Direct naar (in deze pagina): inhoud, zoekveld of menu.
MinBuza.nl
U bevindt zich op: Home > Actueel > Voorstellen Europese Commissie >
07 > Voorstel inzake Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011)
Voorstel inzake Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011)
EU-voorstel | 13 juli 2009
Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het Europees
Jaar van het vrijwilligerswerk (2011).
Basisgegevens
Datum Commissiedocument: 3 juni 2009
Nr. Commissiedocument: COM (2009) 254 definitief
Prelex:
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId+198321
Nr.impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet
opgesteld
Behandelingstraject Raad: Via de Raadswerkgroep Cultuur naar de Raad
Onderwijs, Jeugd en
Cultuur, waarschijnlijk de Raad van 26/27 november.
Eerstverantwoordelijk ministerie: VWS
Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees parlement en comitologie:
a) Rechtsbasis van het voorstel: artikel 308 van het EG-Verdrag
b) Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Raad:
eenparigheid, Europees Parlement wordt geraadpleegd
c) Comitologie: Nee, geen Instelling nieuw Comitologie-comité
2. Samenvatting BNC-fiche
Korte inhoud voorstel
De Europese Commissie stelt voor om 2011 tot Europees Jaar van het
vrijwilligerswerk uit te roepen. Ter onderbouwing van het voorstel
wijst de Commissie op twee voordelen van vrijwilligerswerk:
1. het draagt bij tot de sociale samenhang in de samenleving met de
resultaten die het behaalt en de solidariteitsbanden die het smeedt;
2. het komt de vrijwilligers zelf ten goede doordat het hun
vaardigheden en hun persoonlijke ontwikkeling stimuleert.
Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en
proportionaliteitsoordeel:
De bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel
worden positief beoordeeld. Nederland ziet de meerwaarde in van
Europese samenwerking op dit gebied, maar benadrukt wel het belang dat
de lidstaten zelf mogen bepalen hoe het Jaar van het vrijwilligerswerk
wordt ingevuld.
Risico's / implicaties / kansen
Nederland ondersteunt de doelstelling van het Europese jaar van
vrijwilligerswerk. Nederland ziet kansen om het vigerende
vrijwilligersbeleid een impuls te geven. Dat geldt voor het algemene
vrijwilligersbeleid, maar ook voor specifieke projecten vanuit Sport,
Onderwijs, Jeugd & Gezin en Civil Society.
Nederland is echter geen voorstander van initiatieven van de Europese
Commissie die verder zouden gaan dan het organiseren van een Europees
Jaar. Zo is Nederland geen voorstander van (eventuele) Europese
initiatieven ten aanzien van het financieel belonen van het
vrijwilligerswerk. Tenslotte zou er over financiële beloningen
belasting moeten worden betaald.
Het jaar van het vrijwilligerswerk wordt gefinancierd uit de post
`bevorderen EU-burgerschap' van de EG-begroting. De begroting bedraagt
6 miljoen euro. Dekking hiervan wordt gezocht binnen de grenzen van de
Financiële Perspectieven.
Nederland dient rekening te houden met tenminste 25.000 euro
additionele kosten en wellicht nog extra kosten voor een nationaal
coördinatieorgaan en afbouw in 2012. Kosten komen voor rekening van
het beleidsverantwoordelijke departement.
De departementen die activiteiten met een relatie tot vrijwilligers
ontplooien (om hun eigen beleidsdoelstellingen te ondersteunen) zullen
de daarbij behorende kosten zelf dragen. In de communicatie strategie
van het Jaar kunnen deze activiteiten ingebracht worden.
Er is geen sprake van uitvoerings-, handhavings- of juridische
risico's.
De beschikking roept vragen op wat betreft de financiering. Nederland
vraagt om een duidelijker overzicht en wijst erop dat er vanuit de
Europese Commissie beperkte middelen beschikbaar gesteld worden voor
de lidstaten. Derhalve zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij
bestaande (nationale) beleidsactiviteiten. De aard en hoeveelheid van
additionele activiteiten is afhankelijk van de vraag hoeveel
additionele middelen door diverse departementen en organisatie ter
beschikking (kunnen) worden gesteld.
