RMO: meer toezicht op dienstverlening niet voldoende
24/08/2009 12:19
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)
De berichtgeving over zelfverrijkende bestuurders bij woningcorporaties en falend toezicht in de zorg hebben de discussie over de inrichting van de maatschappelijke dienstverlenende sectoren weer doen oplaaien. De geschiedenis leert dat een stevige verankering in de samenleving een essentiële voorwaarde is voor een goede maatschappelijke dienstverlening. Daarom moeten overheid en maatschappelijke organisaties niet alleen investeren in betere procedures voor toezicht en verantwoording, maar vooral ook in de relatie tussen organisaties enerzijds en burgers en cliënten anderzijds.
Dat stelt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) in zijn verkenning:
Stem geven aan verankering
Over de legitimering van maatschappelijke dienstverlening
Maatschappelijke organisaties zijn door de jaren heen niet alleen meer op afstand van de overheid komen te staan maar ook van de samenleving. Hierdoor is hun legitimiteit onder druk gekomen. Bijna dagelijks bereiken ons berichten die de urgentie van het probleem illustreren: klachten over 'stopwatch' zorg, zorgen om een doorgeschoten schaalvergroting in het onderwijs, discussies over de wenselijkheid van een pluriform omroepbestel, en waarschuwingen voor de gevolgen van de afnemende effectiviteit van medezeggenschap in bijna alle sectoren. Veel maatschappelijke organisaties streven daarom doelbewust naar een betere verankering van hun dienstverlening om zo hun legitimiteit te vergroten.
Voor de verkenning heeft de RMO verschillende mechanismen onderzocht die maatschappelijke organisaties hiervoor kunnen inzetten: 1. toezicht en verantwoording; 2 keuzevrijheid; en 3. betekenisvolle feedback van cliënten. De verkenning laat zien dat het borgen van legitimiteit om een gecombineerde aanpak vraagt, waarbij maatschappelijke betrokkenheid centraal staat. In de laatste decennia heeft de nadruk vooral gelegen op de professionalisering van intern toezicht, verdere horizontalisering van verantwoording en het verbeteren van de keuzemogelijkheden voor cliënten. Ontwikkelingen op het gebied van dialoog en discussie tussen organisaties en burgers, de zogeheten voice, zijn hierbij onderbelicht gebleven. De Raad meent dat maatschappelijke organisaties ter versterking van hun legitimiteit juist op dit gebied nog veel winst kunnen behalen.
De RMO wil de komende tijd voortbouwen op de verkenning en in samenwerking met relevante partijen uit de sectoren de mogelijkheden voor een betere maatschappelijke verankering verkennen. Hij is daarom voornemens om dit najaar een serie intersectorale strategische discussiebijeenkomsten te organiseren over de samenhang tussen de mechanismen.
http://www.adviesorgaan-rmo.nl