Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag Postbus 20018 www.minocw.nl 2500 EA Den Haag

Onze referentie PO/OO/129030

Uw referentie 2009Z07938/2009D20632

Datum 14 augustus 2009
Betreft Kabinetsreactie op rapporten van FORUM en het Kenniscentrum Gemengde Scholen inzake segregatie.

In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, doe ik u ­ mede namens staatssecretaris Van Bijsterveldt en Minister Van der Laan ­ de kabinetsreactie toekomen op de volgende rapporten:


- `Leerlingen, basisscholen en hun buurt, een onderzoek naar de samenstelling van schoolpopulaties en buurtpopulaties' van het Kenniscentrum Gemengde Scholen;

- Bestrijding van segregatie in het onderwijs in gemeenten, Verkenning van lokaal beleid anno 2008' van het SCO-Kohnstamm Instituut in opdracht van Forum.

Leeswijzer
Hieronder vindt u in de eerste twee paragrafen een korte uiteenzetting van de inhoud van deze rapporten. In de derde paragraaf kunt u de beleidsreactie op de rapporten lezen.


1. Leerlingen, basisscholen en hun buurt (Kenniscentrum Gemengde Scholen)

Op 22 april jl. bracht het Kenniscentrum Gemengde Scholen het rapport `Leerlingen, basisscholen en hun buurt' uit. Het rapport geeft een overzicht van de mate waarin schoolpopulaties in achtendertig gemeenten een afspiegeling zijn van de buurt waarin deze scholen staan. Het gaat hierbij om gegevens die betrekking hebben op het schooljaar 2005-2006. In de resultatenanalyse is gebruik gemaakt van door de onderzoekers zelf gestelde definitiebepalingen en daarbij behorende afgrenzingen ten aanzien van `te witte' of `te zwarte' basisscholen.1 De onderzoekers komen op basis hiervan tot de conclusie dat tweederde van de


1 `Leerlingen, basisscholen en hun buurt, de schoolpopulaties in 38 grote gemeenten vergeleken met buurtpopulaties' van het Kenniscentrum Gemengde Scholen, (Amsterdam/Rotterdam: 2009), p. 9
a
na 1 van 5 Pagi





scholen een afspiegeling vormt van de wijk waarin ze staan. Zij stellen vast dat Datum het realiseren van afspiegeling vooral in de Randstad een probleem lijkt te zijn.

De onderzoekers geven daarbij echter aan dat andere gemeenten hier ook mee te Onze referentie maken hebben en het hier zeker niet gaat om een specifiek G4-probleem. Het PO/OO/109334 percentage afspiegelingsscholen in de gemeenten hangt negatief samen met het

percentage leerlingen van niet-westerse afkomst in de gemeente.2 Het rapport beoogt gemeenten in staat te stellen om, op basis van de gegevens, een eigen positie te bepalen en dit te plaatsen naast het beleid dat de gemeente voorstaat om segregatie te bestrijden.


2. verkenning van lokaal beleid (FORUM)

Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, bracht op 18 april jl. op eigen initiatief een verkenning uit over het lokale beleid aangaande de bestrijding van onderwijssegregatie in het jaar 2008. Deze verkenning is uitgevoerd door het SCO-Kohnstamm Instituut. Het rapport geeft een algemene inventarisatie van de mate waarin gemeenten met betrokken partijen overleg voeren over het bevorderen van gemengde scholen.
De onderzoekers stellen dat in 2008 in meer dan vier op de vijf onderzochte gemeenten overleg gevoerd werd over de bestrijding van segregatie. Er wordt ook aangegeven dat er in 2008 in een substantieel deel van de gemeenten geen afspraken gemaakt zijn om segregatie in het onderwijs tegen te gaan. Daarvoor worden door de onderzoekers een aantal verklaringen opgevoerd. Zij concluderen onder meer dat het tegengaan van segregatie voor gemeenten geen prioriteit geniet, maar ook dat er onvoldoende commitment en overeenstemming is tussen lokale partijen om tot afspraken te komen.


3. Reactie van het kabinet

Op basis van het onderzoek van FORUM kunnen geen generaliseerbare conclusies worden getrokken. Daarvoor is de representativiteit van het geringe aantal respondenten te beperkt. De analyse van het Kenniscentrum geeft een weergave van de situatie in 2006. Deze situatie was het vertrekpunt van waaruit het kabinet in zijn coalitieakkoord de segregatieproblematiek agendeerde. Dit doet echter niets af aan het belang dat het kabinet ziet in de segregatieproblematiek, die in de rapporten onder de aandacht wordt gebracht.
Het kabinet wil bevorderen dat leerlingen met verschillende achtergronden samen naar school gaan. Hierbij is het van belang om te bedenken dat de bestrijding van segregatie niet eenvoudig is. Deze bestrijding hangt namelijk voor een belangrijk deel ook samen met de aanpak van de woonsegregatie.

