromfietsongevallen door de invoering van
de maatregel bromfiets-op-de-rijbaan.
Ook inhoudelijk wil ik graag de constatering van de SWOV nuanceren. De SWOV
maakt namelijk geen onderscheid tussen de situatie (in de bebouwde kom) mét
vrijliggende fietspaden (waar de SWOV voorstelt fietsers `uit' de voorrang te halen
en de CROW voorstelt fietsers `in' de voorrang te houden) en de situatie zónder
vrijliggende fietspaden (nog altijd zo'n 45-60% van de rotondes) waarop alle
weggebruikers (dus ook fietsers) wettelijk gezien altijd voorrang hebben. Het
volgen van de SWOV aanbeveling zal wel eens tot meer onduidelijkheid op
rotondes binnen de bebouwde kom kunnen leiden.
Tenslotte: De aanbevelingen van de CROW zijn niet verplicht. Iedere rotonde is
weer maatwerk, met een eigen verkeersaanbod, zodat in lokale situaties het
opvolgen van de aanbeveling tot een niet-optimale inrichting zou kunnen leiden.
Bij de vormgeving van, en keuze voor, voorrangsregelingen op rotondes moet
door de wegbeheerder een integrale afweging worden gemaakt. Naast
verkeersveiligheid zijn bijvoorbeeld ook comfort en doorstroming van fietsverkeer
en bevordering van fietsgebruik van belang. De SWOV geeft in haar factsheet zelf
aan dat de keuze voor `in' of `uit' de voorrang ook met mobiliteitsargumenten
voor de fiets te maken heeft.
Ik ben derhalve van mening dat er op dit moment geen aanleiding is om de
huidige situatie te veranderen. De huidige situatie biedt de wegbeheerders waar
nodig de mogelijkheid lokaal toegespitste maatregelen te kunnen nemen. Er is
vanuit verkeersveiligheid bezien geen sprake van een probleem dat om een
andere aanpak vraagt.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat