Ministerie van Economische Zaken
> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Datum 20 augustus 2009
Betreft Verslag van de Ministeriële raadsvergadering (MCM) van de OESO
Pagina 1 van 5
Directoraat-Generaal
Economische Politiek
Directie Algemene
Economische Politiek
Bezuidenhoutseweg 30
Postbus 20101
2500 EC Den Haag
T 070-3798911 (algemeen)
www.ez.nl
Behandeld door
J. Brouwer
T 070 379 67 89
j.brouwer@minez.nl
Ons kenmerk
EP/AEP / 9121967
Bijlage(n)
1
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken,
het verslag aan van de Ministeriële raadsvergadering (MCM) van de OESO
die 24 en 25 juni 2009 te Parijs plaatsvond. In de bijlage treft u genoemd
verslag aan.
(w.g.) drs. F. Heemskerk
Staatssecretaris van Economische Zaken
Pagina 2 van 5
Directoraat-Generaal
Economische Politiek
Directie Algemene
Economische Politiek
Ons Kenmerk
EP/AEP / 9121967
Bijlage
Verslag
Ministeriële raadsvergadering van de OESO (MCM), Parijs, 24 en 25 juni
2009
Inleiding
Op 24 en 25 juni jl. vond te Parijs de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst plaats
van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Het geheel stond onder voorzitterschap van de Koreaanse premier Han Seungsoo.
Naast de OESO landen1 namen ook vertegenwoordigers van niet-lidstaten2 en
internationale instellingen3 deel. Staatssecretaris Heemskerk nam namens
Nederland deel aan de MCM.
De bijeenkomst stond in het teken van de economische crisis en had als thema
'The Crisis and Beyond: building a Stronger, Cleaner, Fairer World Economy'. De
deelnemers hebben ondermeer van gedachten gewisseld over de economische
crisis, duurzaamheid en protectionisme. Tijdens de bijeenkomst werd er een
verklaring over Green growth aangenomen en zijn de ministeriële conclusies
aangenomen4.
Staatssecretaris Heemskerk heeft bilaterale overleggen gevoerd met de Zweedse
Minister Björling, Europees Commissaris Barones Ashton, de Zuid Afrikaanse
minister Ron Davies, de Argentijnse counterpart Chariada en de IJslandse minister
van Financiën Sigfusson. Verder sprak de Staatssecretaris kort en marge van de
vergadering met DG WTO Pascal Lamy, United States Trade Representative
(USTR) Ron Kirk en voormalig voorzitter van de Doha-onderhandelingen voor
industriegoederen Don Stephenson.
Hier volgt per agendapunt een korte weergave van de discussie.
1. OECD Strategic orientations
De OESO heeft zichzelf het afgelopen jaar - tijdens de financieel-economische
crisis en de klimaat crisis - succesvol gepositioneerd als een organisatie met
relevante kennis en een breed draagvlak. Dit laatste werd tijdens de MCM
aangetoond door de aanwezigheid van de kandidaat lidstaten (Chili, Estland,
Israel, Rusland en Slovenië) - die bovendien deelnamen aan de gezamenlijke
ministeriële verklaring - en de Enhanced Engagement landen (Brazilië, China,
India, Indonesië en Zuid Afrika).
De lidstaten gaven aan dat SG Gurria de toegevoegde waarde van de OESO op
deze beleidsterreinen optimaal had gepositioneerd. De financiële crisis had
aangegeven dat het van groot belang was onderwerpen niet alleen diepgaand
maar ook horizontaal te bestuderen. Bovendien had het ontwikkelen van een
1 Australië, Oostenrijk, België, Canada, Tsjechische Republiek, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Griekenland,
Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Japan, Korea, Luxemburg, Mexico, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen,
Polen, Portugal, Slowakije, Spanje, Zweden, Zwitserland, Turkije, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten.
2 Brazilië, China, India, Indonesië, Zuid Afrika, Argentinië, Hong Kong, Chili, Estland, Israel, Rusland en Slovenië.
3 Europese Commissie, Wereldbank, IMF, WTO, BIS, ILO en EFTA
4 De Green growth declaratie, ministeriele conclusies en andere stukken zijn te vinden op
www.oecd.org/site/0,3407,en_21571361_42445076_1_1_1_1_1,00.html
Pagina 3 van 5
Directoraat-Generaal
Economische Politiek
Directie Algemene
Economische Politiek
Ons Kenmerk
EP/AEP / 9121967
beleidsrespons en informatie-uitwisseling tussen landen daarover sterk
bijgedragen aan een zinvolle aanpak van de crisis. De OESO is door haar brede
kennisgebied, internationaal geaccepteerde statistieken en als platform voor
kennis- en beleidsuitwisseling de optimale organisatie voor dergelijke processen.
De komende jaren zouden de lidstaten, samen met de SG Gurria, verder werken
aan het optimaliseren van hun werk binnen de OESO en het positioneren van de
OESO tussen de andere internationale organisaties en de G8/20.
2. The road to recovery
Deze sessie werd afgetrapt met een presentatie door de OESO over de Economic
Outlook. De OESO voorziet een gemiddelde krimp van 4,1 procent van het BBP in
2009 in de OESO landen. In 2010 verwacht de OESO dat er herstel optreedt met
een groei van het BBP van 0,7 procent. Daarbij werd aangegeven dat het herstel
gedreven wordt door de stimuleringspakketten. De uitdaging is nu om van
beleidsgedreven herstel te komen tot zichzelf onderhoudend herstel. Bovendien
werd aangeven dat als gevolg van de stimuleringspakketten de overheidstekorten
in alle landen zullen toenemen. Fiscale consolidatie is dan ook noodzakelijk. De
vraag wanneer het tijd is voor fiscale consolidatie is echter lastig te
beantwoorden. De OESO gaf verder aan dat het de potentiële productie naar
beneden heeft bijgesteld. Hiervoor had het drie redenen: (i) hogere kosten van
kapitaal, (ii) minder concurrentie door de stimuleringspakketten en (iii) een deel
van de oplopende werkloosheid zal permanent worden. Afsluitend merkt de OESO
op dat bij de verdere aanpak van de crisis het van belang is om na te denken over
exit-strategieën en structurele hervormingen.
Na deze inleiding van de OESO richtte de discussie zich op de crisis. Er was brede
consensus over het belang van stimulering (fiscaal, monetair, financieel) bij de
aanpak van de crisis. Veelvuldig werd daarbij wel gewezen op verslechterende
overheidsfinanciën als gevolg van deze maatregelen en het belang van fiscale
consolidatie in dit verband. Sommige ministers wezen erop dat maatregelen om
de overheidsfinanciën te verbeteren pas plaats dienen te vinden nadat het herstel
zichzelf in stand houdt en niet langer wordt gedreven door de
stimuleringspakketten.
Bij de aanpak van de crisis worden uitzonderlijke beleidsmaatregelen genomen
die niet als permanente aanpassingen bedoeld zijn. Menig minister gaf daarom
aan dat het essentieel is om na te denken over exit-strategieën (fiscaal, monetair,
financieel). Het is daarbij van belang om voor ogen te hebben waar we naar toe
willen op de lange termijn, waarbij duurzaamheid en de
ontwikkelingsproblematiek niet uit het oog verloren dienen te worden. Het is
bovendien zaak om op de lange termijn het hoofd te bieden aan het verlies van
potentiële economische groei. Verder werd het belang van de juiste timing bij de
exit-strategieën algemeen gedeeld, waarbij zowel werd gewezen op de risico's van
te vroeg als te laat uitfaseren van de buitengewone maatregelen.
Enkele sprekers wezen erop dat volgens de voorspellingen de grootste stijging
van de werkloosheid zich nog zal aandienen. De vertegenwoordigers van
werknemers- en werkgeversorganisaties noemden de aanpak van deze stijgende
werkloosheid dan ook als grootste uitdaging in de komende periode. Volgens de
Economic Outlook zal de werkloosheid in de OESO lidstaten stijgen naar
Pagina 4 van 5
Directoraat-Generaal
Economische Politiek
Directie Algemene
Economische Politiek
Ons Kenmerk
EP/AEP / 9121967
gemiddeld 10 procent. Het is daarom nodig om met activerend arbeidsmarktbeleid
te komen en bij structurele hervormingen niet de aanbodkanteffecten uit het oog
te verliezen.
3. The role of the OECD in global policy co-operation
Tijdens het werkdiner is gesproken over de samenwerking tussen de verschillende
internationale organisaties om met krachtige en coherente antwoorden te komen
op de huidige crisis. De rol van de OESO en de relaties tussen de OESO en andere
fora als de G8 en de G20 stonden daarbij centraal. Ministers van ondermeer Chili,
Turkije, Mexico en België gaven daarover hun visie. Daarnaast presenteerde de
Italiaanse minister van Financiën Tremonti zijn ideeën over het zogenaamde
Lecce-framework, een op te zetten nieuw raamwerk van standaarden voor goed
gedrag in het internationaal economisch verkeer.
