Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z12370
Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, mw. Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over het dreigend conflict
tussen ouders en bestuur van de Scholingsboulevard Enschede. (Ingezonden 25
juni 2009)
1
Bent u bekend met de berichten over het dreigende conflict tussen ouders van
leerlingen en het bestuur van de Scholingsboulevard in Enschede? 1)
Antwoord:
Ja.
2
Hoe beoordeelt u het feit dat ouders van leerlingen op de Scholingsboulevard
geen gewaarborgde wettelijke positie lijken te hebben?
Antwoord:
De wettelijke positie van ouders is gewaarborgd. De scholingsboulevard is een
samenwerkingsverband van twee scholen voor voortgezet onderwijs en een ROC.
Elke leerling staat ingeschreven bij de eigen school. Dit is het Bonhoeffercollege,
het Stedelijk lyceum of het ROC. De medezeggenschapsraad van deze instellingen
is en blijft het aanspreekpunt.
3
Bent u het eens met de stelling van de school dat ouders, binnen het huidige
wettelijke kader, niet meer kunnen eisen dan waartoe de onderwijsinspectie
een school verplicht in het kader van het verbetertraject? Zo ja, waarom en zo
nee, waarom niet?
Antwoord:
Ouders kunnen hun wensen en eisen aan scholen kenbaar maken bij de
schoolleiding, het bevoegd gezag en/of de medezeggenschapsraad. Of en hoe de
eisen worden ingewilligd is vastgelegd in de Wet medezeggenschap op scholen
(WMS). Zie ook het antwoord op de vragen 4, 5, 8 en 9.
Afspraken tussen schoolleiding en de inspectie van het onderwijs in het kader van
een verbetertraject zijn als regel gericht op door de inspectie geconstateerde
tekortkomingen. De nakoming daarvan is onderdeel van het door de inspectie
uitgeoefende geïntensiveerde toezicht.
4
Deelt u de mening dat, ingeval van hiaten in het onderwijsaanbod, een
onafhankelijke toetsing de enige juiste optie is omdat bij een interne toetsing
door de school zelf alleen het onderwijsaanbod wordt getoetst wat de school
wel heeft gerealiseerd?
en
5
Kan een school die aantoonbaar tekort is geschoten in haar
onderwijsverplichting, bijvoorbeeld door het significant niet halen van de
urennorm, medewerking weigeren aan een objectieve en adequate toetsing van
het onderwijsniveau van de leerlingen indien een oudergeleding, ouderraad of
groep ouders daarom verzoekt? 2)
Antwoord op vraag 4 en 5:
De inspectie van het onderwijs stelt de kwaliteit van het onderwijs vast en beziet
of de wettelijke voorschriften worden nageleefd. Daarbij controleert de inspectie
ook in hoeverre het onderwijsaanbod hiaten vertoond. Meteen na de start van de
scholingsboulevard (augustus 2008) heeft de inspectie van het onderwijs een eerste
bezoek gebracht. Mede naar aanleiding van signalen heeft de inspectie in januari
2009 nader onderzoek verricht. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie haar
onderzoek geïntensiveerd. De inspectie heeft maandelijks een voortgangsgesprek
over de nakoming van de met de Scholingsboulevard gemaakte afspraken.
Bij een eventueel verschil van mening tussen medezeggenschapsraad of ouders en
het bevoegd gezag geeft de WMS aan wat de mogelijkheden zijn. Zie mede het
antwoord op de vragen 8 en 9.
6
Is een school bevoegd om een geleding van de medezeggenschapsraad te
beperken in de communicatie met de achterban, door geen faciliteiten ter
beschikking te stellen, als het onderwerp of standpunt dat aan de achterban
wordt voorgelegd haar niet welgevallig is?
Antwoord:
Nee. De medezeggenschapsraad bepaalt in hoge mate zelf hoe de communicatie
met de achterban wordt vormgegeven. De kaders daarvoor worden gegeven in het
medezeggenschapsreglement zoals bedoeld in artikel 24 WMS. Het reglement
wordt vastgesteld door het bevoegd gezag, maar daarvoor is vereist dat ten minste
twee derde deel van de medezeggenschapsraad er mee instemt.
Het bevoegd gezag is gehouden een regeling op te stellen voor de redelijkerwijs
noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten die ouders, leerlingen en
personeel in de medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad ondernemen, daaronder begrepen scholingskosten, kosten
voor inhuur van deskundigen en kosten van het voeren van rechtsgedingen
(artikel 28 WMS). Het is strijdig met de geest van de WMS indien deze
beschikbaarstelling afhankelijk wordt gesteld van de inhoudelijke opvattingen van
de geledingen in de medezeggenschapsraad en de communicatie daarover met de
achterban. Deze geledingen functioneren zonder last of ruggespraak, dus
onafhankelijk, ook van het bevoegd gezag. De enige uitzondering hierop betreft
gevallen waarover in het reglement tussen de medezeggenschapsraad en het
bevoegd gezag is afgesproken dat daarover geheimhouding wordt betracht (artikel
24, lid 2, onder j WMS). Verder dient de medezeggenschapsraad van het bevoegd
gezag, al dan niet gevraagd, tijdig alle informatie te ontvangen die voor vervulling
van haar taak redelijkerwijs nodig zijn (artikel 8 WMS).
7
Kunnen ouders op dit moment slechts op de lange termijn door het uitoefenen
en afdwingen van hun advies- en instemmingrechten de vereiste verbeteringen
afdwingen? Bent u bereid te onderzoeken hoe de belangen van de ouders en
leerlingen in deze, op korte termijn beter kunnen worden behartigd?
