Rode Kruis Belgie


De Verdragen van Genève bestaan 60 jaar: er zijn grenzen aan oorlog!

Veldonderzoek wereldwijd wijst op noodzaak aan menselijkheid in oorlogstijd

Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) viert op 12 augustus 2009 de 60ste verjaardag van de Verdragen van Genève en roept daarom alle landen en gewapende groeperingen op om in de toekomst een betere naleving van de verdragen te garanderen. Het resultaat van veldonderzoek in 7 door conflicten getroffen landen versterkt deze oproep.

De Verdragen van Genève en de drie aanvullende protocollen bieden het belangrijkste kader voor de bescherming van alle personen die niet of niet meer deelnemen aan een gewapend conflict, waaronder gewonde en zieke strijders, burgers en krijgsgevangenen. Ook het humanitaire mandaat van het ICRC staat omschreven in deze verdragen, zoals bezoeken aan gevangenen, het organiseren van hulpoperaties en gezinshereniging.

De Verdragen van Genève vormen bovendien de hoeksteen van het universeel goedgekeurde Internationaal Humanitair recht (IHR) : 194 staten hebben zich tot de Verdragen van Genève gebonden.

Toch is er in Genève niet meteen reden voor euforie. âWe zien regelmatig overtredingen van het IHR in de praktijk. Dit kan de vorm aannemen van massale verplaatsingen van burgers, onverantwoorde aanvallen op de burgerbevolking of de mishandeling van gevangenenâ, stelt ICRCâs president Jakob Kellenberger. âZelfs in een oorlog zijn er grenzen. Als de bestaande regels worden nageleefd, dan zou veel leed vermeden kunnen worden. Positief is dat wangedrag sneller wordt opgemerkt en dat steeds meer personen die verantwoordelijk waren daadwerkelijk berecht worden.â

Onderzoek in conflictgebied
De relevantie van de verdragen werd onlangs getoetst met een opiniepeiling. Deze peiling werd in opdracht van het ICRC uitgevoerd in Afghanistan, Colombia, de DRC, Haïti, Libanon, Liberia en in de Filippijnen. De studie âOur World. Views from the fieldâ onthult welk gedrag tijdens vijandigheden als âaanvaardbaarâ wordt bevonden door bewoners van oorlogszones en hoe zij de effectiviteit van de Verdragen van Genève inschatten.

De resultaten van de studie tonen aan dat de basisideeën van de Verdragen van Genève en het IHR veel steun genieten bij personen die daadwerkelijk in conflictzones hebben gewoond. âIk vind het erg bemoedigend te merken dat - hoezeer men ook heeft geleden onder de terreur van gevechten - mensen blijven onderkennen dat bepaalde zaken ongeoorloofd zijn. Voorbeelden daarvan zijn het treffen van de burgerbevolking, kidnappings, marteling, aanvallen op religieuze monumenten, plunderingen en seksueel misbruik,â verklaarde ICRCâs directeur van het internationaal recht Mr. Spoerri. âDe studie legt echter eveneens bloot dat er nog een verschil is tussen theorie en praktijk : de impact van de regels blijkt in de praktijk immers veel zwakker dan de steun die voor diezelfde regels werd uitgesproken. Dit betekent concreet dat personen in conflictgebieden behoefte hebben aan een betere naleving van het humanitair recht. Het ICRC zet daar alvast de schouders onder.â

Mechelen, 12 augustus 2009