17 augustus 2009
De diversiteit van de deelnemers aan de SER International Summer
School vormt juist de kracht voor een succesvolle week, aldus
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan gisteren bij de opening van de
SER International Summer School in Noordwijk. Hoezeer de landen van de
deelnemers economisch en cultureel ook verschillen, de verdere
ontwikkeling van de sociale dialoog is volgens Rinnooy Kan een
gemeenschappelijke band.
Een week lang volgen jonge buitenlandse talenten uit de
overlegeconomie uit 30 verschillende landen een gevarieerd programma
dat bestaat uit lezingen, workshops en bezoeken. Het doel van de
International Summer School is het van en met elkaar leren en
ervaringen uitwisselen. Maar daarnaast wil de Summer School bijdragen
aan versterking van de onderlinge band tussen sociaal-economische
adviesraden en impulsen geven aan de sociale dialoog in de diverse
landen.
Centraal in het programma staan de internationale ontwikkelingen in de
sociale dialoog, maar er is ook aandacht voor de globalisering en de
internationale crisis. Verder maken de deelnemers kennis met de
organisatie en werkwijze van andere adviesraden en krijgen ze
trainingen in leiderschap en overtuigend spreken. Het programma bevat
ook ontmoetingen met Nederlandse werkgevers- en
werknemersorganisaties. Tijdens de officiële opening van de
International Summer School sprak Véronique Timmerhuis, algemeen
secretaris van de SER, de hoop uit dat de deelnemers alle gelegenheid
zullen hebben elkaars ervaringen uit te wisselen, en de onderlinge
contacten te verstevigen.
De eerste International Summer School vindt plaats in de context van
de internationale vereniging van sociaal-economische adviesraden
(AICECIS), die zo'n 60 adviesraden verenigt uit Europa, Afrika,
Latijns-Amerika en Azië. De organisatie van de eerste International
Summer School ligt in handen van de SER. De Summer School wordt
financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van Buitenlandse Zaken
en de Stichting Instituut Gak.
Sociaal-Economische Raad