4. Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Gerkens over de
regionale elektronische patiëntendossiers
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Gerkens over de regionale
elektronische patiëntendossiers
Kamerstuk, 20 augustus 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-K-U-2934814
20 augustus 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden
op de vragen van het Kamerlid Gerkens (SP) over de regionale
elektronische patiëntendossiers (ingezonden 28 mei 2009).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Gerkens over de regionale
elektronische patiëntendossiers (ingezonden 28 mei 2009).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de bevindingen van het College bescherming
persoons-gegevens (Cbp) inzake twee regionale elektronische
patiëntendossiers?
Vraag 2
Bent u bereid te onderzoeken hoe het met de overige regionale
netwerken gesteld is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 2
Het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) heeft inzake deze twee
regionale elektronische patiëntendossiers een overtreding van de Wet
bescherming persoonsgegevens geconstateerd. Wij hebben geen reden om
aan deze bevindingen te twijfelen. De bevindingen van het Cbp
bevestigen onze vermoedens dat de privacybescherming en
informatiebeveiliging in sommige regionale systemen niet voldoende
zijn geborgd. Wij delen de aanbeveling van het Cbp dat de regionale
netwerken aan dezelfde eisen dienen te voldoen als het landelijke
elektronische patiëntendossier (EPD). In antwoord op vraag 4 lichten
wij de daartoe te nemen alsmede reeds genomen maatregelen toe. Ik acht
het niet nodig om onderzoek te doen naar de regionale netwerken. Ik
ben immers verantwoordelijk voor het landelijk (EPD).
Vraag 3
Bent u bereid te onderzoeken of hier mogelijk sprake is van strafbare
feiten? Zo ja, wilt u de Kamer van de uitkomsten van dit onderzoek op
de hoogte stellen?
Antwoord 3
Het College bescherming persoonsgegevens heeft twee overtredingen
geconstateerd: de informatieverstrekking aan de patiënt schiet tekort
en de toegang tot de dossiers is onvoldoende beveiligd. Geen van deze
overtredingen wordt volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
met een strafrechtelijke sanctie bedreigd. Het Cbp kan evenwel
besluiten om bestuursdwang toe te passen of een last onder dwangsom op
te leggen. Het Cbp zal verzoeken hiertoe toetsen aan het
afwegingskader dat het in zijn beleidsregels heeft vastgelegd. Het Cbp
heeft aangegeven het gebruik van zijn bestuursrechtelijke bevoegdheden
in de onderhavige gevallen in beraad te hebben.
Belanghebbenden genieten rechtsbescherming op grond van de Wbp en
kunnen in geval van schade schadevergoeding vorderen. Ook kunnen zij
de rechter verzoeken om de overtreding middels een bevel tot
rechtsherstel te doen beëindigen.
Vraag 4
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat ook regionale elektronische
uitwisseling van patiëntengegevens zo snel als mogelijk voldoen aan de
eisen zoals gesteld in de Wet bescherming persoonsgegevens?
Antwoord 4
De regionale netwerken dienen aan dezelfde eisen te voldoen als het
landelijke systeem (LSP). Deze vereisten zijn vastgelegd in de Wbp, de
Wet op de genees-kundige behandelingsovereenkomst en de Kaderwet EPD.
De Kaderwet EPD biedt tevens het normenkader voor digitale
gegevensuitwisseling via regionale net-werken.
Uw Kamer heeft deze verplichting bij amendement van de leden Omtzigt
en Vermeij (Kamerstukken II, 2008-2009, 31 466, nr. 48) in de Kaderwet
EPD opgenomen. De nader vast te stellen regels voor de verwerking van
gegevens buiten het LSP hebben betrekking op de autorisatie tot het
verwerken van gegevens in deze systemen, de rechten van de cliënt
alsmede de beveiliging van deze systemen.
De verantwoordelijkheid om deze waarborgen te treffen ligt bij de
zorgverleners en de regionale netwerken zelf. De Inspectie voor de
Gezondheidszorg en het Cbp houden toezicht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport