Datum 17 augustus 2009
Reactie met betrekking tot het kapbeleid van Staatsbosbeheer
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u mijn antwoord op uw vraag om een reactie op de brief van
mevrouw Van Breest Smallenburg-Lazonder.
In de bovengenoemde brief uit mevrouw Van Breest haar ongenoegen over het
kapbeleid van Staatsbosbeheer. In deze brief zal ik nader ingaan op de door
mevrouw Van Breest Smallenburg-Lazonder genoemde punten.
Als eerste gaat de brief in op het kapbeleid van Staatsbosbeheer in de omgeving
van Dwingeloo. Het betreft hier het Dwingelderveld, één van de Nationale Parken.
Elk Nationaal Park is verplicht een beheer- en inrichtingsplan op te stellen. Het
beheer- en inrichtingsplan Dwingelderveld is goedgekeurd en vastgesteld door het
overlegorgaan van het Nationaal Park en tevens door het provinciaal bestuur en
door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit overlegorgaan is
bij uitstek het forum waar de maatschappelijke discussie over de inrichting en
beheer van het Nationaal Park plaats vindt. Bij het opstellen van het beheer- en
inrichtingsplan wordt de mening van de lokale bevolking zorgvuldig meegewogen.
Dit betekent overigens vanzelfsprekend niet dat aan iedere wens tegemoet kan
worden gekomen. Bij de vaststellingsprocedure van het beheer- en inrichtingsplan
bestaat voor iedere belanghebbende de formele mogelijkheid om in te spreken.
Het feitelijke beheer is de verantwoordelijkheid van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer
heeft mij geïnformeerd dat het kapbeleid in het Dwingelderveld plaats
vindt conform het beheer- en inrichtingsplan Dwingelderveld.
In het beheer- en inrichtingsplan is inderdaad voorzien in het terugdringen van
het aantal uitheemse soorten. Uit onderzoek blijkt dat in een bos met inheemse
bomen een veelvoud aan soorten voorkomt ten opzichte van in een bos met
uitheemse soorten. Het is dus goed voor de biodiversiteit om het aantal uitheemse
soorten terug te dringen en te vervangen door inheemse soorten.
Overigens houdt Staatsbosbeheer rekening met de opvattingen over de
omvorming van omwonenden en gebruikers.
Zo vindt de omvorming geleidelijk plaats en laat Staatsbosbeheer in overleg met
de locale bevolking waar mogelijk de beeldbepalende bomen staan.
Een belangrijk doel van het beheer- en inrichtingsplan van het Dwingelderveld is
het terugdringen van de verdroging. Tijdens de ontginning van de natte
heidevelden begin vorige eeuw is het gebied sterk ontwaterd. Nu worden er waar
mogelijk weer de oorspronkelijke natte natuurwaarden hersteld en de Natura-
2000-doelen voor het gebied gerealiseerd. De eerste jaren na de uitvoering van
deze maatregelen ziet het er in eerste instantie inderdaad niet fraai uit. Op
plekken, waar volgens plan tien jaar geleden is gekapt is echter nu een mooie
ontwikkeling waar te nemen en zijn de sporen van de ingreep vrijwel niet meer
zichtbaar.
Het tweede punt in de brief betreft het Terhorsterzand. Voor dit gebied geldt in
feite hetzelfde als voor het Dwingelderveld. Staatsbosbeheer heeft mij
geïnformeerd dat ook hier dunningskappingen zijn uitgevoerd van uitheemse
soorten met als doel de inheemse soorten meer ruimte te geven. Hier is meer
ruimte gekomen voor natuurlijke verjonging, waardoor er op termijn een
gevarieerder en soortenrijker bos zich zal ontwikkelen.
Mevrouw Van Breest Smallenburg-Lazonder stipt ook het samengaan van
recreatie en natuurbescherming aan in het Dwingelderveld. Staatsbosbeheer heeft
de wettelijke opdracht om de (natuurgerichte) recreatie te bevorderen. Het is dus
voor Staatsbosbeheer een belangrijke doelstelling. Zeker in een druk bevolkt land
als Nederland bestaat grote behoefte aan onthaasten, recreëren en genieten van
de natuur. Ter bevordering van het draagvlak voor natuur hoort daar voorlichting
bij en die vindt inderdaad deels plaats via informatiepanelen.
Het samengaan van natuur en natuurgerichte recreatie is al sinds jaar en dag mijn
beleid bij de ontwikkeling van nationale parken. In het Nationaal Park
Dwingelderveld blijkt overigens uit onderzoek dat de streek ook een groot
economisch voordeel heeft bij de aanleg van het nationaal park en de daarbij
behorende recreatievoorzieningen. Verblijfsaccomodaties, horeca en winkels
profiteren van de vele bezoekers aan het Dwingelderveld.
Naar mijn mening heeft Staatsbosbeheer echter gehandeld in het belang van mijn
opdracht voor natuur- en recreatiebeheer en heeft zich afdoende ingespannen om
de mening van de omwonenden mee te nemen in de planvorming.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit