| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | | |Brussel, 4 augustus 2009 | |12557/1/09 REV 1 (Presse 242) | |P 93 | |(OR. en) | |PERSMEDEDELING | |Betreft: | |Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de | |situatie in Georgië |Met bezorgdheid neemt de Europese Unie kennis van de recente beschuldigingen van beschietingen en andere incidenten aan weerszijden van de Zuid-Ossetische administratieve grens. De patrouilles die de waarnemersmissie van de Europese Unie in Georgië uitvoert hebben tot dusverre geen waarnemingen gedaan die de wederzijdse beschuldigingen van beschietingen bevestigen.
De EU vraagt alle partijen met klem af te zien van iedere verklaring of actie die de spanningen in deze zeer gevoelige periode zouden kunnen vergroten.
De EU herhaalt dat zij het belangrijk acht dat alle partijen volledig meewerken in het kader van het mechanisme voor preventie en respons bij incidenten (IPRM) en roept alle partijen op ten volle met dit mechanisme samen te werken om duidelijkheid te scheppen met betrekking tot incidenten zoals die van de afgelopen dagen. Voorts verzoekt de EU alle partijen de waarnemersmissie van de EU onbelemmerde toegang te verschaffen tot beide zijden van de Zuid-Ossetische administratieve grens.
De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.