CGB: universiteit houdt onvoldoende rekening met zwangere student

05/08/2009 09:52

Commissie Gelijke Behandeling

Een universiteit heeft verboden onderscheid op grond van geslacht gemaakt door het verzoek van een zwangere student om een herkansing voor een tentamen af te wijzen. Dit oordeel heeft de Commissie Gelijke Behandeling gisteren uitgesproken.

De student kon vanwege haar zwangerschap niet deelnemen aan de herkansing van het laatste tentamen van haar bacheloropleiding. Haar verzoek om alsnog een herkansing te doen op een ander moment, werd door de universiteit afgewezen. Alleen als de student aanmerkelijke studievertraging oploopt, kan de student in aanmerking komen voor een herkansing op een ander moment. Daarnaast moet sprake zijn van een bijzondere omstandigheid, zoals ziekte of zwangerschap. In dit geval was weliswaar sprake van zo'n bijzondere omstandigheid, maar hoefde de student geen studievertraging op te lopen omdat zij voorwaardelijk kon doorstromen naar de masteropleiding, ook als zij het tentamen nog niet had afgelegd.

De Commissie oordeelt dat afwezigheid wegens zwangerschap iets anders is dan afwezigheid vanwege bijvoorbeeld ziekte of vakantie. Alleen vrouwen kunnen zwanger worden. Onder verwijzing naar Nederlandse en Europese rechtsregels oordeelt de Commissie daarom dat nadeel vanwege zwangerschap moet worden beschouwd als direct onderscheid op grond van geslacht. In dit geval staat vast dat de student in verband met haar zwangerschap het vak niet heeft kunnen herkansen. Het nadeel van de student bestaat eruit dat zij als gevolg van haar zwangerschap haar bacheloropleiding niet kan afronden voordat zij aan haar master begint. Bovendien moet zij het tentamen opnieuw voorbereiden, wat leidt tot extra studiebelasting in de masterfase.

Met het oordeel wordt duidelijk dat universiteiten en andere onderwijsinstellingen ten aanzien van zwangere studenten een bijzondere zorgverplichting hebben. Als zij onvoldoende rekening houden met zwangerschap als bijzondere omstandigheid, maken zij onderscheid op grond van geslacht, zoals dat in de gelijkebehandelingswetgeving is verboden.

De Commissie laat het niet bij het uitspreken van dit oordeel. Omdat de Commissie ook een belangrijke signalerende en informerende taak heeft, heeft ze àlle universiteiten en hogescholen van haar oordeel in kennis gesteld. Dat moet ertoe leiden dat universiteiten en hogescholen die zich nog onvoldoende bewust zijn van hun bijzondere zorgverplichting bij zwangerschap van studenten, passende maatregelen kunnen nemen rondom de afwikkeling van tentamens en examens. Ook de minister van onderwijs is van het oordeel in kennis gesteld.

Het oordeel (2009-71) van de Commissie is na te lezen op www.cgb.nl.

Voor nadere vragen kunt u contact opnemen met: Commissie Gelijke Behandeling (CGB),

Richard de Groot, perswoordvoerder, via 030-888 38 88 of op 06-48 13 00 42.





http://www.cgb.nl/