Raad van State
op de woensdagen in een groot aantal
zaken een uitspraak. De persvoorlichters van de Raad van State maken
op maandag een selectie van de
uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze selectie
vindt u op deze pagina en wordt
iedere maandag om 14.00 uur vernieuwd. Een overzicht van alle
uitspraken die op de woensdag worden gedaan,
staat in de rubriek Hoofdzaken.
9 uitspraken gevonden
1. 200802145/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Limburg
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Regionaal Bedrijventerrein Gennep' van de gemeente
Gennep)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Limburg van het bestemmingsplan 'Regionaal Bedrijventerrein
Gennep' van de gemeente Gennep. Het plan maakt een nieuw
bedrijventerrein mogelijk in de buurt van een al bestaand
bedrijventerrein ten zuidoosten van de kern Gennep. Een omwonende en
een camping in de omgeving van het nieuwe bedrijventerrein zijn in
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Zij vinden dat het nieuwe bedrijventerrein nadelige gevolgen
heeft voor het verblijfklimaat in het gebied. Zij vrezen dat hierdoor
de verdere ontwikkeling van het gebied als recreatiegebied zal worden
bemoeilijkt. Verder vindt de camping dat meer onderzoek had moeten
worden gedaan naar de gevolgen van het nieuwe bedrijventerrein voor de
luchtkwaliteit in het gebied. Ook een bedrijf op het bestaande
bedrijventerrein is in beroep gekomen tegen het goedkeuringsbesluit.
Volgens hem belemmert het plan hem in zijn uitbreidingsmogelijkheden.
Het plan maakt namelijk de aanleg van een ontsluitingsweg mogelijk,
precies op de locatie waar hij zijn bedrijf wil uitbreiden. De zaak is
op 23 juni jl. op zitting behandeld.
2. 200802787/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Holland
(Bestemmingsplan 'Binnenduinrand' van de gemeente Haarlem)
Uitspraak over het besluit van het college van gedeputeerde staten van
Noord-Holland, waarbij het bestemmingsplan 'Binnenduinrand' van de
gemeente Haarlem gedeeltelijk is goedgekeurd. Het plan maakt de aanleg
van een stadsnatuurpark mogelijk in een voormalig tuinbouwgebied. Een
teler van zomerbloemen is het hier niet mee eens. Voor de aanleg van
het stadsnatuurpark moet hij een deel van zijn gronden afstaan. Hij
vreest dat hij hierdoor zijn bedrijf niet meer kan voortzetten. Ook
biedt het plan de mogelijkheid voor de ontwikkeling van natuur ten
zuiden van de Marcellisvaart. Het provinciebestuur heeft aan deze
natuurontwikkeling geen goedkeuring verleend, omdat de kosten daarvan
te hoog zouden zijn. Het gemeentebestuur van Haarlem en de stichtingen
'Ons Bloemendaal' en 'Westelijk Tuinbouwgebied Haarlem' vinden dat het
provinciebestuur wél goedkeuring had moeten verlenen aan de
natuurontwikkeling. Daarom zijn zij in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 19 mei jl. op
zitting behandeld.
3. 200802992/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Tracéwet
(Vaststelling tracébesluit Westrandweg)
Uitspraak over de vaststelling door de minister van Verkeer en
Waterstaat en de minister van VROM van het tracébesluit Westrandweg.
Het tracébesluit voorziet in de aanleg van de Westrandweg als
autosnelweg (A5) met 2x2 rijstroken. De Westrandweg komt op het
grondgebied van de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer te liggen. De
weg sluit via de A10 aan op de Coentunnel. Onder meer de stichting
Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, de vereniging Dorpsraad
Zwanenburg-Halfweg, Milieudefensie en enkele inwoners van Amsterdam en
Haarlemmermeer zijn het niet eens met het tracébesluit en zijn in
State. Zij zijn onder meer bang voor geluidsoverlast als gevolg van de
aanleg van de weg. Verder vrezen zij dat de luchtkwaliteit in het
gebied zal verslechteren door toename van de uitstoot van fijn stof en
stikstofdioxide. De dorpsraden vinden dat het polderlandschap ernstig
wordt aangetast door de aanleg van de weg. Volgens Milieudefensie had
de minister beter moeten motiveren waarom het noodzakelijk is dat de
weg wordt aangelegd. Ook vindt Milieudefensie dat de minister bij het
uitvoeren van verkeersprognoses van onjuiste gegevens is uitgegaan. De
zaak is op 8 juni jl. op zitting behandeld.
