Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op vragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over AWBZ-gelden Leger des Heils

Antwoorden op vragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over AWBZ-gelden Leger des Heils

Kamerstuk, 17 augustus 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2948342

Antwoorden op kamervragen aan staatssecretaris Bussemaker van het Kamerlid Thieme over AWBZ-gelden Leger des Heils (2009Z14448).

Vraag 1

Kent u het bericht "Leger des Heils afhankelijk van AWBZ-potje overheid"?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat het Leger des Heils een bedrag aan eigen inkomsten genereert dat vele malen lager ligt dan de tegemoetkoming die de organisatie krijgt uit overheidsmiddelen.

Antwoord 2

Uit het bericht waar u naar verwijst blijkt dat dit zo is. Ik heb geen inzicht in de opbrengst van de fondswerving van het Leger des Heils.

Vraag 3

Acht u het wenselijk dan wel verantwoord dat de overheid een zo groot deel van de praktische uitvoering van de AWBZ in handen legt van een levensbeschouwelijke organisatie met een eigen missie? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe wilt u verandering brengen in deze situatie?

Antwoord 3

De zorgaanbieders zijn stichtingen ontstaan vanuit particulier initiatief. Er zijn derhalve instellingen op verschillende levensbeschouwelijk grondslagen. Als deze instellingen toegelaten zijn tot het verlenen van AWBZ-zorg en gecontracteerd worden door zorgkantoren. omdat zij doelmatige en kwalitatief goede zorg kunnen leveren aan daarvoor geïndiceerde cliënten, dan is aan mijn eisen voldaan.

Vraag 4

Deelt u de mening dat hulp in het kader van de AWBZ op waardevrije basis gegeven zou moeten worden en los zou moeten staan van (religieuze) levensbeschouwing? Zo ja, op welke wijze kunt u garanderen dat de honderden miljoen aan AWBZ-geld die via het Leger des Heils worden uitgegeven niet direct of indirect worden ingezet voor het uitdragen van de religieuze levensbeschouwing van het Leger des Heils? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

In de AWBZ worden cliënten geïndiceerd voor de functies verpleging, persoonlijke verzorging, begeleiding, behandeling en /of verblijf. Bij een aantal functies speelt levensbeschouwing geen rol in de gegeven zorg. Bij andere kan het wel of geen rol spelen. Er zijn bijvoorbeeld in de zorg met verblijf diverse levensbeschouwelijke (ook humanistische) raadslieden actief afhankelijk van de behoefte van cliënten.
Dit is uiteraard iets heel anders dan het uitdragen van een de religieuze levensbeschouwing. Dat is geen AWBZ-zorg. Het Leger des Heils krijgt AWBZ- middelen om AWBZ -Zorg te leveren. Het zorgkantoor ziet daarop toe.

Vraag 5

Kunt u uiteenzetten welk deel van de AWBZ-gelden wordt uitgekeerd aan of via andere levenbeschouwelijke of religieuze niet-gouvernenentele organisaties(NGO's) en op welke wijze daarbij de waardevrije uitvoering van de AWBZ gegarandeerd wordt?

Antwoord 5

Zie mijn antwoord op uw vragen 3 en 4.

Vraag 6

Is het u bekend dat het Leger des Heils in de rode cijfers is beland en dus nog afhankelijker van de overheid zou kunnen worden voor de via haar uitgevoerde zorgtaken dan eerder het geval was. Zo ja, deelt u de mening dat dit een onwenselijke situatie is, ontstaan door de onbalans tussen overheidsteun en eigen inkomsten?

Antwoord 6

Neen dat is mij niet bekend. De AWBZ-vergoeding is voldoende voor het leveren van kwalitatief goede zorg. Een instelling dient niet afhankelijk te zijn van overige inkomsten om AWBZ-zorg te leveren. Ik acht daarom de mate van AWBZ-zorg leveren en eigen inkomsten bij toegelaten instellingen niet echt relevant.

Vraag 7

Deelt u de mening dat de marktwerking in de zorg een belangrijk aandeel heeft in het feit dat zorgtaken bij NGO's, zoals het Leger des Heils, zijn terechtgekomen? Zo ja, acht u dit een wenselijke ontwikkeling? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Het stimuleren van meer aanbieders dient om de keuze van de cliënt te vergroten. Zoals ik al gezegd heb zijn zorginstellingen particulier initiatief en staat de uitvoering van zorg door NGO's los van marktwerking. Ik deel uw mening daarom niet.

Vraag 8

Deelt u de mening dat zorgtaken die voortvloeien uit de AWBZ primair thuishoren bij de overheid? Zo ja, op welke termijn bent u bereid invulling te geven aam deze opvatting, in relatie tot de scheefgroei in steun aan NGO's, zoals het Leger des Heils, in relatie tot de eigen inkomsten en missie van de organisatie? Zo nee waarom niet?

Antwoord 8

Neen, de overheid bepaalt op welke AWBZ-zorgaanspraken de Nederlanders recht hebben. Vervolgens wordt bij de indicatiestelling de noodzaak van zorg objectief en onafhankelijk vastgesteld. De overheid levert deze zorg niet zelf. U bent overigens het eerste Kamerlid dat oppert dit wel te gaan doen. Er worden zorginstellingen van particulier initiatief toegelaten en gecontracteerd door de zorgkantoren om in deze zorgvraag te voorzien. Omdat er geen sprake is van steun aan NGO's, maar van een vergoeding van zorgkosten aan toegelaten zorginstellingen, deel ik ook niet uw stelling dat sprake is scheefgroei.