Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Jean Meeran Fotograaf/Filmmaker. RAIN- Very real time Gavin Younge Michaelis, University of Capetown.

64 Evaluatie drie cultuurorganisaties HBF, JVF en RA




Bijlage 4 Kenmerken Jan Vrijman Fonds

Werkwijze
Het fonds richt zich op onafhankelijke filmmakers die creatieve documentaires maken. Informatie over het fonds en de aanvraag procedure (inclusief aanvraagformulier) zijn op de website van het fonds te vinden. Vanaf 2007 zijn er ook gerichte mailings aan filmmakers en filminstellingen.

Er zijn twee selectierondes per jaar. De ingediende projecten worden door de coördinator van het fonds allereerst getoetst op formele criteria en vervolgens voorgelegd aan de selectiecommissie. Deze commissie bestaat uit twee vaste leden (Directeur IDFA en JVF en de artistiek directeur IDFA en een aantal roulerende leden uit een groep experts (waaronder filmmakers en producenten). Bij de selectie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1) elk voorstel wordt op eigen merites beoordeeld (er zijn geen rigide criteria), 2) financiering dient te leiden tot de ontplooiing van activiteiten en/of de productie van documentaire films die zonder steun niet of in mindere mate tot stand kunnen komen en 3) alleen aanvragen uit landen van de DAC lijst worden gehonoreerd. De projecten worden getoetst aan de volgende criteria:
· Inhoudelijke kwaliteiten van het project;
· Cinematografische kwaliteiten van het project;
· Het belang van het onderwerp;

· De situatie van de documentaire in de regio/ het land (aanwezigheid van documentaire traditie & mogelijkheden voor het financieren van documentaire);
· Originaliteit van het idee en/of invalshoek op het onderwerp of het verhaal; en
· Het vorige werk van de regisseur en ingediend materiaal van de film.

Na een voorselectie per regio door commissieleden worden de projecten per regio en per categorie in de selectiecommissie besproken om een zo goed mogelijke verdeling van de financiële middelen te waarborgen. Er zijn echter geen quota per werelddeel opgesteld. Voor de verdeling per categorie wordt een richtlijn15 aangehouden, de commissie kan hier echter van afwijken. Op basis van de definitieve selectie en het totaal beschikbare budget bepaald de commissie per project de hoogte van de bijdrage.

15 Concentratie van de middelen op de ondersteuning van productie/post-productie, en een selectie van maximaal vijf projecten voor research en scriptontwikkeling en minimaal 2 workshops/festivals. Evaluatie drie cultuurorganisaties HBF, JVF en RA 65








Bijlage 5 Kenmerken Rijksakademie voor
beeldende kunsten

De Rijksakademie doet voor wat betreft de Research Residency: selectie, faciliteert en voert alumnibeleid. Bij elk van deze `stadia' is sprake van generiek aanbod (voor alle kunstenaars) en van specifiek, aanvullend aanbod (voor kunstenaars uit de doelgroep). Het generieke aanbod en het specifieke aanbod tezamen leiden tot een kostprijsberekening van (thans) 80.000 per vol kalenderjaar van 12 maanden per kunstenaar. Het betreft integrale financiering ­ berekend op basis van totale kosten per plaats ­ met inbegrip van leerstoel/oriëntatiereizen/RAIN- activiteiten in Rijksakademie e.d.

SELECTIE 2007 (voor 2008) 2008 (voor 2009) Uit: Aanmeldingen Selectie Aanmeldingen Selectie Nederland 161 8 171 10 Afrika 22 2 25 2 Azië / Midden-Oosten 267 3 264 5 Europa
Latijns-Amerika 553 10 602 7 Noord-Amerika / 101 1 112 2 Oceanië 220 2 251 1

Totaal 1324 25 1425 27

Feitelijk aanbod van de Research Residency:

· residency: atelier, woonruimte, stipendium, werkbudget, projectruimten, cantina etc.
· kunst & technologie: werkplaatsen/laboratoria (10) en technisch specialisten (12);
· Kennisuitwisseling: advisors (30), resident-artists (50), bibliotheek, collecties, documentatie: Expertisecentrum;

· presentatie/netwerkontwikkeling: RijksakademieOPEN, netwerken in alle continenten, 800 alumni, curatoren, critici, musea, galerieën etc.

Evaluatie drie cultuurorganisaties HBF, JVF en RA 67