3. Samenvatting voorstel van de Europese commissie
De samenleving en daarmee ook de burgerparticipatie heeft de laatste
decennia grote veranderingen ondergaan. Dit is een uitdaging voor het
vrijwilligerswerk, aangezien de sector zich nu moet aanpassen aan
nieuwe typen en vormen van participatie, die vaak worden gekenmerkt
door een selectieve persoonlijke inzet op korte termijn. Op nationaal
niveau moeten de lidstaten en andere belanghebbenden hun beleid en hun
infrastructuur moderniseren om meer mensen in staat te stellen op
verschillende wijzen en in verschillende fasen van hun leven
vrijwilligerswerk te doen. Het is nodig dat door werkgevers
ondersteund vrijwilligerswerk wordt ontwikkeld om nieuwe wegen te
vinden om jongeren daarbij te betrekken en om te leren hoe het
potentieel van ouderen kan worden ontsloten.
Met het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk wil de commissie een
diepere en meer gestructureerde dialoog en een betere uitwisseling van
goede praktijken over deze kwesties tussen de autoriteiten en andere
belanghebbenden in de lidstaten bevorderen. Het zal aldus helpen de
voorwaarden voor vrijwilligerswerk in de Europese Unie te verbeteren.
Algemeen doel van dit jaar is het aanmoedigen en ondersteunen - met
name door de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken - van de
door de lidstaten, de lokale en regionale autoriteiten en het
maatschappelijke middenveld geleverde inspanningen om gunstige
voorwaarden voor het vrijwilligerswerk in de Europese Unie te
scheppen. De specifieke doelstellingen van het jaar zijn:
o Totstandbrenging van een stimulerende omgeving voor
vrijwilligerswerk in de EU;
o Versterking van de positie van de vrijwilligersorganisaties en
verbetering van de kwaliteit van het vrijwilligerswerk;
o Beloning en erkenning van vrijwilligersactiviteiten;
o Bewustmaking van de waarde en het belang van vrijwilligerswerk.
4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en
proportionaliteitsoordeel
a) Bevoegdheid
De Europese Gemeenschap heeft geen uitdrukkelijke bevoegdheid als het
gaat om beleid betreffende vrijwilligerswerk. Het voorstel is dan ook
gebaseerd op art. 308 van het EG-Verdrag. Het gaat hier om het
zogenoemde `rest artikel', dat bedoeld is om leemten van bevoegdheden
aan te vullen wanneer dergelijke bevoegdheden noodzakelijk zijn om een
doelstelling van het EG-verdrag te verwezenlijken. Met het gebruik van
art. 308 dient echter terughoudend te worden omgegaan. Aangezien het
hier om een beperkte stimulering van vrijwilligerswerk voor de duur
van een jaar gaat kan Nederland hiermee instemmen. Wel blijven we
ervoor waken dat de acties van de Commissie zich beperken tot de
organisatie van een Europees Jaar.
b) Functionele toets:
- Subsidiariteit: positief
- Proportionaliteit: positief
- Onderbouwing:
Nederland beoordeelt de subsidiariteit van het voorstel positief. Door
het Jaar voor Vrijwilligerswerk gezamenlijk op Europees niveau aan te
pakken kan het jaar beter gepromoot worden en een grotere impuls
worden gegeven. Door de promotie op Europees niveau aan te pakken
zullen meer mensen hier iets van oppikken. Alleen die zaken die
meerwaarde hebben om op Europees niveau geregeld te worden, dienen ook
op Europees niveau te worden geregeld (denk aan promotie en
uitwisseling van best-practices). Zodoende beoordeelt Nederland de
subsidiariteit positief.
Nederland beoordeelt de proportionaliteit van het voorstel eveneens
positief. De concrete invulling van het jaar en de onderwerpen die aan
bod komen worden nationaal (of wellicht lokaal) ingevuld. Nederland
denkt dat een 'Jaar voor Vrijwilligerswerk' een goede manier is om het
vrijwilligerswerk een extra impuls te geven. Wel dient er nog meer
duidelijkheid te komen over de kosten van het Jaar voor
Vrijwilligerswerk en wil Nederland benadrukken dat de initiatieven
zich beperken tot acties die passen binnen het organiseren van een
Europees Jaar. Nederland is bijvoorbeeld geen voorstander van Europese
initiatieven omtrent financiële prikkels ten aanzien van
vrijwilligerswerk.
