KPMG
Overheden kijken steeds kritischer naar transfer pricing
18|08|09 - In het besef dat tweederde van de wereldhandel plaatsvindt
binnen multinationale ondernemingen, kijken overheden wereldwijd
steeds kritischer naar transfer pricing.
Veel overheden blijken dan ook over te gaan tot uitbreiding en
verscherping van de controles op het verrekenprijsbeleid voor
grensoverschrijdende transacties tussen bedrijven die onderdeel zijn
van dezelfde groep. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG naar de
regelgeving voor en controles op transfer pricing in zestig
verschillende landen. Op deze manier willen zij nieuwe bronnen voor
belastingopbrengsten aanboren.
Vooral bedrijven die actief zijn in landen als China, Griekenland en
Vietnam krijgen te maken met nieuwe of uitgebreidere regelgeving op
het gebied van transfer pricing. De controle op transfer pricing raakt
bovendien steeds meer in zwang doordat veel overheden meer ervaring
krijgen met het analyseren van de onderlinge verrekenprijzen en zij
hiermee hun heffingsgrondslagen willen beschermen.
Vooral in de Asia Pacific-regio blijken de autoriteiten zich actief
met transfer pricing te bemoeien. Met name in India, Australië, China,
Singapore, Korea en Japan is de controle op de naleving van de regels
fors toegenomen. De belastingdiensten in de Asia Pacific-regio worden
door veel van de onderzochte bedrijven dan ook gezien als de strengste
ter wereld.
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat er grote verschillen zijn in de
controles op transfer pricing door overheden. "In het algemeen richten
transfer pricing controles zich op het vergelijken van transacties
tussen bedrijven binnen dezelfde organisatie met vergelijkbare
transacties tussen bedrijven die los van elkaar staan, de zogenaamde
zakelijke derdentransacties. Deze zienswijze wordt door de OESO
uitgedragen als het arm's length principe", constateert Jaap Reyneveld
van KPMG Meijburg & Co.
Reyneveld: "Uit het onderzoek blijkt echter dat sommige autoriteiten
belastingaanslagen en soms zelfs fiscale boetes opleggen aan
multinationale bedrijven gebaseerd op hun eigen perceptie van het at
arm's length principe. Dit terwijl de belastingdienst aan de andere
kant van de transactie heeft aangegeven dat de toegepaste
verrekenprijs wel zakelijk is. Zowel de strekking als de terminologie
van beide betrokken autoriteiten kunnen aldus gemakkelijk van elkaar
afwijken.
Voorts lijkt de Canadese belastingdienst zich steeds minder te richten
op een strenge interpretatie van de belastingregelgeving en meer op
een aanpak op basis van onderhandelingen welke plaatsvinden ná het
belastbare feit, het zogenaamde taxation by negotiation.
Hoewel deze aanpak voor lagere belastingafdrachten kan zorgen, heeft
het als nadeel dat het onzekerheid kan creëren voor de grote zakelijke
belastingbetaler, die waarde hecht aan een voorspelbaar resultaat voor
hun transacties.
Andere belastingdiensten, zoals de Amerikaanse en Nederlandse, lijken
daarentegen meer geneigd deze onzekerheid te willen wegnemen: door
middel van onderhandelingen met de belastingdienst kan een
belastingbetaler vóóraf zekerheid verkrijgen over de fiscale
implicaties van voorgenomen transacties. Deze afspraken kunnen worden
vastgelegd in een Advance Pricing Agreement dan wel een Advance Tax
Ruling."
In Europa blijkt vooral een toename van nieuwe regelgeving op het
gebied van documentatievereisten, de toepassing van op transacties
gebaseerde methodieken, en waarderingen van intellectueel eigendom en
bedrijfsreorganisaties. Oost-Europese landen lijken in toenemende mate
geïnteresseerd te zijn in het introduceren van regelgeving op het
gebied van transfer pricing na een vloed aan nieuwe investeringen van
bedrijven die voordeel willen halen uit lagere kosten en gunstige
belastingregimes.
Reyneveld: "Nu de winsten van veel multinationals afvlakken, zullen de
belastingdiensten hun controleactiviteiten intensiveren om er zeker
van te zijn dat elke jurisdictie zijn fair share van de slinkende
belastinginkomsten krijgt. Multinationale bedrijven moeten dus goed
voorbereid zijn om hun interne verrekenprijzen te verdedigen in de
landen waar zij actief zijn, met name door de zorgen dat aan de locale
transfer pricing documentatievereisten wordt voldaan. Een sterk en
verdedigbaar transfer pricing beleid en de juiste implementatie
daarvan worden dan ook steeds belangrijker voor grote internationale
bedrijven."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656
7039.
© 2009 KPMG N.V., registered with the trade register in the
Netherlands under number 34153857 and a Dutch limited liability
company and a member firm of the KPMG network of independent member
firms affiliated with KPMG International, a Swiss cooperative. All
rights reserved.