Gepubliceerd op 20 augustus 2009
IBED onderzoekers adviseren Ecuadoriaanse overheid over duurzame
herbebossing
Gepubliceerd op 20 augustus 2009
De IBED delegatie overhandigt het RUFLE eindrapport aan de
Ecuadoriaanse Vice-Minister van Milieu
In een vijfjarig onderzoeksprogramma hebben onderzoekers van het
Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) verlaging
van de bovenste boomgrens in de Ecuadoriaanse Andes door menselijk
handelen onderzocht. In juni 2009 presenteerden ze hun eindresultaten
aan de Ecuadoriaanse Vice-Minister van Milieu Blgo. Manuel Bravo.
Menselijke invloed op de bovenste boomgrens in Ecuador
De hoogste delen van de tropische Andes in Ecuador bestaan uit
kwetsbare ecosystemen die gekenmerkt worden door een hoge
biodiversiteit. Ze worden voornamelijk bewoond door inheemse
bevolkingen die volledig voor hun bestaan afhankelijk zijn van de
natuurlijke hulpbronnen in het gebied. De ecosystemen in deze hoge
berggebieden bestaan onder andere uit páramo (tropisch alpine
graslanden) en vochtige regenwouden, die oorspronkelijk grote delen
van de Andes van Venezuela tot Peru bedekten. Beide ecosystemen spelen
verschillende belangrijke rollen. Ze functioneren o.a. als reservoir
voor drink- en irrigatiewater, herbergen een enorme soortenrijkdom,
functioneren als natuurlijke opslag voor koolstof en worden gebruikt
t.b.v. landbouw en toerisme. De laatste decennia heeft bevolkingsgroei
echter gezorgd voor een steeds grotere belasting van de natuur waarbij
o.a. het areaal aan landbouwgebied enorm is uitgebreid. Hierbij zijn
de natuurlijke bergwouden op grote schaal vervangen door
aardappelvelden of aangeplant bos en worden de natuurlijke páramo
graslanden overbelast door begrazing en branden.
RUFLE eindrapport
Naast verdwijnen van bos aan de onderkant door oprukkende landbouw
vanuit de vallei, wordt het intensieve landgebruik in de Ecuadoriaanse
Andes in veel gevallen ook in verband gebracht met een neerwaartse
verschuiving van de bovenste boomgrens (BBG). Tegelijkertijd, zijn er
echter ook onderzoeken die juist wijzen op een opwaartse verschuiving
van de bovenste boomgrens t.g.v. de opwarming van het klimaat.
Hierdoor is het erg lastig de precieze natuurlijke locatie van de BBG
te bepalen. Vooral ook omdat de menselijke verstoring in de
inter-Andiene Centrale Vallei al zo lang aan de gang is dat het
onmogelijk is op een directe manier te achterhalen tot op welke hoogte
er ooit bos gestaan heeft. Deze informatie is echter cruciaal voor
herbebossingsprojecten met als doel de natuurlijke situatie te
herstellen.
Het RUFLE programma
Het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem (IBED) heeft een lange
traditie van multidisciplinair ecosysteem onderzoek t.b.v.
natuurbescherming en duurzaam management van de bergbossen en páramo's
in de Andes, in samenwerking met verschillende lokale organisaties.
Het in 2009 afgeronde `Reconstruction of the Upper Forest Line in
Ecuador' (RUFLE) programma vormde een van de meest recente
onderzoeksprojecten van IBED op dit gebied. Doel van RUFLE was om
beter inzicht in de dynamiek van de BBG in de Ecuadoriaanse Andes te
verkrijgen en om dit vervolgens te gebruiken om aanbevelingen voor
toekomstige herbebossingsprojecten te formuleren. Om de
wetenschappelijke onzekerheid over de BBG positie te overwinnen, werd
een nieuwe multi-proxy benadering toegepast. Met een innovatieve
combinatie van technieken uit de bodemkunde, moleculaire organische
geochemie, palynologie en vegetatie ecologie werd de spatio-temporele
vegetatiedynamiek onderzocht langs een serie korte hoogtetransecten in
de Ecuadoriaanse Andes die zowel de huidige als de verwachte vroegere
BBG omvatten.
De belangrijkste conclusie van het RUFLE programma was dat de BBG in
het studiegebied in de noordelijke Ecuadoriaanse Andes de laatste
10.000 jaar niet hoger heeft gelegen dan 3600-3700 m. Dit betekent dat
de huidige páramo vegetatie boven deze hoogte een natuurlijk
ecosysteem is en niet het product van ontbossing. Het gevolg is dat
vanuit het oogpunt van natuurbescherming herbebossing in het gebied
n.a.v. Kyoto protocol afspraken beperkt moeten blijven tot een
maximale hoogte van 3600 m. Daarnaast laten de resultaten zien dat het
door de complexe interactie van factoren die gezamenlijk de
natuurlijke positie van de BBG bepalen onmogelijk is voorspellingen te
doen voor andere dan het onderzoeksgebied. In plaats daarvan moet in
elk ander gebied de natuurlijke BBG opnieuw individueel bepaald worden
m.b.v. de methodieken die in het RUFLE programma ontwikkeld zijn.
RUFLE workshop in 2006
Lokale kennisoverdracht
IBED ziet het als haar verantwoordelijkheid de bestaande langdurige
relaties met overheden en non-gouvernementele organisaties in de Andes
regio te gebruiken om de lokale kennisoverdracht te verzorgen die
nodig is om de aanbevelingen van het RUFLE programma te implementeren.
Hiertoe heeft IBED o.a. al in 2006 samen met lokale partners een
multi-disciplinaire workshop georganiseerd in Quito, Ecuador om de
kennis opgedaan in het toen nog lopende project te verspreiden.
In juni 2009 heeft een delegatie van het RUFLE onderzoeksteam
bestaande uit Prof. dr. Antoine Cleef, Prof. dr. Henry Hooghiemstra,
Dr. Boris Jansen, Dr. Femke Tonneijck en Prof. dr. Jan Sevink in het
Spaans de eindresultaten en aanbevelingen van het RUFLE programma
gepresenteerd op de Paramundi conferentie in Loja, Ecuador. Daarnaast
werd tijdens die gelegenheid officieel een Spaanstalige versie van het
RUFLE eindrapport overhandigd aan de Ecuadoriaanse Vice-Minister van
Milieu, Blgo. Manuel Bravo.
Verwijzingen
Bezoek de officiele website van de Paramundi conferentie (in het
Spaans)
Bron: Webmaster IBED
Universiteit van Amsterdam