Wat betreft de bevordering van integratie, richten wij ons in het onderwijs op de verbetering van de onderwijskwaliteit, het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en het stimuleren van ontmoeting tussen leerlingen met verschillende achtergronden. Over woonsegregatie heeft de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie een nota in voorbereiding. In deze nota zal ook worden


2 Ibid. pag. 25

Pagina 2 van 5





ingegaan op het belang van de school als ontmoetingsplaats. Forum vraagt daar Datum aandacht voor in de bij het rapport meegestuurde brief.

Onze referentie In het kader van de kwaliteitsagenda's primair3 ­en voortgezet onderwijs4 wordt PO/OO/109334 een extra impuls gegeven aan de verbetering van het onderwijs in met name de

basisvaardigheden taal en rekenen. Ook het aanpakken van andere achterstanden wordt gefaciliteerd. Ongeacht de samenstelling van scholen, staat de kwaliteit van het onderwijs voorop. Dit wordt ook onderstreept in de begeleidende brief bij het FORUM-rapport. Het kabinet is voorstander van een samenleving zonder scheidslijnen, waarin iedereen meedoet naar haar of zijn mogelijkheden en een goed bestaan kan opbouwen. De verbetering van de kwaliteit van het onderwijs is hierin een onmiskenbare factor. Daarnaast is het kabinet van mening dat contacten tussen verschillende bevolkingsgroepen van wezenlijk belang zijn voor de sociale samenhang in ons land. Het onderwijs vervult als voorbereider op de samenleving ­ onder andere als ontmoetingsplek voor kinderen en jongeren - een belangrijke rol in het stimuleren hiervan.
Hieronder zal in algemene zin worden ingegaan op de maatregelen die in dit kader worden genomen in het onderwijs.

Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs verkeert wat de segregatieproblematiek betreft, in een andere positie dan het primair onderwijs.5 Deze sector kent namelijk de indeling in schooltypes (vmbo, havo en vwo). Hierin is het cognitieve vaardigheidsniveau van leerlingen een belangrijke differentiërende factor. Daarbij is het ook zo dat middelbare scholen minder wijkgebonden zijn dan basisscholen. De benaderingswijze en de aanpak van deze problematiek verschilt daarom van het basisonderwijs.

In juni 2008 heeft het kabinet een brief naar uw Kamer gestuurd met daarin een aantal maatregelen waarmee segregatie landelijk bestreden wordt in het voortgezet onderwijs. In dat kader worden investeringen gedaan die met name aan kwetsbare leerlingen ten goede komen.
Op 4 juni 20096 deed het kabinet u zijn reactie op het WRR-rapport "Vertrouwen in de school, over de uitval van `overbelaste' jongeren" toekomen, waarin maatregelen zijn aangekondigd voor jongeren die ondersteuning nodig hebben. Het doel daarbij is ervoor zorgen dat zij hun diploma kunnen halen, passend werk kunnen vinden en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Het kabinet heeft in deze brief aangegeven onvoldoende basis te zien voor gedwongen spreiding van deze jongeren.


3 Kamerstuk 2007­2008, 31 293, nr. 1

4 Kamerstuk 2007-2008, 31 289, nr. 1

5 Vgl. brief aangaande de bevordering van integratie in het voortgezet onderwijs, Kamerstuk 2007- 31 289 nr 40.

6 Kamerstuk 2008-2009, 29 544, nr. 190

Pagina 3 van 5





De genoemde ontmoetingen tussen leerlingen met verschillende achtergronden Datum krijgen in het voortgezet onderwijs vorm via:


· de mogelijkheid van specifieke invullingen van de Maatschappelijke stage, Onze referentie zoals leerlingen die stage lopen op andere scholen met leerlingen met een PO/OO/109334 andere culturele achtergrond of bij andere instellingen met mensen met

uiteenlopende achtergronden;

· sportactiviteiten, zoals het organiseren van en deelnemen aan wedstrijden ook tussen scholen;

· Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) en brede schoolactiviteiten, zoals culturele en vormende activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld kunst, natuur, muziek, zang, dans, literatuur etc.;
· burgerschapsvorming, zoals de behandeling van maatschappelijke thema's en gastlessen in het vak maatschappijleer;
· professionalisering van leraren, ook om hen goed te kunnen laten omgaan met leerlingen van verschillende herkomst.

