Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Rijnstraat 50 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag Postbus 16375 Postbus 20018 2500 BJ Den Haag 2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl

Contactpersoon T.T.T. Ngo

T +31-70-412 2016 t.t.t.ngo@minocw.nl IPC 2250 Datum 21 augustus 2009
Onze referentie Betreft Vragen van de VVD aan de ministers van OCW en VROM over de Ho&S/2009/139506 verplichte taaltoets van de VU

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden De Krom, Dezentjé Hamming-Bluemink en Zijlstra (allen VVD) betreffende de verplichte taaltoets van de VU.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009Z12369.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Mede namens de Minister van Wonen, Wijken en Integratie,

dr. Ronald H.A. Plasterk

a
na 1 van 5 Pagi





Datum

2009Z2369 Onze referentie HO&S/2009/139506 Vragen van de leden Krom, Dezentjé Hamming-Bluemink en Zijlstra (allen VVD)

aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Wonen, Wijken en Integratie over de verplichte taaltoets aan de VU. (Ingezonden 25 juni 2009)


1
Bent u bekend met het artikel "Taaltoets voor VU-studenten verplicht"? 1

Ja, ik ben bekend met het artikel.


2
Wat wordt er bedoeld met "middelbare scholen die slecht ter tale zijn"? Waarop wordt dit onderscheid gebaseerd?
De in het artikel gebruikte term wordt door de overheid niet gehanteerd. Er zijn taalzwakke en taalsterke scholen. Een zeer zwakke school is een school die onvoldoende onderwijsresultaten (eindopbrengsten) realiseert en die daarnaast op cruciale onderdelen van het onderwijsleerproces onvoldoende kwaliteit laat zien. Taalzwakke scholen zijn scholen waarvan de taalprestaties ten minste twee van drie schooljaren achterblijven bij de gemiddelde scores van scholen met een vergelijkbare leerling-populatie, bij de groep taalsterke scholen liggen de prestaties aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van hun schoolgroep.
3
Is het waar dat de Vrije Universiteit (VU) studenten die `slecht ter tale zijn' vanaf volgend jaar gaat verplichten een toelatingsexamen Nederlands te doen? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Er is bij de VU geen sprake van een toelatingsexamen Nederlands. Alle (ook Nederlandse en EU-) studenten die volgend jaar aan een Nederlandstalige opleiding gaan studeren moeten een taaltoets afleggen binnen een eerstejaarsvak van hun opleiding. De taaltoets is onderdeel van het curriculum. Om dat vak te kunnen afronden, moeten studenten hebben deelgenomen aan de taaltoets. Op de taaltoets kan in de categorieën laag, gemiddeld of hoog gescoord worden. Studenten die in de categorie laag scoren moeten als onderdeel van het vak deelnemen aan een bijspijkercursus Nederlands. De verplichting zit `m enkel in deelname aan de cursus. Zolang een student de taaltoets niet gemaakt heeft of laag heeft gescoord maar niet heeft deelgenomen aan de bijspijkercursus kan het desbetreffende eerstejaarsvak niet worden afgerond.


1 Nederlands Dagblad, 20 juni 2009

Pagina 2 van 5





Ik heb er begrip voor dat de VU zelf het initiatief neemt om taaltoetsen en Datum taalcursussen aan te bieden. Taalvaardigheden zijn belangrijk voor het succesvol

volgen en afronden van een studie. Onze referentie HO&S/2009/139506
4

Is het de VU toegestaan onderscheid te maken tussen bepaalde groepen studenten met als consequentie dat een groep studenten wordt onderworpen aan strengere eisen? Is daarvoor een wettelijke grondslag? Is dit conform Europese afspraken? Kunt u dit toelichten?

Alle (ook Nederlandse en EU-) studenten die volgend jaar aan een Nederlandstalige opleiding gaan studeren moeten een taaltoets afleggen binnen een eerstejaarsvak van hun opleiding. Het is een integraal onderdeel van de opleiding, zie antwoord op vraag 3.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen bepaalde groepen studenten. Dit is dus conform Europese afspraken.


5
Kunt u aangeven waarom de overheid geen verplichtingen kan opleggen aan arbeidsmigranten uit de EU en waarom oudkomers niet kunnen worden verplicht deel te nemen aan het inburgeringsexamen terwijl de VU een groep studenten wel mag verplichten deel te nemen aan een taaltoets? Kunt u de consistentie van dit beleid toelichten?