4. OECD management issues
Tijdens een besloten sessie is ondermeer gesproken over de strategische keuzes
die de OESO de komende jaren zal moeten maken om haar positie te midden van
de andere internationale organisaties te verstevigen. Tevens is gesproken over
het toetredingsproces van de kandidaat lidstaten. Hieruit bleek ondermeer dat dit
proces voorspoedig en zorgvuldig loopt. Het indienen door Rusland van haar
Initial Memorandum voorafgaand aan de MCM werd verwelkomd. Enkele lidstaten
gaven aan dat het van groot belang was dat het OESO acquis en de normen en
waarden waar deze voor stonden de kern vormde voor de uiteindelijke beslissing
in de OESO Raad over deze toetreding.
5. Green growth: overcoming the crisis and beyond
De crisis biedt kans voor een verschuiving naar een meer groene en duurzame
economische groei. Economisch herstel, en milieuvriendelijke en sociaal houdbare
economische groei zijn uitdagingen die alle landen op dit moment het hoofd
moeten bieden.
De aanwezige ministers deelden de mening dat internationale coördinatie op dit
gebied cruciaal is. Samenwerking is nodig als het gaat om de ontwikkeling en
verspreiding van schone technologieën, duurzame energietechnologieën,
toepassing van ICT om energie-efficiency te verbeteren, en de ontwikkeling van
een internationale markt voor duurzame goederen en diensten. Samenwerking is
ook cruciaal om te komen tot een ambitieus en eerlijk internationaal
klimaatsverdrag in Kopenhagen in december 2009.
Tijdens de discussie werd erop gewezen dat niet alle pijlen op één instrument
gericht moeten worden om tot een oplossing te komen. Een samenhangende
beleidsmix - met ondermeer marktinstrumenten, regulering en standaarden - is
nodig om gedrag te veranderen en de juiste private respons te verkrijgen en zo
tot duurzame economische groei te komen. Ministers steunden bovendien
binnenlandse hervormingen die tot doel hebben om milieuonvriendelijk beleid te
vermijden, zoals subsidies op consumptie van fossiele brandstof of productie die
de uitstoot van broeikasgassen laat stijgen.
Pagina 5 van 5
Directoraat-Generaal
Economische Politiek
Directie Algemene
Economische Politiek
Ons Kenmerk
EP/AEP / 9121967
De aanwezige ministers moedigden de OESO aan om een Green growth strategie
te ontwikkelen die zowel het economisch herstel als duurzame economische groei
bevordert.
6. Keeping markets open for trade and investment
Deze sessie leverde veel bekende geluiden op. Allereerst deelden de ministers
de ambitie om de Doha ontwikkelingsronde van de WTO af te sluiten, juist ook als
stimulans om de steeds verder dalende wereldhandel tegen te gaan.
Daarnaast namen nagenoeg alle sprekers stelling tegen opkomend
protectionisme en handelsbelemmerende maatregelen. Deze zullen namelijk
slechts leiden tot tegenreacties, waardoor een negatieve economische spiraal
wordt ingezet. Daarbij werd erop gewezen dat oplopende werkloosheid het risico
van protectionistische maatregelen kan verhogen. Van de aanwezigen was er een
stevige en heldere inzet van Europees Commissaris Lady Ashton, een actieve
interventie van de nieuwe Indiase minister van Handel Sharma en sprak de
nieuwe USTR Kirk de Amerikaanse committering uit over een snelle afronding van
de Doha ronde, voortbouwend op basis van wat reeds bereikt is.
Staatssecretaris Heemskerk benadrukte in zijn interventie de wens om spoedig
een ambitieus akkoord te bereiken in de Doha ronde. Bovendien wees hij op de
noodzaak om een juiste balans te vinden tussen enerzijds de nationale belangen
die beoogd worden met stimuleringsmaatregelen en anderzijds het voorkomen
van handelsverstoringen en negatieve spill overs naar andere landen.
Verder benadrukte hij nut en noodzaak van peer pressure en
samenwerking tussen de WTO en de OESO om protectionisme tegen te gaan. Hij
riep ook op om zorg te dragen voor een goed en ambitieus klimaatakkoord dat de
handel niet frustreert en waar mogelijk ook voorzien wordt van positieve
impulsen door middel van de inzet van handelsinstrumenten.