ChristenUnie
ChristenUnie.nl
Rouvoet houdt provincies aan wegwerken wachtlijsten
Rouvoet houdt provincies aan wegwerken wachtlijsten
maandag 17 augustus 2009 09:58 Na een gestage daling eind vorig en
begin dit jaar, blijkt uit de stand van 1 juli dat de wachtlijsten
voor de provinciale jeugdzorg weer zijn gestegen. Minister Rouvoet
laat in reactie daarop de verantwoordelijke provincies weten dat hij
hen houdt aan de afspraak dat de wachtlijsten op 1 januari 2010 zijn
weggewerkt. Het niet realiseren van deze afspraak vindt hij niet
acceptabel. De minister sschreef dit donderdag in een brief aan de
Tweede Kamer.
Vorig jaar heeft minister Rouvoet met de provincies en grootstedelijke
regio's prestatieafspraken gemaakt over het wegwerken van de
wachtlijsten in de provinciale jeugdzorg. Deze overeenkomst kwam erop
neer dat gegeven de verwachte landelijke groei van de zorgvraag, er
met de beschikbaar gestelde middelen eind 2009 geen jeugdigen langer
dan 9 weken hoeven te wachten op hulpverlening. In totaal wachtten op
1 juli 4.946 kinderen al langer dan negen weken.
Naast eigen geld dat de provincies hiervoor uittrokken, liet minister
Rouvoet de prestatieafspraken vergezeld gaan van een extra financiële
injectie van 115 miljoen euro. Hiermee stelde hij de provincies in
staat om de wachtlijsten weg te werken en een groei van de zorgvraag
(tot 8,4% over 2009) op te vangen.
Stijging
Na de aanvankelijke daling geven in veel provincies de wachtlijsten op
de peildatum 1 juli - die betrekking heeft op het tweede kwartaal van
2009 - weer een stijging te zien. Terwijl een forse daling nodig is om
op schema te blijven. Minister Rouvoet maakt zich grote zorgen over de
voortgang van de afspraken en ontbiedt volgende week de gedeputeerden
van de provincies waar de wachtlijsten zijn toegenomen voor een
individueel bestuurlijk overleg. Ook met de provincies waar de daling
onvoldoende lijkt om de afspraken te kunnen realiseren, treedt hij in
overleg.
De minister wil uitleg over de oorzaken van de stijging en inzicht in
de acties die tot nu toe zijn ondernomen. Ook verlangt hij van
provincies een prognose voor de stand eind 2009 en inzicht in de
aanpak die provincies kiezen om de prestatieafspraken alsnog te
realiseren. Hoewel hij het nadrukkelijk ziet als het uiterste middel,
geeft Rouvoet in een brief aan de Tweede Kamer aan niet te zullen
aarzelen om desnoods bij provincies in te grijpen door middel van een
`aanwijzing'. Dit houdt in dat de minister aan een provincie een
bestuurlijke opdracht geeft om de afgesproken prestaties te
realiseren.