Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam

wetenschapsagenda
september 2009


1/9
Promotie
Thijs van Montfort: 'Interaction of HIV-1 with dendritic cells; implications for pathogenesis'. Promotor is prof.dr. B. Berkhout, hoogleraar Humane Retrovirologie. Co-promotor is dr. W.A. Paxton. Dendritische cellen kunnen het HIV-virus opnemen en vervolgens doorgeven aan T-cellen, die daardoor besmet raken. Het is echter mogelijk om het virus te neutraliseren met een antilichaam. Zo'n geneutraliseerd virus kan een T-cel normaal gesproken niet binnendringen. Uit het onderzoek van Van Montfort blijkt echter dat dendritische cellen het antilichaam weer van het virus afhalen, en HIV vervolgens dus ongeneutraliseerd doorgeven aan de T-cel. Bij een aantal antilichamen gebeurde dat echter niet, en het lijkt erop dat de sterkte van de binding van het antilichaam daarvoor bepalend is. Nader onderzoek moet uitwijzen of dendritische cellen zodanig bewerkt kunnen worden dat dit mechanisme buiten werking wordt gesteld, zodat blijvende virusneutralisatie ontstaat. Tijd: 10.00 uur


1/9
Promotie
Wilco Zijlmans: 'Infectious disease-related differences in the adaptation of glucose metabolism to fasting in children and the effect of age'. Promotores zijn prof.dr. H.P. Sauerwein, emeritus hoogleraar Energiestofwisseling en prof.dr. P.A. Kager, emeritus hoogleraar Tropische Geneeskunde. Co-promotores zijn dr. A.A.M.W. van Kempen en dr. M.J.M. Serlie. Bij kinderen met malaria of longontsteking daalt de hoeveelheid glucose in het bloed na acht uur vasten sneller wanneer ze 1 tot 3 jaar oud zijn dan wanneer ze tussen de 3 en 5 jaar oud zijn. Dat concludeert Zijlmans in zijn onderzoek bij zieke kinderen in Suriname. Bij langer vasten (tot zestien uur) is die daling gelijk: het glucosemetabolisme van kinderen jonger dan 3 jaar past zich dus adequaat maar minder snel aan. De daling kan leiden tot een tekort aan glucose (hypoglycemie), een veel voorkomende en ernstige complicatie bij kinderen met een infectieziekte. Patiëntjes met deze complicatie hebben een vijf maal hogere kans om te overlijden. Zijlmans laat ook zien dat de glucoseconcentratie bij kinderen met ernstige malaria langzamer daalt dan bij kinderen met niet-ernstige malaria, dit in tegenstelling tot wat tot nu toe altijd werd gedacht. Volgens de promovendus is het belangrijk dat moeders/verzorgers hun jonge kinderen blijven voeden als deze ziek zijn. Wanneer dit niet lukt, moeten ze medische hulp zoeken. Tijd: 14.00 uur


2/9
Promotie
Anja van Lent: 'Lymphoid development; a dynamic interplay of timing and dosing'. Promotor is prof.dr. H. Spits, hoogleraar Celbiologie. Co-promotor is dr. N. Legrand. De T-cel, een bepaald type witte bloedcel, kan virus-geïnfecteerde cellen of kankercellen herkennen en vernietigen. Er bestaan in ons lichaam naar schatting 25 tot 100 miljoen verschillende T-cellen, die allemaal iets anders herkennen. Daartoe beschikken zij over een uniek herkenningsmechanisme, de T-cel receptor. Patiënten met onvoldoende eigen afweer kunnen geholpen worden door toediening van specifieke T-cellen. Van Lent laat zien dat de cellen via genetische modificatie herkend kunnen worden door de gedwongen expressie van een T-cel receptor in bloedstamcellen. Mogelijk is daarmee in de toekomst een rol weggelegd voor het gebruik van eigen stamcellen van patiënten in hun gevecht tegen kanker. Daarnaast onderzocht Van Lent hoe en wanneer een bloedstamcel zich differentieert tot verschillende bloedlichaampjes. Ze nam verschillende factoren onder de loep en maakte daarbij gebruik van de HIS-muis, een muis die door transplantatie van humane bloedstamcellen een afweersysteem heeft gekregen dat sterk lijkt op dat van de mens. Tijd: 12.00 uur


2/9
Lezing
Professor Azra Ghani, hoogleraar Infectious Disease Epidemiology aan de medische faculteit van het Londense Imperial College geeft de lezing: 'The 2009 H1N1 pandemic: epidemiology and transmission dynamics'. Ghani's onderzoek richt zich op het gebruik van wiskundige en statistische modellen om de verspreiding te voorspellen van infectieziekten als BSE, SARS, influenza en seksueel overdraagbare aandoeningen waaronder HIV. Gahni is een belangrijke adviseur van de WHO en de Britse regering op het gebied van het influenza A H1N1-virus. Zij komt naar Nederland op uitnodiging van de Stichting HIV Monitoring. Plaats: Hogeschool van Amsterdam of AMC (afhankelijk van het aantal aanmeldingen) Tijd: 14.00 uur


3/9
Promotie
Daniela Bezemer: 'Impact of antiretroviral therapy on HIV-1 transmission dynamics'. Promotores zijn prof.dr. R.A. Coutinho, hoogleraar Epidemiologie en preventie van infectieziekten, en prof.dr. M. Sabelis, hoogleraar Populatiebiologie (UvA). Co-promotores zijn dr. M. Prins (GGD Amsterdam) en dr. F. de Wolf (Stichting HIV-monitoring). Antiretrovirale combinatietherapie tegen HIV-1 (cART) reduceert de viral load van patiënten en daarmee ook hun besmettelijkheid. Toch steeg het aantal HIV-1-diagnoses bij homo- en biseksuele mannen het laatste decennium. Bezemer onderzocht de impact van cART op de transmissie van HIV-1 in deze groep. De stijging komt vooral door een toename van onveilig vrijen onder de ongediagnosticeerde populatie. Vroegere diagnose zou mogelijk zijn, concludeert ze, door partners te waarschuwen en door beter, vaker en makkelijker te testen. Tijd: 10.00 uur

3-5/9
Congres
De European Pressure Ulcer Advisory Panel (EPUAP) organiseert samen met de Decubitus Stichting het 12e jaarlijkse Europese Decubitus-congres. Thema van de bijeenkomst luidt: 'Decubitus - niet alleen een ziekte van ouderen. Zijn uw patiënten in gevaar?'. Plaats: AMC, collegezaal 4 en 5


4/9
Promotie
Germaine Relyveld: 'Progressive Macular Hypomelanosis (PMH): treatable but often misdiagnosed'. Promotor is prof.dr. J.D. Bos, hoogleraar Dermatologie. Co-promotores zijn dr. W. Westerhof en dr. H.E. Menke (St. Franciscus Ziekenhuis, Rotterdam). Relyveld onderzocht een pigmentstoornis die vooral bij adolescenten en jong-volwassenen voorkomt. Er werd altijd vanuit gegaan dat het om restverschijnselen van een schimmelinfectie of eczeem zou gaan. Uit het onderzoek blijkt echter dat het om een nieuwe ziekte gaat, veroorzaakt door een bacterie en die goed te behandelen is met anti-bacteriële therapie. Maar waarom treft de aandoening vooral jongeren? Dat is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat de bacterie in kwestie verwant is aan de bacterie die acne kan veroorzaken. Dit heeft te maken met de talgrijke huidstructuur waarin de bacterie gedijt. Tijd: 12.00 uur

4/9
Promotie
Thelma Schilt: 'Thinking of Ecstasy. Neuropsychological aspects of Ecstacy use'. Promotores zijn prof.dr. B. Schmand, hoogleraar Klinische Neuropsychologie, en prof.dr. W. van den Brink, hoogleraar Klinische Epidemiologie op het gebied van de verslavingszorg. Co-promotores zijn dr. M.W.J. Koeter en dr. M.M.L. de Win. De promotie van Schilt maakt deel uit van het onderzoeksproject NeXT (Netherlands XTC Toxicity), dat zich richt op de schadelijke effecten van ecstasy op de hersenen. Schilt richtte zich specifiek op het neuropsychologische functioneren. Zij vond langdurige, maar geen dramatische effecten van ecstasy op met name het verbale geheugen, ook bij lage doseringen tijdens het eerste gebruik. Ook vond zij aanwijzingen voor het bestaan van een genetische kwetsbaarheid voor de negatieve cognitieve effecten van ecstasy. Tijd: 14.00 uur

10/9
Promotie
Hilde Krol: 'Dynamics of ataxin1 in spinocerebellarataxia type 1'. Promotor is prof.dr. C.J.F. van Noorden, hoogleraar Celbiologie en Histologie. Co-promotores zijn dr. E.A. Reits en dr. E.M. Hol. Krol deed onderzoek naar spinocerebellaire ataxie type 1 ofwel SCA1, een neurodegeneratieve ziekte waarbij een deel van het cerebellum (de kleine hersenen) wordt aangetast. Specifiek voor SCA1 - dat deel uitmaakt van een familie van bijna dertig vergelijkbare aandoeningen - is het verlies van Purkinje-cellen, een bepaald type zenuwcellen in de buitenste laag van het cerebellum. Dit verlies wordt veroorzaakt door een mutatie in het gen dat codeert voor het eiwit ataxine-1. Voor een beter begrip van de biologische achtergronden van SCA1 is meer kennis noodzakelijk over de biologische rol van ataxine-1. De promovenda gebruikte zowel biochemische methoden als visualisatietechnieken om dit eiwit te analyseren. Zij ontdekte dat ataxine-1 zich anders gedraagt dan vergelijkbare 'polyglutamine'-eiwitten en dat aggeregatie (samenklontering) niet de hoofdoorzaak lijkt van SCA1. Volgens Krol is het gemuteerde eiwit betrokken bij meerdere biologische pathways. Tijd: 12.00 uur

10/9
Promotie
Jolien Bueno de Mesquita: 'Who needs adjuvant systemic treatment? Predicting prognosis in node-negative breast cancer; from bench to bedside'. Promotores zijn prof.dr. M.J. van de Vijver, hoogleraar Pathologie, en prof.dr. S. Rodenhuis, hoogleraar Klinische Oncologie. Co-promotor is dr. S.C. Linn (NKI/AvL). Er bestaan verschillende prognostische tests om te bepalen of borstkankerpatiënten zonder uitzaaiingen naar de lymfeklieren adjuvante therapie (zoals chemo- of hormoontherapie) nodig hebben. Eén daarvan is het 70-genen prognoseprofiel, gebaseerd op het expressieprofiel van 70 bij borstkanker betrokken genen. De test lijkt beter te voorspellen welke patiënten een groot risico lopen op uitzaaiingen dan andere veelgebruikte tests en kan goed worden toegepast in algemene ziekenhuizen. Momenteel wordt de prognostische waarde ervan geëvalueerd in een grote prospectieve studie. Tijd: 14.00 uur

11/9
Promotie
Mathilda Mommersteeg: 'The development of the venous pole of the heart'. Promotor is prof.dr. A.F.M. Moorman, hoogleraar Embryologie en moleculaire biologie van hart- en vaatziekten. Co-promotor is dr. V.C. Christoffels. Het proefschrift richt zich op de ontwikkeling van het hartspierweefsel (myocard) aan de veneuze instroomzijde van het hart. Mommersteeg onderzocht welke mechanismen betrokken zijn bij de normale ontwikkeling van de veneuze pool van het hart en ging na hoe fouten in de ontwikkeling van dit gebied aangeboren hartafwijkingen en hartritmestoornissen kunnen veroorzaken. Tijd: 14.00 uur

15/9
Promotie
Frederiek van Doormaal: 'Venous thromboembolism, coagulation and cancer'. Promotores zijn prof.dr. H.R. Büller, hoogleraar Vasculaire Geneeskunde en prof.dr. D.J. Richel, hoogleraar Medische Oncologie. Co-promotor is dr. H.M. Otten (Slotervaartziekenhuis, Amsterdam). Patiënten met kanker hebben een verhoogde neiging tot bloedstolling, terwijl mensen met trombose vaker kanker krijgen. Blijkbaar bestaat er een relatie tussen kanker en het stollingssysteem. Van Doormaal onderzocht dit verband. Drie aspecten stonden centraal: de effecten van bloedverdunners op kankerpatiënten, het nut van zoeken naar kanker bij patiënten met een spontane veneuze trombose (VTE) en de aanwezigheid en betekenis van micropartikels in kankerpatiënten. Laag-moleculairgewichts heparine (een bloedverdunner) is niet alleen een effectieve behandeling van VTE in kankerpatiënten, maar lijkt ook een gunstig effect op hun overleving te hebben. Uitgebreid zoeken naar kanker bij mensen met VTE is weinig zinvol. Micropartikel-geassocieerde stollingsactiviteit kan wellicht gebruikt worden om kankerpatiënten met een hoog risico op VTE te identificeren. Tijd: 16.00 uur

