Rijksuniversiteit Groningen
Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 116 / 3 augustus 2009
Rijksoverheid feminiseert: vooral mannen in hogere functies verlaten de dienst
De rijksoverheid probeert al jaren meer vrouwen in dienst te krijgen en te houden, met name in hogere functies. Uit analyse van in- en uitstroomcijfers van de afgelopen tien jaar blijkt dat de sekse-samenstelling van het rijksoverheidspersoneel inderdaad verandert in het voordeel van vrouwen. De feminisering is echter niet het gevolg van een veel grotere instroom van vrouwen. Die was in de afgelopen tien jaar maar een klein beetje groter dan de instroom van mannen. Het is vooral de aanzienlijk grotere uitstroom van mannen in de middelste, maar met name in de hogere salarisschalen, waardoor de rijksdienst feminiseert.
Terwijl in deze middelste en hogere salarisniveaus de uitstroom van mannen aanzienlijk is, slaagt de rijksoverheid er hier het minst goed in om vrouwen aan te trekken en binnen te houden. In de lagere salarisniveaus is het beeld anders: in het laagste salarisniveau is de aanwas en het behouden van mannelijk en vrouwelijk personeel even succesvol. Hier lijkt de feminisering het minst sterk te zijn. In de salarisniveaus daarboven is juist sprake van bewegingen van zowel instroom, als uitstroom richting feminisering.
De bewegingen in de in- en uitstroom richting feminisering doen zich op alle departementen in meer of mindere mate voor. Het sterkst lijkt het departement Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) te feminiseren.
Wet van Sullerot
Dit concluderen Greetje Timmerman en Linda Greveling in een vooronderzoek naar feminisering en (de)professionalisering van de rijksoverheid, dat zij uitvoerden in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen vragen zich af of de 'Wet van Sullerot' hier geldt. Deze Franse sociologe stelde al in de jaren '70 dat een beroep vervrouwelijkt doordat het werk minder aantrekkelijk wordt voor mannen.
'Een beroep dat verambtelijkt, wordt een vrouwelijk beroep. Het biedt meer zekerheid, boet in aan prestige en levert minder op. Het wordt door de mannen, die strijdbaarder zijn, verlaten: die verkiezen een gebied waar de strijd om het bestaan belangrijker overwinningen oplevert.' (Sullerot, 1979)
Rijksuniversiteit Groningen