Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum 12 augustus 2009
Betreft Kamervragen van de leden Van Miltenburg en Dezentjé Hamming-
Bluemink (beiden VVD)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Van Miltenburg en
Dezentjé Hamming-Bluemink (beiden VVD) van uw Kamer over het bericht dat
scholen in het voortgezet onderwijs de leermiddelen voor gehandicapte kinderen
zelf moeten gaan betalen. De vragen werden mij op 31 juli 2009 toegezonden
met uw brief met kenmerk 2009Z14458.
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart,
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Antwoorden op de schriftelijke vragen van 31 juli 2009, van de leden Van
Miltenburg en Dezentjé Hamming-Bluemink (beiden VVD) van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over het bericht dat scholen
in het voortgezet onderwijs de leermiddelen voor gehandicapte kinderen zelf
moeten gaan betalen.
1
Kent u het bericht "Einde extra kosten leermateriaal gehandicapt kind"? 1)
Ik heb van dit bericht kennis genomen.
2
Is het waar dat ouders voortaan geen eigen bijdrage meer hoeven te betalen voor
aangepast leermateriaal voor (een) kind(eren) met een beperking en dat de
verantwoordelijkheid voor de kosten voortaan volledig bij de scholen komt te
liggen? Zo ja, hoe zijn scholen hierover geïnformeerd?
Het is waar dat ouders voortaan geen eigen bijdrage meer hoeven te betalen voor
aangepast lesmateriaal. Scholen voor voortgezet onderwijs zijn vanaf het
schooljaar 2009/2010 verplicht om lesmateriaal (schoolboeken) gratis ter
beschikking te stellen aan leerlingen. In het primair onderwijs en in het
(voortgezet) speciaal onderwijs waren scholen hiertoe al verplicht. Dit geldt ook
voor aangepaste schoolboeken. Aangepaste schoolboeken zijn bijvoorbeeld
gesproken boeken (voor de Daisy speler), braille boeken en vergrotingen. Deze
boeken worden speciaal gemaakt voor leerlingen met een leesbeperking, zoals
een visuele handicap of dyslexie. Voorheen waren het vaak de ouders die deze
aangepaste schoolboeken bestelden en daarvoor een eigen bijdrage betaalden
van 15 per titel. Vanaf schooljaar 2009/2010 mag dat dus niet meer. Scholen
voor primair- en voortgezet onderwijs moeten dan de door hen voorgeschreven,
verplichte leermiddelen voor al hun leerlingen betalen, met en zonder een
beperking. Die verplichting vloeit ook voort uit de Wet gelijke behandeling op
grond van handicap of chronische ziekte, welke het verbiedt dat voor de twee
groepen leerlingen en hun ouders een ongelijk financieel regime gevoerd wordt
wat betreft de bekostiging van de voor hen noodzakelijke schoolboeken.
Het is niet zo dat de verantwoordelijkheid voor de kosten voortaan volledig bij de
scholen komt te liggen. Het ministerie van OCW subsidieert de volledige
productiekosten van de aangepaste schoolboeken, waardoor de kosten voor
scholen beperkt zijn. Scholen hoeven alleen de materiaal- en verzendkosten (van
4,50 per titel) te betalen.
Scholen zijn hierover geïnformeerd via verschillende websites en nieuwsbrieven
(o.a. de nieuwsbrief PO, de nieuwsbrief van de VO-raad en de websites van OCW,
gratisschoolboeken en Postbus 51). Op korte termijn komt er tevens een
voorlichtingspublicatie vanuit CFI. Ook de ouders zijn over de wijziging
geïnformeerd, onder meer via de websites en informatiekanalen van het
ouderadviespunt 5010 en Balans (ouderorganisatie onder meer gericht op
dyslectische kinderen).
