Senternovem

29-07-2009 | Elektrolysewater helpt biobrandstofproductie efficiënter maken

Tijdens de productie van ethanol, maken de distilleerinstallaties een restproduct van gedroogde korrels uit opgelost graanafval. Tot op heden brachten de ethanolproducenten dit product als veevoer op de markt. Maar de onderzoekers van de Universiteit van Illinois zijn op zoek gegaan naar manieren om de suiker en gist uit dit restproduct te halen en om te zetten in een aceton-butanol-ethanol-brandstofmix.

De huidige voorbehandelingtechnieken om dit te doen zijn verre van perfect. Normaliter, gebruikt men bij de voorbehandeling zwaar vervuilende chemicaliën die bovendien procesremmend werken. De Universiteit van Illinois heeft een succesvolle proef gedaan, waarbij ze elektrolysewater gebruiken bij de voorbehandeling van afval afkomstig uit de ethanolproductie.

De gedestilleerde afvalkorrels bevatten een kristalachtige structuur die zeer moeilijk te breken is. Onderzoeker Hao Feng legt uit dat de huidige productiemethodieken van ethanol slechts gericht zijn op de omzetting van eenvoudige suikers zoals glucose. Zodra glucose aan elkaar plakt en cellulosehoudende vezels vormt, is de structuur bijzonder moeilijk te breken.

De huidige stand der techniek vraagt volgens Feng zware chemische middelen om deze kristalstructuur te kraken. Normaal zijn stoffen met een hoge zuurgraad zoals zwavelzuur of ongebluste kalk nodig om gaten in het kristal te slaan. Zodra de structuur is vernietigd zijn enzymen via vergisting in staat om de ketens van glucose om te zetten in ethanol. De zware chemicaliën werken echter averechts op de werklust van de micro-organismen die nodig zijn voor vergisting. In sommige gevallen overleven ze de zuurgraad niet eens, volgens Feng.

De techniek onderzocht door de Universiteit van Illinois maakt gebruik van twee elektroden. Er vindt elektrolyse van water plaats. Het water is in eerste instantie pH neutraal en met behulp van elektriciteit ontstaat er een splitsing naar een zuur en alkalisch deel. Hierdoor zijn omstandigheden te creëren die lijken op die van de voorbehandeling met zwavelzuur of ongebluste kalk. Het verschil is dat met behulp van het zuur in het elektrolysewater na 20 uur, de aceton-butanol-ethanol-productie tot stand komt, aldus Feng. Via de traditionele methodieken start dit pas na 60 uur.

De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het American Society of Agricultural and Biological Engineers (2009).

Bron

uiuc.edu