Vreemdelingen, niet zijnde EU-burgers, die vóór 1 januari 2007 tot Nederland zijn toegelaten op grond van een niet-tijdelijk verblijfsdoel, de zogenaamde oudkomers, zijn op basis van de Wet inburgering inburgeringsplichtig en moeten het inburgeringsexamen behalen. Deze inburgeringsplicht geldt niet voor oudkomers die reeds genaturaliseerd zijn. De Raad van State heeft in zijn advies van 3 augustus 2006 geconcludeerd, dat een inburgeringsplicht voor alleen genaturaliseerde Nederlanders in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel, omdat de inburgeringsproblematiek die zij beoogt op te lossen, zich even goed kan voordoen bij andere Nederlanders.

Een inburgeringsplicht voor EU-burgers wordt strijdig geacht met de EU-richtlijn vrij verkeer van personen: een inburgeringsplicht wordt als een (indirecte) belemmering voor het vrije verkeer uitgelegd, omdat dat EU-burgers mogelijk weerhoudt van komst naar Nederland. Bovendien is een inburgeringsplicht voor EU-onderdanen in strijd met het in het EU-verdrag verankerde non-discriminatie beginsel: aan EU- onderdanen mogen geen andere eisen worden gesteld dan aan de eigen (Nederlandse) onderdanen. Wel zal de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie met collega's uit andere Europese landen spreken over de mogelijkheden binnen de Europese verdragen om inburgering voor deze doelgroep een meer verplichtend karakter te geven.

De taaltoets voor VU-studenten, zoals omschreven in het antwoord op vraag 3, is onderdeel van een eerstejaarsvak en moet dus niet als een op zichzelf staande toets worden gezien, maar als een integraal onderdeel van een opleiding. Deze toets heeft tot doel de kwaliteit van onderwijs te vergroten. Omdat de toets voor alle studenten geldt, en niet specifiek voor EU-studenten, is dit toelaatbaar binnen de Europese regelgeving.

Pagina 3 van 5





Datum Hoger onderwijsinstellingen mogen van hun studenten verwachten dat zij het

Nederlands voldoende beheersen om het onderwijs met vrucht te kunnen volgen. Onze referentie Daarom bestaat de mogelijkheid tot het laten afleggen van een toelatingstoets HO&S/2009/139506 Nederlands voor studenten die geen Nederlandstalige vooropleiding hebben

genoten. Bij vraag 7 wordt hierop verder ingegaan. Deze toets geldt voor alle (ook Nederlandse en EU-) studenten en is om deze reden toelaatbaar binnen de Europese regelgeving.

Zoals ook in de brief van 30 september 20082 aan de Tweede Kamer is gemeld behoort het van overheidswege stellen van taaleisen aan EU-burgers in het kader van de uitoefening van een (al dan niet gereglementeerd) beroep met als doel de inburgering te bevorderen niet tot de mogelijkheden. In specifieke gevallen en onder bepaalde voorwaarden (met name zonder een discriminatoir karakter) is een taaltest met het oog op het uitoefenen van een bepaald beroep (zie hiervoor eveneens de eerdergenoemde brief) of het studeren aan een universiteit verenigbaar met de vereisten van het communautaire recht.


6
Mogen middelbare scholen, evenals de VU, een toelatingsexamen Nederlands invoeren? Kunt u dit toelichten?
Ja, dat mag. In het Inrichtingsbesluit Wet Voortgezet Onderwijs (IWVO) staat in Artikel 4.2 dat het onderzoek naar de geschiktheid plaatsvindt met behulp van ten minste één van de in Artikel 4.2 genoemde middelen, waaronder een toelatingsexamen, door de leraren van de school afgenomen, dat zich ten minste uitstrekt over de vakken Nederlandse taal en rekenen.
7
Is het waar dat de Universiteit Leiden alle in Nederland woonachtige studenten met een Nederlands paspoort die niet beschikken over een diploma van een Nederlandse middelbare school, hoge school of universiteit verplicht een toelatingsexamen Nederlands te doen? Is voor dit onderscheid een wettelijke grondslag? Is dit in lijn met de Bologna-afspraken? Kunt u dit toelichten?

Het instellingsbestuur van Universiteit Leiden kan aan een student met een buiten Nederland afgegeven diploma bewijs vragen dat hij/zij het Nederlands voldoende beheerst. Dit is in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) als volgt geregeld:
Artikel 7.28 tweede lid "...Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het instellingsbestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het instellingsbestuur kan tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd."


2 Kamerstukken II 2008/09, 29 407, nr. 95

Pagina 4 van 5





Datum De toelating tot het Nederlands hoger onderwijs is nationaal geregeld. De WHW

voldoet aan de afspraken die in Europa zijn gemaakt in het kader van de Lissabon Onze referentie Erkenningsconventie, die voortvloeien uit het Bologna-proces. HO&S/2009/139506

Pagina 5 van 5