3
Op welke wijze worden scholen gecompenseerd? Gaat u in het kader van gelijke
behandeling de scholen of de ouders een dekkend bedrag per leerling storten,
zoals eerder is gebeurd bij de gratis schoolboeken in het voortgezet onderwijs? Zo
ja, wat is het budgettaire beslag en dekking van deze operatie? Zo nee, waar
moeten scholen dit extra geld vandaan halen?
Hierbij verwijs ik naar de beantwoording van vraag 2. De productie van de
aangepaste schoolboeken komt voor rekening van het ministerie van OCW.
Hiervoor zijn extra middelen beschikbaar, als compensatie voor de eigen
bijdragen die niet meer aan ouders gevraagd mogen worden. Scholen hoeven
hierdoor alleen de kosten voor materiaal- en verzendkosten te betalen. Deze
kosten bedragen 4,50 per titel. Een dyslectische leerling bestelt gemiddeld 6
titels, wat neerkomt op een kostenpost per leerling van gemiddeld 6 * 4,50 =
27. Visueel gehandicapte leerlingen bestellen gemiddeld 23 titels. Voor deze
leerlingen wordt maximaal 100 in rekening gebracht, ongeacht het aantal
bestelde titels.
Scholen kunnen deze aangepaste schoolboeken betalen uit het budget dat zij voor
iedere leerling (beperkt en onbeperkt) in de lumpsum ontvangen. Hieraan is vanaf
het schooljaar 2009-2010 een bedrag voor lesmateriaal/schoolboeken
toegevoegd. Scholen voor voortgezet onderwijs ontvangen al een apart bedrag
voor dyslexie in de lumpsum (2.500 per jaar). Daarnaast kunnen scholen
eventueel gebruik maken van de middelen die het samenwerkingsverband krijgt
voor extra ondersteuning en voorzieningen voor leerlingen die extra zorg nodig
hebben (de Weer Samen Naar School-middelen en het regionaal zorgbudget).
Overigens blijkt uit de bestelgegevens van de producent dat aangepaste
leermiddelen op dit moment door een gering aantal leerlingen per school worden
gebruikt: gemiddeld door twee dyslectische leerlingen en door minder dan één
visueel gehandicapte leerling per voortgezet onderwijs-vestiging. In het primair
onderwijs ligt het aantal leerlingen per school dat op dit moment aangepaste
leermiddelen gebruikt nog lager.
4
Deelt u de mening dat het een oneerlijke voorstelling van zaken zou zijn, en zelfs
een sigaar uit eigen doos, wanneer scholen die lesgeven aan gehandicapte
kinderen moeten gaan bezuinigen, mogelijk ten koste van kwaliteit, terwijl u deze
maatregel aankondigt als een meevaller voor ouders van gehandicapte kinderen?
Zo nee, waarom niet?
Ik deel deze mening niet. Zoals bij de beantwoording van vraag 3 is aangegeven,
is extra geld beschikbaar gesteld om te compenseren voor het wegvallen van de
eigen bijdragen door ouders. Scholen kunnen de aangepaste leermiddelen betalen
uit hun lumpsum en eventueel uit de speciale zorgmiddelen. Gezien het geringe
bedrag per school, is een bezuiniging door scholen niet aan de orde.
Voor ouders van leerlingen met een leesbeperking levert het afschaffen van de
eigen bijdrage van 15 per titel daarentegen een duidelijke verbetering op.
5
Kunt u toezeggen dat scholen niet de dupe zullen worden en u scholen of ouders
tegemoet zal komen in de kosten voor lesmateriaal? Zo nee, kunt u dan in het
kader van gelijke behandeling de gratis schoolboeken in het voortgezet onderwijs
afschaffen, zodat het hele probleem is opgelost? Zo nee, waarom niet?
Hierbij verwijs ik naar de beantwoording van vraag 2, 3 en 4. Zoals aangegeven
zullen ouders geen kosten meer hebben voor (aangepast) lesmateriaal en wordt
aan scholen op verschillende manieren tegemoet gekomen. Ik zie geen aanleiding
om de gratis schoolboeken af te schaffen.
1) Nu.nl, 29 juli 2009