Provincie Flevoland
Wachtlijst jeugdzorg met ruim een kwart gedaald
De wachtlijst in de jeugdzorg is in het tweede kwartaal van dit jaar
met ruim een kwart gedaald. Dat blijkt uit cijfers van Bureau
Jeugdzorg Flevoland (BJZ). Deze daling is opvallend te noemen in
relatie tot het landelijke beeld. Het landelijke beeld laat over het
tweede kwartaal een lichte stijging van de wachtlijsten zien. De
daling is het gevolg van een combinatie van maatregelen bij de
provincie, BJZ en de jeugdzorginstellingen.
De daling van het eerste kwartaal (van 241 naar 160) zet door: per 1
juli staan er 116 kinderen op de wachtlijst. Een daling van 27% ten
opzichte van 1 april. Van de 116 kinderen / jongeren op de wachtlijst
is voor 54 wel vervangende zorg gestart. Deze vervangende zorg is
meestal lichter dan waarvoor een indicatie is gegeven. Voor jongeren
met een indicatie voor verblijf in een jeugdzorginstelling wordt
bijvoorbeeld al gestart met ambulante hulpverlening.
De recente daling doet zich met name voor op de wachtlijsten voor
ambulante hulpverlening en onderwijs-hulpverlening. In de ambulante
hulpverlening is de gemiddelde behandelduur verkort onder andere door
een verbeterde diagnose. Hierdoor is meer zorg op maat mogelijk.
Daarnaast hebben de jeugdzorg-instellingen extra ambulante
hulpverleners ingezet.
De daling van de wachtlijst voor onderwijshulpverlening wordt
veroorzaakt doordat een aantal kinderen bij de start van het nieuwe
schooljaar een traject gaat volgen. Zij staan inmiddels niet meer op
de wachtlijst.
Ook het structurele wachtlijstbeheer bij BJZ en de
jeugdzorginstellingen werpt steeds meer vruchten af. Door goede
coördinatie zijn alle wachtenden voortdurend in beeld en zijn snelle
en gerichte acties mogelijk.
Om ook de laatste wachtenden hulp te kunnen bieden, koopt de provincie
het laatste kwartaal heel gericht hulp op maat in. Hiermee voert de
provincie de aanpak van de wachtlijsten uit conform de afspraak met de
minister van Jeugd en Gezin.
De provincie investeert in 2009 zelf 2,3 miljoen in de jeugdzorg. Hoe
de situatie in 2010 zal zijn, is op dit moment nog niet bekend. Het
ministerie van Jeugd en Gezin en de provincies zijn hierover nog in
onderhandeling.