Primair Onderwijs
Naast de onderwijsinhoudelijke stimulering van actief burgerschap en sociale integratie en daaraan gerelateerde activiteiten, wordt in het basisonderwijs ook ingezet op de bevordering van gemengde scholen. In twee brieven7 aan uw Kamer heb ik mijn beleid uitgewerkt rondom het tegengaan van segregatie in het basisonderwijs. Er worden in dit kader sinds vorig jaar in zeven gemeenten8 een aantal pilots uitgevoerd. Recentelijk zijn hier vier pilotgemeenten bijgekomen.9 De maatregelen die in deze gemeenten worden uitgeprobeerd, hebben betrekking op: het aannamebeleid van de scholen, het stimuleren en ondersteunen van ouderinitiatieven om tot gemengde scholen te komen en het stimuleren van zogeheten vriendschapsscholen waarbij gezamenlijke activiteiten van allochtone en autochtone leerlingen plaatsvinden. Als scholen in wijken staan die eenzijdig zijn samengesteld, zal worden gestimuleerd dat zij in contact komen met scholen die een andere leerlingensamenstelling hebben. In het concept van de Vriendschapsscholen, dat onder andere in Rotterdam zijn beslag krijgt, wordt gestreefd naar koppels van scholen die qua schoolcompositie van elkaar verschillen. Circa vijftig Rotterdamse scholen ondernemen in samenwerkingsverbanden activiteiten met hun leerlingen. Daarbij kan de hulp worden ingeschakeld van welzijnsorganisaties.
Mijn streven is dus om effectieve instrumenten te vinden om tot meer evenwichtige samenstelling van de schoolpopulatie op basisscholen te komen én om het aantal contactmomenten tussen basisschoolleerlingen met verschillende achtergronden te vergroten. De effecten worden op dit moment onderzocht. Uw Kamer ontvangt in de loop van 2010 een tussenevaluatie.

bijeenkomst gemengde basisscholen
Hierboven is gewezen op het hardnekkige karakter van deze problematiek. Geduld is hierbij van belang. Tegelijkertijd zijn we ook gebaat bij het bevorderen van een omslag, waarbij onder verantwoordelijke partijen en bredere lagen van


7 Kamerstuk 2007-2008, 31 293, nr. 3 en Kamerstuk, 2007-2008, 31 293, nr. 13
8 Het gaat om de gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Deventer, Eindhoven en Nijmegen

9 Het gaat om de gemeenten: Amersfoort, Leiden, Schiedam en Tilburg

Pagina 4 van 5





de bevolking een positievere houding ontstaat over het belang van gemengde Datum basisscholen. In het najaar zal ik ter stimulering hiervan een bijeenkomst

organiseren. Hierin zullen gemeenten, schoolbesturen binnen het basisonderwijs Onze referentie en ouders de mogelijkheid krijgen om hun activiteiten op een voor anderen PO/OO/109334 inspirerende wijze naar voren te brengen. Ook gemeenten die niet deelnemen aan

de pilots, zullen hiervoor worden uitgenodigd. De deelnemers zullen daarmee inzicht verkrijgen in maatregelen die in hun situatie toepasbaar zouden kunnen zijn. Het is immers de lokale setting waarin de aanpak echt vorm krijgt. Het kabinet deelt daarom ook de mening van Forum dat gemeenten in de bestrijding van deze problematiek belangrijke partners zijn. Sinds 1 augustus 2006 zijn de gemeenten en schoolbesturen van primair en voortgezet onderwijs en de kinderopvang verplicht met elkaar te overleggen over de bestrijding van segregatie in het onderwijs. De pilots en de resultaten die daaruit voortvloeien hebben mede tot doel om hen daarin te ondersteunen.

4. Slot
Hierboven is ­ in het verlengde van de aangehaalde brieven ­ in grote lijnen aangeven hoe wij op verschillende terreinen inzetten op de bevordering van integratie binnen het onderwijs. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om kinderen zo vroeg mogelijk te laten kennismaken met de diversiteit binnen onze samenleving. Het kabinet heeft daarbij voor wat betreft het onderwijs gekozen voor een aanpak van onderop. Er is daarbij dus geen sprake van dwang. Als er successen worden geboekt met de pilots in het basisonderwijs, zal ik bezien hoe ik die successen kan verzilveren.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sharon A.M. Dijksma

Pagina 5 van 5