Economisch sentiment krabbelt op

Amsterdam, 07 augustus 2009

Consumenten zijn minder negatief over de economie. Het sentiment staat nu op het hoogste niveau sinds bijna een jaar. In het tweede kwartaal is de economie naar verwachting met 1,3% gekrompen, maar de ergste krimp is nu achter de rug.

Volgens consumenten staat de economie er niet goed voor. Dat blijkt uit de ING Vraag van Vandaag. Van de 50.400 respondenten noemt 15% de economische situatie redelijk tot (zeer) goed. Een derde (34%) vindt dat de economie er niet goed of slecht voorstaat. De pessimisten zijn in de meerderheid: 51% omschrijft de economische situatie als matig tot (zeer) slecht. Per saldo is het sentiment dus negatief.

Sentiment krabbelt op

Het vertrouwen in de economie staat nu op het hoogste niveau sinds september vorig jaar. In die maand bracht het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers de kredietcrisis in een stroomversnelling. De gevolgen voor de wereldeconomie waren fors, Nederland niet uitgezonderd. Dat het economische vertrouwen vervolgens afnam, was dus niet verrassend. Het sentiment bereikte een dieptepunt in februari maar vertoont sindsdien een herstel. In februari was driekwart (73%) negatief over de economie, tegen de helft (51%) nu. Ook waren er minder optimisten (9%) dan nu (15%).

Ergste achter de rug

Niet alleen krabbelt het sentiment op, ook de economische groei heeft het ergste achter de rug. In het eerste kwartaal kromp de economie nog met 2,6% ten opzichte van het vierde kwartaal. Het ING Economisch Bureau verwacht minder negatieve groeicijfers in de kwartalen daarna. Volgende week maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek het economische groeicijfer over het tweede kwartaal bekend. Wij verwachten dat dit uitkomt op -1,3% ten opzichte van de eerste drie maanden van het jaar. Bemoedigend voor de tweede helft van dit jaar is dat er op meerdere fronten sprake is van stabilisatie of herstel: de wereldhandel krimpt niet verder, beurzen zijn flink gestegen en bedrijven krijgen weer meer orders binnen.

© 2009 ING Economisch Bureau