De Nederlandse Bank

Het effect van de herstelplannen van de pensioenfondsen op de groei van Nederlandse economie

Nieuwsbericht

Datum 03 augustus 2009

Als gevolg van de financiële crisis is het vermogen van pensioenfondsen gekrompen ten opzichte van de toekomstige pensioenverplichtingen. In veel gevallen is de dekkingsgraad (de verhouding tussen de aanwezige middelen en de verplichtingen) van pensioenfondsen onder de minimale wettelijke norm van 105% terechtgekomen.

De pensioenfondsen hebben een termijn van vijf jaar om uit dekkingstekort te herstellen. Ruim 340 pensioenfondsen moesten voor 1 april een herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB) als prudentieel toezichthouder op de pensioenfondsen. In de periode tussen april en begin juli zijn de herstelplannen beoordeeld. Op grond van de voorgenomen maatregelen kan een schatting worden gemaakt van de macro-economische effecten van de herstelplannen. Eind 2013 kan het volume van de totale binnenlandse productie 0,75 % lager uitkomen dan zonder uitvoering van de herstelplannen het geval zou zijn. Dit blijkt uit een analyse met MORKMON, het macro-econometrische model voor de Nederlandse economie van DNB.

Herstelmaatregelen kunnen via diverse kanalen de economie beïnvloeden

De pensioenfondsen voorzien een aantal maatregelen om de dekkingsgraad te herstellen. Deze maatregelen beïnvloeden de Nederlandse economie via diverse kanalen. Ten eerste geven veel pensioenfondsen aan de premies te verhogen. Een hogere pensioenpremie heeft een negatief effect op de koopkracht. Werknemers zullen een kleiner deel van hun inkomen over houden om te besteden, waardoor de consumptie lager uitvalt. Werkgevers die een hogere werkgeverspremie betalen, worden daarnaast geconfronteerd met hogere loonkosten, waardoor de werkgelegenheid en de winstgevendheid onder druk komen te staan.

Ten tweede doet een aantal fondsen beroep op de werkgever om een aanvullende storting te doen in het pensioenfonds. Van zo´n extra storting kan een drukkend effect uitgaan op de investeringen in vaste activa. De mate waarin deze remmende werking optreedt, hangt af van de voorgenomen investeringsplannen, en de resterende middelen om deze te financieren.
Ten derde laten vrijwel alle pensioenfondsen indexatie achterwege. Dit betekent dat de hoogte van de pensioenen niet, of slechts gedeeltelijk wordt aangepast aan de loon- of prijsontwikkelingen. Hierdoor blijven de uitkeringen aan gepensioneerden achter bij een waardevast pensioen, wat de koopkracht van deze groep negatief beïnvloedt. Verder worden minder pensioenvoorzieningen opgebouwd door de actieve deelnemers, wat voor deze groep een vermogensverlies betekent, waardoor hun bestedingsmogelijkheden negatief worden beïnvloed.

Tot slot hebben zo´n twintig pensioenfondsen in het herstelplan korting op de nominale pensioenen als maatregel opgenomen. Het is echter nog niet zeker dat de pensioenen daadwerkelijk zullen worden gekort. Omdat het vooral kleinere fondsen betreft, worden de macro-economische effecten hiervan op dit moment als gering geschat.

Cumulatief verlies aan bbp-volume kan 0,75 procentpunt bedragen

Om de effecten van de diverse maatregelen op de Nederlandse economie te kwantificeren zijn berekeningen uitgevoerd met het macro-econometrische model voor de Nederlandse economie van DNB. Om recht te doen aan de huidige onzekerheden is een aantal varianten doorgerekend. De varianten verschillen in de mate waarin en de timing waarmee diverse herstelmaatregelen plaatsvinden.

In elk van de varianten krijgt de Nederlandse economie te maken met afnemende bestedingen, een lager beschikbaar inkomen en een dalende werkgelegenheid. Al met al ontstaat het beeld dat het cumulatieve verlies aan het volume van het bruto binnenlands product over de periode 2009 tot en met 2013 rond de 0,75 procentpunt bedraagt. Het is nog onduidelijk of de grootste effecten op het bbp-volume aan het begin van de herstelperiode zullen optreden, of dat het lagere bbp-volume min of meer gelijkmatig zal ontstaan. In dit laatste geval zou in elk jaar tussen 2009 en 2013 de groei van het bbp-volume zo´n 0,15 procentpunt lager uitvallen.

---

Lees voor