Antwoord:
De medezeggenschapsraad, waaronder ook de oudergeleding, heeft onder andere
instemmingsbevoegdheid bij vaststelling, wijziging van de onderwijskundige
doelstellingen, schoolplan, leerplan of de onderwijs-, examenregelingen en het
zorgplan. Om deze taak goed uit te oefenen dient de medezeggenschapsraad tijdig
van het bevoegd gezag de voorgenomen besluiten en de daarbij behorende
informatie te ontvangen. Dit is het moment waarop de medezeggenschapsraad
gebruik kan maken van zijn bevoegdheden.
In het geval waarin een bevoegd gezag naar de mening van de
medezeggenschapsraad te passief is, kan de medezeggenschapsraad gebruik maken
van het initiatiefrecht (artikel 6, lid 2 WMS). Daarbij kan de raad een concreet
voorstel doen. Het bevoegd gezag is gehouden om binnen drie maanden
schriftelijk, met redenen omkleed, te reageren op voorstellen. Tevens dient het
bevoegd gezag binnen die termijn hierover één keer te overleggen met de
medezeggenschapsraad.
Onderzoek naar de vraag of, en zo ja hoe, belangen van ouders en leerlingen in
dezen beter kunnen worden behartigd acht ik bijgevolg onnodig.
8
Deelt u de mening dat het niet toezicht houden op de naleving van de Wet
Medezeggenschap (WMS) door de onderwijsinspectie, de inspectie niet ontslaat
van de verplichting om bij haar onderzoek te verifiëren of de belangrijke
beleidsstukken van de school, zoals het schoolplan en de PTA's 3), met de
vereiste instemming van de medezeggenschapsraad tot stand zijn gekomen?
en
9
Kunt u bevestigen dat de onderwijsinspectie van oordeel is dat direct toezicht
op de naleving van de WMS niet tot haar bevoegdheden behoort en de
klachtencommissie Besturenraad als vaste jurisprudentie heeft dat over niet-
naleving van de WMS geen oordeel van de klachtencommissie kan worden
gevraagd? Deelt u de mening dat voor individuele ouders op dit gebied
momenteel onvoldoende rechtsbescherming beschikbaar is?
Antwoord op vraag 8 en 9:
De inspectie houdt risicogestuurd toezicht op de naleving van alle
onderwijsregelgeving (nalevingstoezicht), waaronder de voorschriften vastgelegd
in de WMS en de bepalingen omtrent schoolplan en PTA's. Indien er signalen zijn
die wijzen op het niet naleven van de voorschriften uit de WMS door een bevoegd
gezag zal de inspectie handhavend optreden. De minister kan bijvoorbeeld naar
aanleiding van een signaal van de onderwijsinspectie een bekostigingsmaatregel
treffen wanneer een bevoegd gezag voorschriften uit de WMS niet nakomt (artikel
38 WMS). Bij de naleving van de WMS moet onderscheid gemaakt worden tussen
de formele vereisten en de verschillen van inzicht tussen bevoegd gezag en
medezeggenschapsraad. Daarin treedt de overheid niet en voorziet de WMS in een
geschillenprocedure.
De basis voor het nalevingtoezicht wordt binnenkort versterkt door het in te
dienen wetsvoorstel Herziening van de Wet op onderwijs toezicht. In dit voorstel
wordt de naleving van de WMS expliciet vastgelegd als onderwerp waarop de
inspectie van het Onderwijs toezicht uitoefent. Daartoe behoort ook de uitwerking
van een sanctie-instrumentarium om indien nodig de naleving te bekrachtigen. Dit
maakt deel uit van het risicogericht toezicht. Vooruitlopend hierop is de inspectie
reeds verzocht om een en ander expliciet te bezien bij de Scholingsboulevard.
Eventuele geschillen kan de medezeggenschapsraad voorleggen aan de landelijke
commissie voor geschillen waarbij elke school, regionaal expertisecentrum en
centrale dienst is aangesloten (artikel 30 WMS). De medezeggenschapsraad kan
zelf naleving van de WMS door het bevoegd gezag afdwingen. Daarvoor kan een
vordering worden ingediend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof van
Amsterdam (artikel 36 WMS).
Ook hebben ouders, leerlingen en personeel, het recht een klacht in te dienen
"over gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag of het personeel,
waaronder discriminatie, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen
van beslissingen door het bevoegd of het personeel" (artikel 24b, Wet op het
voortgezet onderwijs). Het is ter beoordeling aan de klachtencommissie of een
daar ingediende klacht past binnen hun bevoegdheden. Wat betreft
medezeggenschapsaangelegenheden via hun vertegenwoordiging in de
medezeggenschapsraad hun inbreng geven. De MR-geledingen kunnen de in de
WMS aangegeven weg ingeval van geschillen bewandelen.
10
Kunt u deze vragen, met het oog op de naderende schoolvakantie en de
noodzaak van het spoedig afnemen van een onafhankelijke toets, nog deze
week beantwoorden?
Antwoord:
Ik heb uw vragen zo snel en volledig mogelijk beantwoord.
1) Tubantia, 17 juni 2009: "Scholingsboulevard is normale school en beslist géén
bedrijf"
Tubantia, 16 juni 2009: "Ouders willen via rechter Cito-toets afdwingen"
Tubantia, 15 mei 2009: "Inspectie fileert scholingsboulevard"
2) Zie de uitspraak inzake Schaapman, Rechtbank 26 mei 1999.
3) PTA's: Programma's van Toetsing en Afsluiting