Bescherming van de rivierrombout (libellensoort)
> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 17 augustus 2009
Betreft Kamervragen over de bescherming van de rivierrombout (libellensoort)
Pagina 1 van 3
Back Office West
Team Vergunningen en
Ontheffingen Regie - Cluster
Handhaving
Laan van Nieuw Oost-Indië 131
Postbus 19530
2500 CM Den Haag
www.minlnv.nl
Onze referentie
DR/2009/3500
Uw referentie
2009Z13658
Bijlagen
2
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over de
bescherming van de rivierrombout (libellensoort).
1
Kent u het bericht "Herstart bouw fietsbrug over de Vlij"?1
Ja.
2
Deelt u de mening dat met herstart van deze fietsbrug de biotoop van de
rivierrombout ernstig wordt aangetast? Zo nee, waarom niet?
Ik deel deze mening niet. Begin mei 2009 heeft de gemeente Dordrecht een door
een ecologisch adviesbureau opgestelde rapportage overlegd waarin de huidige
situatie in het plangebied wordt beoordeeld. In de rapportage wordt
geconcludeerd dat met de aanleg van de brug de functie die het leefgebied heeft
voor de populatie rivierrombouten in de Vlij en het Wantij niet zodanig zal worden
aangetast dat sprake is van overtreding van de Flora- en faunawet.
Ik acht dit onderzoek voldoende adequaat om, mede gelet op gegevens uit voorgaande
onderzoeken, te concluderen dat voortzetting van de bouwwerkzaamheden
niet zal leiden tot overtreding van de Flora- en faunawet. Overigens heeft
de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam bij uitspraak van 29 mei
2009 overwogen dat ik mij op bedoeld onderzoek had mogen baseren.
1 Website gemeente Dordrecht, 19 mei 2009
http://cms.dordrecht.nl/dordt?waxtrapp=uqqqiKsHaKnPvBJiBCjBoxB
Back Office West
Team Vergunningen en
Ontheffingen Regie - Cluster
Handhaving
Datum
17 augustus 2009
Onze referentie
DR/2009/3500
Pagina 2 van 3
3
Is het u bekend dat exemplaren van deze diersoort (rivierrombout) pas vanaf juni
kunnen worden gesignaleerd? Zo ja, hoe verklaart u het feit dat beoordelingen
door de Dienst Regelingen zijn gebaseerd op onderzoeken, uitgevoerd in opdracht
van de gemeente Dordrecht, die onmogelijk de aanwezigheid van deze diersoort
konden aantonen? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen?
Ja. Voor zover het onderzoek dat is uitgevoerd betrekking heeft op de rivierrombout,
is dit niet bedoeld geweest als een inventarisatie van de aanwezigheid van
exemplaren van de rivierrombouten in het plangebied.
Het onderzoek had tot doel te beoordelen of ten gevolge van de aanleg van de
brug de functie die het leefgebied heeft voor de populatie rivierrombouten in de
Vlij en het Wantij zodanig zal worden aangetast dat sprake is van overtreding van
de Flora- en faunawet. Dit bleek niet het geval.
4
Deelt u de mening dat deze onderzoeken gebaseerd zijn op gegevens, die het
besluit niet kunnen rechtvaardigen en op het juiste tijdstip opnieuw moeten
worden uitgevoerd? Zo ja, welke maatregelen bent u bereid te nemen? Zo nee,
waarom niet?
Nee, deze mening deel ik niet. Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 3 zie ik geen
aanleiding te veronderstellen dat het uitgevoerde onderzoek gebaseerd is op
gegevens die het besluit niet kunnen rechtvaardigen. Er is dan ook geen reden het
onderzoek opnieuw uit te voeren.
5
Deelt u de mening dat de bouwwerkzaamheden aan de fietsbrug stilgelegd
moeten worden, totdat de uitkomsten van een nieuw onderzoek, dat op een
adequaat tijdstip is uitgevoerd, bekend zijn? Zo ja, welke maatregelen bent u
bereid te nemen? Zo nee, waarom niet?
Nee, zie vraag 3 en 4.
6
Bent u bereid de ontheffing opnieuw te verlenen waarin dezelfde eisen zijn
opgenomen als in de voorgaande ontheffingen, zodat de biotoop in stand blijft en
met werkzaamheden door de gemeente Dordrecht rekening gehouden wordt met
de seizoensactiviteiten van de soorten? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom
niet?
Back Office West
Team Vergunningen en
Ontheffingen Regie - Cluster
Handhaving
Datum
17 augustus 2009
Onze referentie
DR/2009/3500
Pagina 3 van 3
Eerdergenoemde rapportage heeft duidelijk gemaakt dat er geen ontheffing van
de Flora- en faunawet (meer) benodigd is voor het project.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit