Gestage opmars BOB zet door
In 2008 is het aantal bestuurders met alcohol op verder afgenomen. Een hoger percentage (93,2%) dan voorheen zat nuchter achter het stuur en blies minder dan 0,2 promille. In 2000 lag dat nog op 90,2%. De opmars van de BOB zet hiermee gestaag door. Toch nemen vooral beginnende bestuurders nog steeds grote risico's door met alcohol achter het stuur te stappen. Niet minder dan één op de twintig (4,8%) van hen overschrijdt de limiet van 0,2 promille. Tussen 2 en 4 uur van de vrijdagnacht blaast maar liefst 11,3% van de beginnende bestuurders een te hoog promillage.
Naar schatting is bij 14% van de verkeersdoden alcohol in het spel (bron: DVS/ROI rapport 2008). Voornamelijk in het weekend vallen veel slachtoffers bij (eenzijdige) ongevallen waarbij jonge bestuurders betrokken zijn. Mannen rijden vaker dan vrouwen met drank op en zijn vaker in overtreding (3,4%). Van de vrouwen blaast 1,6% een te hoog promillage.
Beginnend bestuurders
Omdat beginnende bestuurders een verhoogd ongevalrisico hebben, geldt voor deze groep sinds januari 2006 een alcohollimiet van 0,2 promille. Iedereen die minder dan vijf jaar een rijbewijs heeft is een beginnend bestuurder. Het aandeel van 4,8% drankrijders onder beginnende bestuurders ligt in 2008 lager dan in 2007, toen het 5,2% bedroeg. De daling van 0,4% is geheel terug te vinden in de groep 'lichte drinkers' (tussen 0,2 en 0,5o/oo). Daaruit blijkt dat steeds minder beginnend bestuurders ervoor kiezen toch een paar glazen te drinken. Opvallend is verder dat vooral beginnend bestuurders van 25 jaar en ouder vaker de fout in gaan (7,7%) dan echte jonge bestuurders tot 25 jaar (4,2%). Om het relatief hoge aandeel overtreders onder de beginnende bestuurders terug te dringen is per 1 oktober 2008 de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol ingevoerd. Dit is een verplichte cursus van twee dagdelen voor beginnende bestuurders met een alcoholpromillage tussen 0,5 en 0,8. De kosten komen voor rekening van de cursisten.
Ervaren bestuurders
Ervaren bestuurders zijn in overtreding bij een promillage van 0,5 promille. Ook bij ervaren bestuurders is sprake van een daling: van 3,2% naar 2,9%. Binnen deze groep valt op dat het aandeel van degene die tussen de 0,2 en 0,8o/oo blazen is afgenomen met 0,4% ten opzichte van het voorgaande jaar.
Zware drinkers
Het aandeel zware drinkers (meer dan 1,3 promille) is onder beide groepen nagenoeg gelijk: 0,4 procent. Het percentage zware drinkers ligt al jarenlang op hetzelfde niveau. Zware drinkers zijn verantwoordelijk voor een onevenredig groot deel van de alcoholgerelateerde ongevallen. Voor deze categorie bereidt het ministerie van Verkeer en Waterstaat het alcoholslotprogramma voor. Het alcoholslot is een startonderbreker. Het kabinet wil zware alcoholovertreders het alcoholslotprogramma twee jaar opleggen. De kosten zijn voor eigen rekening. Het wetsvoorstel is maart 2009 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Onderzoeksopzet
In 2008 zijn voor het onderzoek 64 alcoholcontroles verspreid over de 25 politieregio's uitgevoerd. In 2008 hebben 26.377 bestuurders geblazen. De controles vinden zowel vrijdag- als zaterdagnacht plaats tussen 22.00 en 4.00 uur. Net als vorige jaren ligt het percentage overtreders op vrijdagnacht hoger dan op zaterdagnacht en wordt diep in de nacht (tussen 2.00 en 4.00 uur) het hoogste percentrage overtreders aangetroffen. De regio West-Nederland heeft in 2008 (net als in voorgaande jaren) het hoogste percentage overtreders, namelijk 3,5 procent terwijl de regio's Noord- en Oost-Nederland aanzienlijk minder overtreders kennen: 1,7 procent.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM).
Noot voor redacties (
RVD Mediafeed