FNV Bouw

O&O-fonds pot niet op maar schoolt

FNV Bouw is het van harte eens met het commentaar van het Financieele Dagblad vandaag dat fondsen hun geld moeten uitgeven waarvoor het is bedoeld. En het dus niet moeten oppotten. Het O&O-fonds van de bouwnijverheid zorgt dan ook volop voor scholing in de bouw. Het Financieele Dagblad denkt dan wel dat veel geld is 'vastgezet', maar daarbij gaat het niet om meer dan de noodzakelijk buffer.

Scholen, scholen en nog eens scholen. Daarmee wil FNV Bouw de crisis te lijf. Want de toestroom van jonge mensen naar de bouw moet doorgaan. Over een paar jaar zijn ze hard nodig. En tegelijkertijd levert het de bouw-van-de-toekomst veel op wanneer het vakmanschap van de huidige werknemers verder wordt aangescherpt. Tegen de crisis in mensen opleiden: daarvoor heeft de bouw 64 miljoen uitgetrokken. Dat geldt komt uit de reserves van het O&O-fonds. Ook werd er in 2008 20 miljoen meer aan de 'gewone' scholing uitgegeven. Werknemers die onder de cao vallen, hebben immers elke vijf jaar recht op een loopbaangesprek: wat doe ik, wat kan ik, wat wil ik. Hogerop? Dan liggen vervolgcursussen binnen handbereik.

Er wordt dus wel degelijk meteen geld aan scholing uitgegeven nu de economische crisis dat vraagt. Precies zoals het Financieele Dagblad terecht van het fonds verlangt. Nu zegt de krant verder dat 160 miljoen is 'vastgezet' waardoor het fonds nauwelijks geld zou kunnen vrijmaken. Maar elk fonds moet nu eenmaal óók een buffer aanhouden. Gaat het hierbij om een 'risicovolle belegging'? Niet echt, want slechts een klein deel is belegd in aandelen en dat is bovendien 'verzekerd' met een zogenoemde hoofdsomgarantie. Wel is er vorig jaar een klein beleggingsverlies geleden, bijna 3 miljoen, dus veel minder dan de 10 miljoen die de krant noemt. En verder staat van het belegde geld elk jaar 20 miljoen zonder meer ter beschikking, terwijl nog eens 80 miljoen tegen minimale rente van 0,4% kan worden opgenomen. Genoeg om de noodzakelijke scholingsmaatregelen uit te voeren.