4. Antwoorden op Kamervragen De Vries en Sterk over de bedreiging van
de continuering van zorg aan kinderen
Antwoorden op Kamervragen De Vries en Sterk over de bedreiging van de
continuering van zorg aan kinderen
Kamerstuk, 13 augustus 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2940459
13 augustus 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden De
Vries en Sterk (beiden CDA) over de bedreiging van de continuering van
zorg aan kinderen (2009Z12237).
Hoogachtend,
Mede namens de minister voor Jeugd en Gezin,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden De Vries en Sterk over de
bedreiging van de continuering van zorg aan kinderen (2009Z12237).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel "Continuering zorg aan kinderen ernstig
bedreigd" en kent u vergelijkbare situaties?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat zorgkantoren niet langer de pgb-voorschotten overmaken
op de `derderekening' van de William Schrikker Groep (WSG) ? Is dit
naar uw oordeel een logisch uitvloeisel van de aanscherping in het
pgb-beleid, zoals gevraagd in de motie Wolbert - Jan de Vries?
Vraag 3
Is het waar dat een groot aantal ouders waarvan een kind onder
behandeling of begeleiding is bij de WSG niet in staat is een pgb te
beheren? Zo ja, vindt u het dan wenselijk dat de zorgkantoren de
pgb-voorschotten, ondanks de uitgesproken ondertoezichtstelling (OTS)
en/of jeugdreclasseringsmaatregel toch rechtstreeks uitkeren aan de
budgethouders, namelijk de ouders?
Vraag 4
Acht u het in het algemeen wenselijk dat ouders met kinderen waarvoor
een OTS en/of jeugdreclasseringsmaatregel is uitgesproken een pgb
kunnen aanvragen en beheren?
Vraag 5
Geeft u gehoor aan de oproep van de WSG om voor deze en vergelijkbare
instellingen een uitzondering te maken en pgb-voorschotten wél te
betalen aan instanties die namens de overheid een rechtsmaatregel
uitoefenen en toestemming hebben verkregen van de wettelijke
vertegenwoordiger van de budgethouder om het pgb-budget te beheren? Zo
nee, hoe kunt u anderszins garanderen dat de voor deze kinderen
geïndiceerde zorg wel verleend kan worden?
Antwoorden 2 tot en met 5
Zoals ik toegezegd heb in mijn brief van 12 juni 2009 over de nadere
uitwerking van de toekomst van de AWBZ heb ik inmiddels geregeld dat
het pgb uitsluitend nog op de rekening van de budgethouder dan wel
zijn wettelijke vertegenwoordiger gestort kan worden. Hiermee heb ik
uitvoering gegeven aan de motie Wolbert en De Vries.
Als er sprake is van ondertoezichtstelling van of van een
reclasseringsmaatregel met betrekking tot een jeugdige verzekerde is
het echter niet altijd gewenst om het voorschot op de rekening van de
verzekerde of diens wettelijke vertegenwoordiger over te maken. Het
kan dan de voorkeur verdienen het voorschot over te maken op de
bankrekening van de organisatie die belast is met het toezicht dan wel
met de uitvoering van de reclasseringsmaatregel. Daarom is in overleg
met het College voor Zorgverzekeringen en de WSG in de
subsidieregeling voor deze situatie een uitzondering gemaakt. Aan de
oproep van de WSG heb ik dus al gehoor gegeven.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport