antwoorden op
Kamervragen over bio-kunststoffen
21 augustus 2009 - kamerstuk
Datum 21 augustus 2009
Betreft Kamervragen over bio-kunststoffen
Geachte Voorzitter,
Mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Ouwehand
(PvdD) over bio-kunststoffen (ingezonden 16 juli 2009).
1
Kunt u uiteenzetten welke technieken worden gebruikt of ontwikkeld in het
onderzoek naar bio-kunststoffen, waar het kabinet 8 miljoen voor heeft
uitgetrokken? Speelt genetische manipulatie een rol in dit onderzoek en zo ja,
welke rol is dat?
5
Op welke wijze zullen de nieuwe bio-kunststoffen getoetst worden op
duurzaamheid en hoe is duurzaamheid binnen dit onderzoek gedefinieerd en
welke criteria worden hierbij gehanteerd?
Er worden diverse technieken gebruikt, zowel (combinaties van) biologische,
chemische als fysische technologieën voor het omzetten van biomassa in kunst-
stoffen. Het gebruik van genetische modificatie is niet uitgesloten binnen het
onderzoeksproject en kan een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van
bio-kunststoffen. Witte biotechnologie, waarbij veelal genetisch gemodificeerde
organismen zoals schimmels of gisten ingezet worden, kan biomassa (beter)
geschikt maken als grondstof voor bio-kunststoffen.
Een integrale onderzoeksdoelstelling is gericht op het toetsen van nieuwe bio-
kunststoffen op duurzaamheid om op die manier eco-efficiënte biokunststoffen
te ontwikkelen. In het onderzoeksproject wordt gekeken naar duurzaamheid door
LevensCyclusAnalyse (LCA). LCA is een ISO-gecertificeerde en internationaal
erkende methode om duurzaamheid te meten. Bij LCA worden onder andere
landgebruik, broeikasgasemissie en energiegebruik meegenomen.
De duurzaamheidswinst van bio-kunststoffen zal worden afgezet tegen het
gebruik van gewone kunststoffen in een aantal relevante toepassingen.
Pagina 1 van 3
Bovendien zullen de nieuw te ontwikkelen processen door de LCA-methodiek Roel Bol
Programma Biobased Economy
worden beoordeeld op behaalde duurzaamheidswinst, en zal deze
gemaximaliseerd worden binnen de technologische en economische
mogelijkheden.
Dit onderzoek kan de duurzaamheid van bio-kunststoffen vergroten en de CO2-
uitstoot die gepaard gaat met productie en gebruik van kunststoffen verlagen. En
daarbij biedt dit onderzoek economische kansen voor Nederland.
2
Kunt u uiteenzetten welke mogelijke verdringingseffecten kunnen optreden door
de teelt van gewassen voor de productie van bio-kunststoffen ten opzichte van
andere vormen van landgebruik, zoals natuur en voedselproductie? Zo ja, hoe
worden de afwegingen hierin gemaakt? Zo nee, waarom niet?
3
Deelt u de mening dat het huidige gebruik van kunststof zo groot is dat wanneer
aan deze vraag voldaan moet worden door middel van bio-kunststoffen, er niet
genoeg land beschikbaar is om dit allemaal te produceren? Zo ja, welke rol speelt
dit in het onderzoek?
Het is niet mogelijk om nu inzicht te geven in de uiteindelijke effecten van bio-
kunststofgebruik op natuur en voedselproductie. Daarvoor zijn de
marktperspectieven nog te onduidelijk, de gebruikte grondstoffen nog te divers en
zijn er nog grote technologische barrières om toepassing op grotere schaal
mogelijk te maken.
Bij de toekomstige inzet van biomassa voor kunststoffen moet de concurrentie
met voedselgewassen en natuur zoveel mogelijk worden voorkomen. Om die
reden is in het onderzoeksproject expliciet het gebruik van reststromen als
grondstof voor bio-kunststof meegenomen. Omdat dit leidt tot hoogwaardig
hergebruik van afvalmaterialen snijdt het (milieu-)mes aan twee kanten.
4
Deelt u de mening dat er reductiedoelstellingen zouden moeten komen voor het
gebruik van kunststoffen om de vraag naar (bio-)kunststoffen te verminderen en
het gebruik van aardolie terug te dringen? Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken?
Nee, deze mening deel ik niet. Het is niet zinvol om specifiek voor kunststoffen
reductiedoelstellingen te creëren. De afweging in het gebruik van grondstoffen is
daarvoor te complex. Kunststoffen bieden bijvoorbeeld de mogelijkheid om
producten langer houdbaar te maken wat leidt tot milieuwinst. Kunststoffen
kunnen ook een alternatief zijn voor hout of metaal. Gebruik van al deze grond-
stoffen kent zowel voor- als nadelen. Na toepassing als kunststof wordt een deel
hiervan weer gerecycled dan wel energetisch benut bij verbranding in een afval-
verbrandingsinstallatie met energieterugwinning. Kunststofgebruik is daarom niet
per definitie als onduurzaam te bestempelen wat een algemene reductiedoel-
stelling zou verantwoorden.
Pagina 2 van 3
Het uitgangspunt om minder aardolie te gebruiken komt op vele plekken terug in Roel Bol
Programma Biobased Economy
het beleid van de rijksoverheid. Een belangrijk voorbeeld hiervan is het
programma Schoon en Zuinig waarin het kabinet werkt aan de reductie van het
gebruik van fossiele grondstoffen en reductie van CO2 uitstoot. Datum
21 augustus 2009
Onze referentie
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN INH/2009/954
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
> Retouradres
Roel Bol
De Voorzitter van de Tweede Kamer Programma Biobased Economy
www.minlnv.nl
der Staten-Generaal
Postbus 20018 T 070-3786868
F 070-3786113
2500 EA DEN HAAG
Onze referentie
INH/2009/954
Uw referentie
2009Z14036
---- --