Ingezonden persbericht
Universiteit Maastricht
Persbericht
31 juli 2009
Pleidooi voor nieuwe naam Salience Syndrome in Lancet
Maastrichtse onderzoekers rekenen af met mythes rond diagnose schizofrenie
In de Lancet van 22 augustus rekent Jim van Os, hoogleraar Psychiatrie aan het Maastrichts Universitair Medisch Centrum, samen met zijn Engelse collega Shitij Kapur, Hoogleraar Psychiatrie aan het Institute of Psychiatry te Londen, af met enkele hardnekkige mythes rond de diagnose schizofrenie.
Wellicht de belangrijkste mythe betreft het begrip schizofrenie zelf. Dit antieke woord verwijst naar een 'gespleten geest' hetgeen echter niets met schizofrenie te maken heeft en bijdraagt aan veel verwarring bij het publiek. Ook wordt vaak gesuggereerd dat schizofrenie een welomschreven ziekte zou zijn, terwijl het in werkelijkheid gaat om een losse verzameling van symptoomclusters die bij verschillende mensen in heel verschillende mate en ernst voorkomen met een heel verschillende respons op behandeling en een heel verschillend beloop. Met andere woorden: het gaat om een syndroom zonder duidelijke grenzen waarvan niemand weet of er 1 of misschien wel 25 verschillende ziektes aan ten grondslag liggen. De onderzoekers pleiten er voor om, net zoals in Japan werd gedaan, het begrip schizofrenie af te schaffen en te vervangen door een nieuw syndromaal concept. Ze verwijzen naar literatuur die pleit voor de nieuwe naam van Salience Syndrome.
In de leerboeken wordt verkondigd dat schizofrenie wereldwijd overal in dezelfde mate voorkomt, en dat de prognose altijd zeer slecht is. De onderzoekers echter laten zien dat in werkelijkheid er sprake is van grootscheepse geografische variatie in het voorkomen van schizofrenie (tot een factor 5 verschil tussen gebieden in hetzelfde land) en dat het beloop buitengewoon variabel is - ongeveer een derde van de patiënten heeft continue ernstige klachten maar eveneens ongeveer een derde heeft een gunstig beloop. De geografische variatie heeft te maken met de invloed van een reeks van omgevingsfactoren; schizofrenie is dus net zozeer een 'sociale' ziekte als bijvoorbeeld depressie. Hoewel genetische factoren een rol spelen is het mogelijk dat dit vooral van belang is voor individuele gevoeligheid voor bepaalde omgevingsrisicofactoren, zoals cannabis en sociale stress.
Een andere mythe is dat de wanen en hallucinaties die bij schizofrenie worden gezien nooit voorkomen bij gezonde mensen in de algemene populatie. De onderzoekers wijzen echter op eerder onderzoek in de algemene populatie waaruit blijkt dat vele psychisch gezonde mensen wel eens stemmen horen of paranoia vertonen. Neiging tot gekte is dus menselijk, en dit bekend maken kan bijdragen aan vermindering van het stigma en de sociale uitsluiting waar mensen met de diagnose schizofrenie mee te maken krijgen.