OM: geen reden voor angst burgerluchtvaart
3 augustus 2009 - Arrondissementsparket Haarlem
Het Openbaar Ministerie (OM) begrijpt niet waar de angst vandaan komt
die kennelijk in de burgerluchtvaart leeft met betrekking tot het
melden van voorvallen bij het Analyse Bureau Luchtvaart (ABL). De
burgerluchtvaart zou vrezen voor vervolging door het OM als zij
voorvallen zou melden en dat daarom nalaten.
Dat de sector "ongelukkig" is met het OM valt niet te rijmen met de
feiten. Het OM is zeer terughoudend waar het gaat om vervolging in de
burgerluchtvaart. Het OM is bovendien niet, zoals vanuit de sector
gesuggereerd wordt, uit op `rechtszaken en verdachten'
maar uitsluitend op waarheidsvinding.
Voorvallen dienen door de sector bij het ABL gemeld te worden. Het ABL
beoordeelt vervolgens of sprake is geweest van opzet of grove
nalatigheid. In dat geval dient het OM op de hoogte te worden
gebracht. Het OM beoordeelt vervolgens of strafvervolging noodzakelijk
is. In de periode dat de Wet Meldingsplicht Voorvallen
Burgerluchtvaart van kracht is is het aantal meldingen van voorvallen
bij het ABL fors toegenomen. Het ABL heeft echter geen enkele melding
aan het OM doorgemeld. Het OM steunt de aanbevelingen van de commissie
op dat punt. Overigens is het aantal meldingen in Nederland in
vergelijking met het Verenigd Koninkrijk en Denemarken hoog.
Het meldingensysteem bij het ABL gaat alleen over voorvallen, niet
over ernstige incidenten en ongevallen. Bij ernstige incidenten en
ongevallen is altijd een rol voor het OM weggelegd. Dat wordt ook
uitdrukkelijk in het rapport van de Evaluatiecommissie bevestigd. Het
is de taak én de verantwoordelijkheid van het OM om in die zaken op
basis van de feiten te kunnen beoordelen of strafvervolging nodig is.
Daarbij worden ook belangen van slachtoffers en benadeelden
meegewogen.
Sinds 1998 hebben drie ernstige incidenten en ongevallen (dus geen
voorvallen) geleid tot vervolging door het OM. Die betroffen alle
zaken van vóór de inwerkingtreding van de Wet Meldingsplicht
Voorvallen Burgerluchtvaart (begin 2007). Sinds het van kracht worden
van de wet is slechts één strafrechtelijk onderzoek ingesteld, naar
het ongeval met het toestel van Turkish Airlines. Maar ook dat was
geen voorval, maar een ongeval. Het onderzoek is zelfstandig door het
OM in gang gezet.
Het OM vindt het onjuist dat op basis van zeer summiere gegevens door
de Evaluatiecommissie Wet Meldingsplicht Voorvallen Burgerluchtvaart
in haar rapport een relatie wordt gelegd tussen de werking van de wet,
het optreden van politie en OM en de (nergens in het rapport met
feiten onderbouwde) vrees binnen de sector.
In het NOS-Journaal van zondag 2 augustus wordt verder een
veroordeling aangehaald van een luchtverkeersleider. Het OM merkt op
dat deze zaak niet is gestart naar aanleiding van een melding bij het
ABL maar na een melding bij de havendienst. De gezagvoerder heeft
vervolgens bij de luchtvaartpolitie een verklaring afgelegd en
aangifte gedaan waarbij hij uitdrukkelijk aangaf dat de autoriteiten
het incident tot bodem moesten uitzoeken. Het ging om een incident
waarbij de luchtverkeersleiding toestemming gaf aan een marshaller met
een Boeing 747 de landingsbaan over te steken terwijl een ander
vliegtuig, met slecht zicht, met ruim 240 kilometer per uur over de
startbaan aan kwam razen. Dat moest vol in de remmen om ongelukken te
voorkomen.
Openbaar Ministerie