15/9
Ruysch Lezing en masterclass
Spreker is professor Sir John Walker, directeur van de MRC Mitochondrial Biology Unit (Cambridge, Engeland) en winnaar van de Nobelprijs voor Scheikunde (1997). Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het ophelderen van fundamentele processen in mitochondriën. Mitochondriën spelen een rol in de energiehuishouding en zijn van cruciaal belang voor het functioneren van cellen. Voorafgaand aan de lezing zal prof. Walker een masterclass verzorgen. Plaats: AMC, Collegezaal 1
Tijd: 17.00 uur

16/9
Promotie
Sarit Lesnik Oberstein: 'Epiretinal membranes and neural plasticity of the retina'. Promotores zijn prof.dr. M.D. de Smet, hoogleraar Oogheelkunde, en prof.dr. S.K. Fisher (University of California Santa Barbara). Co-promotores zijn dr. G.P. Lewis (University of California Santa Barbara) en prof.dr. M.P. Mourits. Sarit onderzocht vliesjes die kunnen ontstaan op het netvlies (epiretinale membranen), soms spontaan maar meestal na een oogziekte of bij bijvoorbeeld diabetes. Soms leveren deze een visusbeperking op. Ze ontstaan door prikkeling van steuncellen in het netvlies. Daardoor groeien zenuwen uit en vormen ze een vliesje. Uit het onderzoek blijkt dat zenuwen van het centrale zenuwstelsel kunnen blijven uitgroeien. Dit mechanisme zou op termijn misschien gebruikt kunnen worden om zenuwgroei te stimuleren na bijvoorbeeld ernstig rugletsel. Tijd: 12.00 uur

17/9
Promotie
Lars Klieverik: 'Thyroid hormone, metabolism and the brain'. Promotores zijn prof.dr. E. Fliers, hoogleraar Endocrinologie in het bijzonder neuro-endocrinologie en prof.dr. H.P. Sauerwein, emeritus-hoogleraar Energiestofwisseling. Co-promotores zijn dr. A. Kalsbeek en dr.ir. M.T. Ackermans. Klieverik deed onderzoek naar hyperthyreoïdie, beter bekend als een overactieve schildklier. Via studies bij ratten ontdekte hij dat het schildklierhormoon T3 de stofwisseling niet alleen reguleert via het bloed, maar ook indirect via het zenuwstelsel. Het hormoon grijpt in de hersenen in op de paraventriculaire nucleus, een onderdeel van de hypothalamus dat op zijn beurt het sympatische zenuwstelsel aanstuurt. Het gevolg is een snelle toename van de glucoseproductie. Deze toename is onafhankelijk van de al bekende regelsystemen die in het lichaam verantwoordelijk zijn voor de glucosestofwisseling. Iets dergelijks was al bekend van het hormoon insuline, maar Klieverik was de eerste die aantoonde dat ook schildklierhormoon gebruik maakt van zo'n neurale route. Tijd: 10.00

17/9
Promotie
Stefan Vaessen: 'Apolipoproteins A-1 and A-V as gene therapeutic targets to intervene in lipid metabolism'. Promotor is prof.dr. J.J.P. Kastelein, hoogleraar Inwendige Geneeskunde in het bijzonder de genetische aspecten van vasculaire aandoeningen'. Co-promotores zijn dr. J.A. Kuivenhoven en dr. F.G. Schaap. Het proefschrift van Vaessen legt een fundament voor het gebruik van gentherapie bij patiënten met een verstoorde vetzuurstofwisseling. De promovendus deed onderzoek naar apolipoproteïnen, eiwitten die de bouwstenen vormen van lipoproteïnen - de bolvormige deeltjes die zorgen voor het transport van vetten in ons bloed. Apolipoproteïnen zijn onmisbaar voor de stofwisseling. Een gebrek aan deze eiwitten kan dan ook leiden tot ernstige complicaties zoals hart- en vaatziekten, ontstekingsreacties in de alvleesklier of ontwikkelingsstoornissen. Vaessen onderzocht of zo'n deficiëntie kan worden aangevuld door apolipoproteïnen aan te laten maken via gentherapie. Via studies bij muizen ontdekte hij dat het apolipoproteïne A-I op deze manier langdurig tot expressie komt in levercellen. Hierbij gebruikte de onderzoeker een veilige virale vector, het adeno-geassocieerd virus ofwel AAV, om genetisch materiaal in de levercellen te brengen. Een volgende stap op weg naar gentherapie wordt het testen van deze aanpak in geschikte diermodellen, waarbij de onderzoekers willen achterhalen of de verhoogde expressie van apo-eiwitten inderdaad leidt tot verminderde atherosclerose (aderverkalking). Tijd: 12.00 uur

18/9
Promotie
Jan Molenaar: 'The cell cycle in neuroblastoma. From genomic aberrations to targeted intervention'. Promotores zijn prof.dr. H.M. Caron, hoogleraar Kinderoncologie, en prof.dr. R. Versteeg, hoogleraar Antropogenetica. In Nederland krijgen jaarlijks circa dertig jonge patiëntjes neuroblastoom, een zeldzame maar agressieve vorm van kanker in het sympatische ('onwillekeurige') zenuwstelsel. Hun prognose is vaak slecht doordat voor verschillende vormen van neuroblastoom nog geen goede behandeling bestaat. Molenaar werkte aan een potentiële nieuwe behandeling van kinderen met neuroblastoom. Hij richtte zich daarbij op twee genen: het regelgen CDK2 en het oncogen N-Myc. Dit laatste gen verstoort de celdeling in tumorcellen, maar blijkt dit alleen te doen wanneer ook het CDK2-gen staat aangeschakeld. Door dit regelgen te remmen met medicijnen, wist Molenaar de kankercellen te doden. Althans, in een reageerbuis. Tijd: 14.00 uur

18/9
Afscheidssymposium
Naar aanleiding van het afscheid van dhr. P. van Groeningen, milieucoördinator van de Arbodienst, organiseert de Arbodienst een symposium met als thema 'Positionering van het AMC in 2025 voor milieu- en ruimtelijke ontwikkelingsvraagstukken'. Plaats: AMC, collegezaal 1
Tijd: 14.00 - 17.30 uur

21/9
Promotie
Mariëlle Balk: 'Regulation of cardiovascular GPCR signaling'. Promotor is prof.dr. M.C. Michel, hoogleraar Farmacologie. Co-promotores zijn dr. A.E. Alewijnse en dr. S.L.M. Peters. G-eiwit-gekoppelde receptoren (GPCRs) zijn essentieel in veel fysiologische processen. Je zou ze kunnen beschouwen als voelsprieten van een cel die signalen in hun omgeving omzetten in intracellulaire signalen om bepaalde processen te starten of te stoppen. De cel beschikt over verschillende manieren om hun functie nauwgezet te controleren zodat het GPCR-signaal weer op tijd stopt. Balk bestudeerde een aantal receptoren die belangrijk zijn in het cardiovasculaire systeem, en een familie van eiwitten die een grote rol speelt in de regulatie van GPCR-signalering. GPCR-signalering start meestal met de binding van een ligand aan een receptor. Veranderingen in de beschikbaarheid van het ligand, van de receptor of van onderdelen van intracellulaire signalering vormen voor de cel een belangrijk mechanisme bij het controleren van de GPCR-functie. Balk laat zien dat GPCR-signalering gereguleerd wordt door verschillende mechanismen. Ook onder gecontroleerde, experimentele omstandigheden blijkt een aantal regulatiemechanismen plaats te vinden, wat het resultaat van receptorstimulatie sterk kan beïnvloeden. Tijd: 14.00 uur

24/9
Promotie
Tamira Klooker: 'Visceral hypersensitivity in the irritable bowel syndrome. Exploring the stress-mast cell- inflammation hypothesis'. Promotor is prof.dr. G.E.E. Boeckxstaens, hoogleraar Neurogastroenterologie. Co-promotor is dr. R.M.J.G.J van den Wijngaard. Het prikkelbare darmsyndroom is een aandoening die gepaard gaat met chronische buikklachten en die bij tien tot twintig procent van de westerse bevolking voorkomt. De exacte oorzaken van het syndroom zijn grotendeels onbekend. Mede daardoor bestaat er nog geen goede behandeling. Wél bekend is dat de darmwand bij deze patiënten veel gevoeliger is voor normale prikkels, waardoor patiënten een normale uitzetting van de darm als pijnlijk ervaren. Klooker probeerde de moleculaire mechanismen van deze overgevoeligheid te achterhalen. Zij bekeek met name de rol van een bepaald type ontstekingscellen (mestcellen) bij de uit de hand gelopen stress- en pijnreacties in de darm. Volgens Klooker vormen deze mestcellen mogelijk de missing link in de verstoorde communicatie tussen de hersenen en darmen van patiënten met het prikkelbare darmsyndroom. Tijd: 14.00 uur

24/9
Symposium
De AIOS-symposiumcommissie van het AMC organiseert een symposium getiteld 'Crosstalk between inflammation and coagulation in the pathogenesis of cardiovascular disease'. Tijdens de bijeenkomst wordt in verschillende lezingen ingegaan op de interactie tussen de stollings- en ontstekingsprocessen die zich voordoen bij cardiovasculaire aandoeningen en bepaalde auto-immuunziekten. Plaats: AMC, collegezaal 4
Tijd: 17.30 uur

25/9
Promotie
Mathilde Ubbink: 'Long-term excess mortality and morbidity following treatment of childhood cancer'. Promotores zijn prof.dr. H.N. Caron, hoogleraar Kinderoncologie, en prof.dr.ir. F.E. van Leeuwen, hoogleraar Epidemiologie van kanker (VUmc). Co-promotores zijn prof.dr. P.J.M. Bakker en dr. L.C.M. Kremer. Steeds meer kinderen met kanker overleven, maar op latere leeftijd kunnen bij hen gezondheidsproblemen optreden. Ubbink bracht deze late effecten in kaart en onderzocht mogelijke risicofactoren. Een groot deel van de overlevenden ontwikkelde al op jonge leeftijd één of meer ernstige aandoeningen zoals een nieuwe tumor, verminderde vruchtbaarheid, psychosociale en cognitieve aandoeningen en neurologische en/of hormonale stoornissen. Zij lopen ook 25 jaar na diagnose van de primaire tumor nog steeds een sterk verhoogd risico om te overlijden. Tijd: 10.00 uur

27-30/9
Symposium
De International Society of Oncology and Biomarkers (ISOBM) organiseert het congres 'Biomarkers and new treatment strategies in oncology'. Een groot aantal sprekers uit binnen- en buitenland gaat in op het gebruik van biomarkers bij de behandeling van patiënten met kanker. Plaats: De Meervaart, Amsterdam
Tijd: 9.00 - 17.00 uur

29/9
Promotie
Robert Kikkert: 'Toll-like receptors. Tools, assays and implications for in vitro pyrogen tests'. Promotor is prof.dr. L.A. Aarden, hoogleraar Moleculaire Immunologie. Toll-like receptoren (TLRs) zijn eiwitten op het celoppervlak die betrokken zijn bij de herkenning van potentiële ziekteverwekkers en het op gang brengen van de immuunrespons, onder andere door de productie van cytokines. Kikkert richtte zich aanvankelijk op het recombinant tot expressie brengen van TLRs en het maken van monoklonale antistoffen daartegen. Uiteindelijk onderzocht en beschrijft hij hoe de productie van cytokines in diverse cellulaire systemen na stimulatie met TLR-liganden (TLR-specifieke liganden, orale bacteriën, en bepaalde verontreinigingen) gereguleerd wordt. Tijd: 14.00 uur

30/9
Afscheidssymposium
Het Tropencentrum van het AMC organiseert een symposium ter gelegenheid van het afscheid van dr. J. Wetsteijn, die jarenlang als internist en onderzoeker verbonden was aan het Tropencentrum. Plaats: AMC, Collegezaal 5
Tijd: 13.30-17.00 uur

Alle promoties van de faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam vinden plaats in de Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, en bij grote belangstelling in de aula van de universiteit, Lutherse Kerk, Singel 411 te Amsterdam. Oraties vinden plaats in de aula.