c) Nederlands oordeel
Nederland staat dus positief tegenover dit voorstel. Het voorstel past
bij het beleid dat er op dit moment in Nederland wordt ontwikkeld op
het gebied van vrijwilligerswerk vanuit verschillende sectoren en met
verschillende functies (Jeugd, Onderwijs, Sport etc.). Nederland is
van mening dat promotie van vrijwilligerswerk en uitwisseling van
best-practices op Europees niveau positief kunnen bijdragen aan de
implementatie én de verbetering van haar eigen beleid en dat van
andere lidstaten. In dit voorstel blijft er voldoende ruimte om het
nationale (en lokale) systeem voor vrijwilligerswerk. De initiatieven
van de Europese Commissie dienen niet verder te gaan dan acties die
passen binnen het organiseren van een Europees Jaar. Nederland is geen
voorstander van eventuele Europese initiatieven in zake het belonen
van vrijwilligers (doelstelling 3).
5. Implicaties financieel
a) Consequenties EG-begroting
Het Europese jaar zal worden gefinancierd vanuit de post `bevorderen
EU-burgerschap' van de EG-begroting. In de bij het voorstel gevoegde
financiële bijlage wordt aangegeven dat de kosten worden geraamd op
EUR6 miljoen voor 2011. Dekking voor deze kosten wordt gezocht binnen
de grenzen van de Financiële Perspectieven.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/
of decentrale overheden
Elke lidstaat benoemt een nationale coördinator. Deze dient een enkele
aanvraag voor communautaire financiering in. De maximale communautaire
medefinanciering bedraagt 80 % van de totale subsidiabele kosten.
Aangezien per lidstaat EUR 100 000 is gereserveerd, dient rekening
gehouden te worden met ten minste EUR 25 000 aan, door Nederland zelf
te dragen, additionele kosten.
Ook zullen er in 2010 en 2012 wellicht middelen beschikbaar moeten
zijn om de aanloop en de afbouw van het Europese jaar te faciliteren.
De kosten van de activiteiten die voortvloeien uit dit
Commissievoorstel komen voor rekening van het beleidsverantwoordelijke
departement en eventueel andere deelnemende departementen, conform de
regels budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en
burger
Geen
d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden
Geen
e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger
Geen
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid
N.v.t.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Deze beschikking treedt in werking op de dag volgende op die van haar
bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
In het voorstel is een evaluatiebepaling opgenomen (artikel 11).
Aangegeven wordt, dat de Commissie uiterlijk op 31 december 2012 een
verslag indient bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees
Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de
uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van het voorstel
van de Europese Commissie. Nederland acht een dergelijke bepaling
afdoende.
7. Implicaties voor uitvoering en handhaving
a. Uitvoerbaarheid
Het voorstel van de Europese Commissie is in de vorm van een
Beschikking van de Raad gegoten. Het voorstel bevat geen onderdelen,
die qua uitvoerbaarheid praktische of principiële vragen oproepen.
b) Handhaafbaarheid
De handhaafbaarheid komt in het voorstel niet expliciet aan de orde.
Gelet op het relatieve geringe financiële beslag op de begroting en
het gegeven dat het voorstel niet interfereert met nationale noch met
communautaire wetgeving, is dat ook niet nodig.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
N.v.t.
9. Nederlandse positie (belangen en eerste uitgangspunt)
Financieel
Nederland zal in algemene zin aangeven dat kosten binnen de Financiële
Perspectieven dienen te blijven.
Naast het eerder genoemd bedrag van EUR 6 miljoen in 2011, komt er nog
rond EUR1 miljoen bij aan administratieve kosten. Verder wil de
Commissie een bedrag van EUR2 miljoen opnemen in de voorlopige
begroting voor 2010 (exclusief additionele administratieve kosten). In
totaal komen dus rond 9 miljoen voor de rekening van de EU begroting
als gevolg van het voorstel (EUR414.000 in termen van Nederlandse
afdrachten). Nederland vraagt zich af waarom de Commissie de kosten
voor de voorbereiding van het Europese Jaar niet op de gebruikelijke
manier heeft opgenomen in het financieel memorandum van het voorstel.
Nederland vindt dat dekking voor het gehele bedrag dient gevonden
worden binnen de bestaande financiële kaders.
Algemeen
In Nederland heeft het vrijwilligerswerk traditioneel een grote
betekenis in vele maatschappelijke sectoren. Het verbindt mensen
onderling en draagt bij aan de ontwikkeling van de kwaliteit en de
samenhang van de samenleving en aan de persoonlijke ontwikkeling van
de vrijwilliger zelf.
