http://www.evo.nl
Persbericht
19 augustus 2009
EVO: 'NEDERLAND BLUNDERT IN SCHELDEDOSSIER'
Verladersorganisatie EVO is zeer bezorgd over de voortgang van de uitdieping van de Westerschelde.
Gelet op de zwaarwegende economische belangen en op grond van de gemaakte afspraken deelt EVO de Belgische zorgen en zal er dan ook alles aan doen om beleidsmakers van de noodzaak tot snelle uitdieping te overtuigen. EVO deelt de opvatting van GroenLinks dat de premier de regie mag nemen. Het kabinet moet nu politieke daadkracht tonen. Of het Ministerie van LNV geeft een snelle en afdoende reactie op de bezwaren van de Raad van State, of men keert terug naar het oorspronkelijke plan, dat wel goed uitgewerkt was.
EVO meent dat deze procedurele hobbels voorkomen hadden kunnen worden wanneer Nederland niet in een heel laat stadium weer was gaan sleutelen aan reeds met de Belgen gemaakte afspraken. Toen alles al in kannen en kruiken was veranderde Nederland, onder druk van locale Zeeuwse landbouwbelangen, het plan om de Hedwigepolder aan het water terug te geven, in een plan om schorren aan te leggen. En dat nu, vindt de Raad van State, is niet zorgvuldig genoeg uitgewerkt.
Het is onbegrijpelijk dat de Nederlandse politiek het lokale belang van de boeren in die polder zwaarder laat wegen dan het internationale en nationale belang van een goed bevaarbare Westerschelde, een goed bereikbare Antwerpse haven en goed nabuurschap.
En nóg steeds ploeteren ambtenaren van LNV liever door om dat onzorgvuldige plan op te kalefateren, dan terug te keren naar de oplossing die al bereikt was. Waarom is een raadsel, volgens EVO.
Het past Nederland historisch en actueel gezien niet om een beleid met de schijn van protectionisme te voeren. Daarbij komt dat ook Nederlandse importeurs, exporteurs en producenten gebaat zijn bij goed functionerende Vlaamse havens. De economische schade die het niet uitdiepen veroorzaakt is daarmee veel groter dan de 70 miljoen euro die de Haven van Antwerpen zegt jaarlijks te zullen verliezen.
De schaalvergroting in de zeescheepvaart waarbij lengtes van 400 meter geen uitzondering zijn stelt steeds hogere eisen aan de bevaarbaarheid van de Westerschelde. Afspraken die hierover tussen België en Nederland zijn gemaakt, moeten worden nagekomen.