Beroep op wettelijke schuldsanering daalt

Persbericht | 21-08-2009

Het beroep op de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) is in 2008 gedaald tot 9200 aanvragen, tegen 15.140 aanvragen in 2007. Dat blijkt uit de vijfde monitor Wnsp, die minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Naar verwachting zal het aantal aanvragen dit jaar weer stijgen als gevolg van de kredietcrisis.

De daling in het aantal aanvragen lijkt vooral het gevolg te zijn van een nieuwe werkwijze in de schuldhulpverlening, waar in 2008 mee is gestart. Schuldhulpverleners kijken beter naar de behoefte van de schuldenaar. Dit leidt ertoe dat vaker verwezen wordt - bijvoorbeeld naar verslavingszorg - en dat meer zaken worden afgedaan met een advies. In die gevallen is geen doorverwijzing naar de Wsnp aan de orde.

Het percentage afwijzingen van verzoeken om toepassing van de Wsnp door rechtbanken is bijna gelijk aan dat in 2007. Dit duidt erop dat rechtbanken niet strenger toetsen sinds de wetswijziging van 2008.

De cijfers over de daling van het aantal aanvragen Wsnp hebben betrekking op de periode dat de kredietcrisis nog niet in volle omvang was losgebarsten. Duidelijk is dat door de kredietcrisis het aantal mensen met problematische schulden stijgt. Hierdoor zal de komende tijd ook het beroep op de wettelijke schuldsanering toenemen.

70% verkrijgt een `schone lei'

De hoofddoelstelling van de Wsnp is gericht op het voorkomen dat schuldenaren met problematische schulden, levenslang door hun schulden worden achtervolgd. Uit de monitor komt naar voren dat het totaalbeeld ten opzichte van de voorgaande metingen nauwelijks is gewijzigd. Het percentage schuldenaren dat na afloop van het wettelijke schuldsaneringstraject de zogenaamde `schone lei' krijgt blijft met ongeveer 70% stabiel. De schone lei betekent dat tijdens de schuldsanering de schulden geheel of gedeeltelijk worden afgelost en schuldeisers terugbetaling van eventuele restschulden die bestonden bij aanvang van de schuldsaneringsregeling niet langer kunnen afdwingen.

Wettelijke instrumenten ter versterking minnelijk traject

Een andere doelstelling van de Wsnp is het creëren van bereidheid bij schuldeisers akkoord te gaan met minnelijke schuldregelingen. De rechter kan sinds 1 januari 2008 een aantal extra instrumenten inzetten om zo'n minnelijk akkoord te bevorderen. Dit zijn de gedwongen schuldregeling (dwangakkoord), het moratorium en de voorlopige voorziening.

Uit de monitor blijkt dat van de verzoeken om een dwangakkoord 32% wordt toegekend. "Dreiging" met een dwangakkoord door instellingen voor schuldhulpverlening helpt volgens geïnterviewde schuldhulpverleners vaak al om schuldeisers zover te krijgen dat ze instemmen met een minnelijke schuldenregeling. In de jaarcijfers van de belangrijkste organisatie van schuldhulpverleners (NVVK) is dit nog niet terug te zien.

In 2008 is van alle ingediende verzoeken om een dwangakkoord (400) bijna de helft daarvan weer ingetrokken.

Monitor Wet schuldsanering natuurlijke personen

De monitor biedt een beeld van de uitvoeringspraktijk van de Wsnp. Op grond van deze wet kunnen mensen die problemen hebben met de terugbetaling van hun schulden, worden geholpen. Op 1 januari 2008 is een wijziging van de Wsnp in werking getreden. Deze wetswijziging heeft tot doel de minnelijke schuldsanering te versterken en de toegang tot de regeling te beperken tot schuldenaren die er klaar voor zijn. De gegevens van de vijfde monitor wijzen uit dat deze doelstellingen worden gerealiseerd.

Meer informatie


* Brief Tweede kamer: Vijfde Monitor Wet schuldsanering natuurlijke personenBrief / circulaire / beleidsregels | 20-08-2009 | pdf-document, 38 KB

Zie het origineel

* Vijfde Monitor Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)Rapport | 21-08-2009 | pdf-document, 0.44 MB