Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Reactie rapport "Kip, ik heb je!"

21 augustus 2009 - kamerstuk

Kamerbrief met een reactie op het rapport `Kip ik heb je'. De minister gaat er vanuit dat de Stichting Wakker Dier de dialoog met de sector aangaat voor een extra impuls aan verbetering van het vangproces.

Geachte Voorzitter,

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij gevraagd een reactie te geven op het rapport 'Kip ik heb je!', het vangen van vleeskuikens - een economische verkenning van verschillende potentieel dierenwelzijnverbeterende alternatieven.
In deze brief geef ik u mijn reactie op het rapport. Het onderzoek, waarvan dit rapport de neerslag vormt, heeft de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) uitgevoerd in opdracht van de Stichting Wakker Dier. De belangrijkste conclusies in het rapport zijn:
· Op basis van de huidige beschikbare literatuur lijkt machinaal vangen minder of gelijke vangschade te veroorzaken, dan de traditionele manier van vangen met een vangploeg.
· Voor het welzijn van de vleeskuikens is de Zweedse methode om kuikens te vangen (het tillen van twee kuikens tegelijk rechtop) te prefereren boven de vangmachine en de traditionele manier van vangen (het tillen van zes tot acht kuikens tegelijk ondersteboven aan de poten).
In het verlengde hiervan hebben de aanbevelingen met name betrekking op de wenselijkheid nader onderzoek te doen bij het vangen van vleeskuikens. In het rapport wordt een aantal suggesties gedaan om schade bij het vangen van vleeskuikens te beperken:
· Het reguleren van snelheden van vangmachines door middel van richtlijnen. · Invoeren van een systeem waarbij wordt uitbetaald op basis van kwaliteit. · Communicatie richting consumenten.
Het vangen van vleeskuikens moet zorgvuldig gebeuren. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de ondernemer om te zorgen dat dit ook gebeurt. De meest voorkomende methodes van vangen op dit moment, met vangploegen en met vangmachines, zijn kwetsbare processen.
De kwaliteit hiervan wordt bepaald door de bekwaamheid van de vanger of de bediener van de vangmachine. De variatie hoe hier in de praktijk mee wordt omgegaan, is groot.
De sector heeft prikkels ingebouwd om het vangen van vleeskuikens zo zorgvuldig mogelijk te laten plaatsvinden. Dit gebeurt op drie manieren: · Het IKB vereist dat bij het vangen van vleeskuikens wordt gewerkt met IKBerkende vangbedrijven.
· Slachterijen koppelen geconstateerde vangschade terug aan pluimveehouders en vangploegen.
· De Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) heeft een werkgroep ingesteld, waarin pluimveehouders, vangbedrijven en slachterijen zijn vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft als doel om vangschade te verminderen en werkt aan een uniforme beoordeling van vangschade door de pluimveeslachterijen.
Op deze manieren wordt een pluimveehouder al gestimuleerd om er voor te zorgen dat het vangen van vleeskuikens op een meer welzijnsvriendelijke manier gebeurt.
Binnen de vleeskuikenrichtlijn, die per 1 juli 2010 van kracht wordt, is voorgeschreven dat elke vleeskuikenhouder in het bezit dient te zijn van een certificaat van een door mij erkende cursus. De praktische aspecten van de zorgzame omgang met vleeskuikens en van het vangen, laden en transporteren vormen onderdeel van deze cursus.
Ik ben ervan overtuigd dat de genoemde voorzieningen en het overleg binnen de sector nog tot verbetering van het vangproces zullen leiden. Ik ga er vanuit dat de Stichting Wakker Dier met haar rapport ook de dialoog aangaat met de sector. Daarmee kan een extra impuls gegeven worden aan een verdere verbetering van het vangproces.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg