Nationale Bank van Belgie
Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen - juni 2009
2009-08-10
Verslag juni 2009 (pdf - 53k)
Links: kredietobservatorium
Observatorium voor krediet aan
niet-financiële vennootschappen
Juni 2009
Evenals in mei, versnelde de kredietverlening aan ondernemingen lichtjes in juni 2009. Het jaarlijkse
veranderingspercentage van uitstaande kredieten steeg in die laatste maand van 4,4 pct. tot 5,1 pct. De voor
seizoenseffecten gezuiverde maandelijkse nettostromen bedroegen 634 miljoen euro, hetgeen inhoudt dat het
totaal bedrag aan nieuw toegekende kredieten dat van de terugbetalingen overtrof. Enkel de kleine bedrijven
trokken meer op hun kredietlijnen: de aanwendingsgraad steeg licht van 85,2 tot 85,5 pct. Middelgrote bedrijven
deden met een aanwendingsgraad van 71,3 pct. sterk minder beroep op de hun toegestane kredietlijnen dan een
maand voordien (72,5 pct.). In de cumulatieve daling sinds april 2009 kan een correctie gezien worden van de forse
stijging gedurende de eerste twee maanden van 2009. Grote bedrijven deden enigszins minder beroep op de hun
toegestane kredieten (59,6 pct. tegenover 60,0 pct. in mei). De dalende trend in de rentetarieven voor kredieten aan
ondernemingen zette zich in juni verder. De gewogen gemiddelde rente bedroeg nog 3,68 pct., een verdere daling
van 8 procentpunten ten opzicht van de vorige maand.
1. De maandelijkse netto stromen komen overeen met de bedragen van de nieuwe verstrekte leningen waarvan de waarde van de terugbetalingen wordt afgetrokken.
2. Verhouding tussen de bedragen van de effectief door de ondernemingen gebruikte kredieten en de bedragen van de toegestane kredieten of kredietlijnen. Tot de
kleine ondernemingen behoren die welke hun jaarrekening volgens het verkorte schema hebben neergelegd. Zij die hun jaarrekening volgens het volledig schema
hebben ingediend, worden als groot of middelgroot beschouwd naargelang hun omzet twee opeenvolgende jaren meer of minder dan 37,2 miljoen euro bedroeg.
3. Gewogen gemiddelde rente die door de Belgische banken wordt toegepast op de nieuwe kredieten aan ondernemingen. De tarieven zijn afkomstig van de MIR
enquête, terwijl de weging, volgens de methodologie op punt gesteld door de ECB, gebaseerd is op de respectieve uitstaande bedragen van de diverse
kredietvormen, beschikbaar via Schema A.
4. Gegevens enkel beschikbaar op kwartaalbasis in 2006.
2006 2007 2008 2009
0 2 4 6 8
10
12
14
16
18
20
(jaarlijkse veranderingspercentages)
2006 2007 2008 2009
-2
-1
0
1
2
3
4
(seizoengezuiverde maandelijkse netto stromen,
miljarden euro's)'
Bron: NBB (Schema A). Bron: NBB (Schema A).
KREDIETVERSTREKKING DOOR INGEZETEN BANKEN AAN NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN
20064 2007 2008 2009
50
60
70
80
90
(percentages)
2006 2007 2008 2009
3
4
5
6
AANWENDINGSGRAAD VAN DE TOEGESTANE
KREDIETEN²
RENTETARIEVEN OP NIEUWE KREDIETEN³
Bron: NBB (Centrale voor kredieten aan ondernemingen). Bron: NBB (MIR enquête en Schema A).
(percentages)
Middelgrote ondernemingen
Grote ondernemingen
Kleine ondernemingen
2009-08-10