Vrijwilligerswerk bevordert niet alleen de gemeenschapszin, het draagt
ook bij aan actieve participatie (eventueel ook als onderdeel van een
re-integratietraject als opstap richting de arbeidsmarkt) en
integratie van kwetsbare delen van de bevolking. Ook kan het een
bijdrage leveren aan het voorkomen van uitval en verlies van expertise
van degenen die t.g.v. de crisis hun baan verliezen. Mensen die
gedurende een tijdelijke werkloosheid zich bijvoorbeeld voor de
samenleving inzetten, kunnen hun arbeidsritme op pijl houden voor
wanneer de vacatures voor betaalde arbeid weer aantrekken. Bovendien
kunnen via vrijwilligerswerk nieuwe vaardigheden aangeleerd worden.
Nederland onderstreept dus het belang van vrijwilligerswerk. Het
Europese Jaar van het vrijwilligerswerk biedt mogelijkheden om het
vigerende vrijwilligersbeleid - zoals verwoord in de beleidsbrief
`Voor Elkaar' van staatssecretaris Bussemaker van 9 november 2007, te
versterken en inhoudelijk te verdiepen. Ook kan het jaar de
kabinetsdoelstelling `toename aantal vrijwilligers' ondersteunen.
Vergelijkbare kansen doen zich voor voor de beleidsbrief `De kracht
van sport' en voor het Plan van Aanpak invoering Maatschappelijke
Stages in het voortgezet onderwijs van staatssecretaris Van
Bijsterveldt en voor de impuls "Vrijwillige inzet voor en door jeugd
en gezin, versterking van de (pedagogische) civil society in de lokale
praktijk" van minister Rouvoet.
Nederland pleit dus voor aansluiting bij bestaand beleid, met focus op
ouderen, jongeren, solidariteit tussen generaties en sport. Bovendien
vraagt Nederland bij de uitwerking om een zo concreet en creatief
mogelijk aanpak waardoor burgers (in het bijzonder jongeren) zich
rechtstreeks aangesproken voelen. Dat kan door vooral activiteiten te
ondernemen waarin jongeren zelf actief kunnen zijn. Sport en de
betrokkenheid van vrijwilligers bij grote sportevenementen is eveneens
een thema, dat zich ertoe leent om in het kader van communautaire
activiteiten in het kader van het Europese jaar nader uitgediept
worden.
Het Europese jaar biedt tevens mogelijkheden voor verdere en bredere
samenwerking op operationeel niveau tussen de lidstaten, zoals
bijvoorbeeld de samenwerking tussen Duitsland, Polen en Nederland met
betrekking tot het bevorderen van het vrijwilligerswerk en de
participatie van ouderen. Hetzelfde geldt voor de samenwerking tussen
lidstaten met betrekking tot jongeren en de solidariteit tussen de
generaties.
Vanuit de Europese Commissie worden beperkte middelen beschikbaar
gesteld voor de lidstaten voor de uitvoering van het Europees jaar.
Door de invulling aan te sluiten bij bovengenoemde prioriteiten van
het kabinetsbeleid kunnen de financiële implicaties beperkt blijven.
Nederland is er geen voorstander van dat de acties verder gaan dan
hetgeen past binnen de organisatie van een Europees Jaar.
De staatssecretaris van VWS zal een nationaal coördinatieorgaan
aanwijzen. Over de verdere invulling van de organisatie van het
Europees jaar vindt nog overleg plaats met samenwerkingspartners als
de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten en Movisie. Ook zullen o.a.
de Nederlandse Vereniging Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), NISB,
VNO NCW, ZonMw, en de Coalitie "Erbij" (bestrijding vereenzaming) bij
de verdere invulling worden betrokken.
Laatst aangepast: 13 juli 2009
Submenu
* Agenda bewindslieden
* Ambtsberichten
* Kamerstukken
* Nieuwsberichten
* Persberichten
* Toespraken en artikelen
* Voorstellen Europese Commissie
* WOB verzoeken
Hoofdmenu
* Home
* Actueel
* Organisatie
* Onderwerpen
* Producten en Diensten
* Reizen en Landen
Service
* Deutsch
* English
* Español
* Français
*
* RSS
* Abonneren
* Help
* Contact
Zoek
* Sitemap
* Uitgebreid zoeken
* Stuur door
*
Bekijk de volledige versie van MinBuza
Ministerie van Buitenlandse Zaken