4. 200804943/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Zuid-Holland
(Bestemmingsplan 'Duivenvoordecorridor' van de gemeente
Leidschendam-Voorburg)
Uitspraak over het besluit van het college van gedeputeerde staten van
Zuid-Holland waarbij het bestemmingsplan 'Duivenvoordecorridor' van de
gemeente Leidschendam-Voorburg grotendeels is goedgekeurd. Het plan
heeft betrekking op het deel van de Duivenvoordecorridor dat op het
grondgebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg ligt. Deze corridor
maakt deel uit van een ecologische verbindingszone tussen het Groene
Hart en de strandwallen bij Wassenaar. Om de oorspronkelijke
landschappelijke kwaliteiten in ere te herstellen moeten onder meer
kassen verdwijnen. Verder worden groene bestemmingen en fiets- en
wandelpaden gerealiseerd. Het bestemmingsplan maakt dit allemaal
mogelijk. Een aantal inwoners van de gemeente vreest dat zij hun
woningen niet meer kunnen vernieuwen of uitbreiden vanwege de
beperkingen aan de bouwhoogte die in het bestemmingsplan zijn
opgenomen. Ook de eigenaar van een stallingsbedrijf voor boten en
caravans komt tegen de provinciale goedkeuring in beroep, omdat hij
het niet eens is met de nieuwe bestemming voor zijn bedrijf. Het plan
staat maximaal 1.000 m2 aan bebouwing toe, maar de man vindt dat veel
te weinig. Voor een goede bedrijfsvoering moet hij minstens 3.000 m2
van zijn gronden kunnen bebouwen, aldus de man. Verder zijn ook twee
glastuinbouwbedrijven tegen het plan in beroep gekomen. Zij zijn het
niet eens met het plan omdat zij hun bedrijven niet meer kunnen
uitbreiden. De zaak is op 4 juni jl. op zitting behandeld. Op 15 juli
jl. heeft de Raad van State al uitspraak gedaan over het Voorschotense
deel van de Duinvoordecorridor. Die uitspraak is terug te vinden op de
website onder zaaknummer 200803700/1.
5. 200807685/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
(Uitspraak over sluitingsbevel partycentrum Sunclub in Rotterdam)
Uitspraak over het bevel van de burgemeester van Rotterdam om
partycentrum Sunclub aan de Schuttevaerweg in Rotterdam te sluiten. De
burgemeester heeft dit bevolen op grond van de gemeentelijke Algemene
Plaatselijke Verordening (APV). De burgemeester heeft ook de
exploitatievergunning en de nachtontheffing van het partycentrum op
grond van de APV ingetrokken. De burgemeester is hiertoe overgegaan,
omdat een bezoeker van het centrum in februari 2007 een vuurwapen
bezat. In 2004 en 2005 vonden al eerder geweldsincidenten in de club
plaats. De rechtbank in Rotterdam heeft in september 2008 een eerder
beroep van de exploitanten ongegrond verklaard. Tegen die uitspraak
zijn de exploitanten in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 3 juni jl. op
zitting behandeld.
6. 200807962/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
(Vrijstelling voor aanleg onderdeel van Nieuwe Ontsluiting Utrecht
West)
Uitspraak over de vrijstelling die het college van burgemeester en
wethouders van Utrecht heeft verleend voor het aanleggen van een
aansluiting op de doorgang onder de spoorbaan Utrecht-Woerden. Deze
aansluiting is onderdeel van de Nieuwe Ontsluiting Utrecht West
(NOUW2) en ligt op het industrieterrein Lage Weide. De stichting Stop
Luchtverontreiniging Utrecht is tegen de vrijstelling in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De
stichting vindt dat het gemeentebestuur beter onderzoek had moeten
doen naar de verkeersintensiteit bij de aansluiting. Ook had het
gemeentebestuur de berekeningen van de luchtkwaliteit inzichtelijker
moeten maken, zodat de stichting de gegevens beter kon controleren. De
rechtbank in Utrecht verklaarde in september 2008 een eerder beroep
van de stichting ongegrond. De zaak is op 25 juni jl. op zitting
7. 200808531/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Geldzaken
(Hoogte vergoeding voor ganzenbeheer betwist door agrariër uit Anjum)
Uitspraak over de vergoeding die de minister van LNV heeft vastgesteld
voor ganzenbeheer door een agrariër uit Anjum. De minister heeft deze
zogenoemde beheervergoeding verleend, omdat de agrariër zijn
graslanden intact laat zodat de ganzen daar kunnen verblijven en
fourageren. De man is het niet eens met de hoogte van de vergoeding.
Volgens hem heeft de minister het vertrouwen gewekt dat hij een hogere
vergoeding zou krijgen vanwege de schade die de ganzen aan zijn
graslanden hebben toegebracht. De rechtbank in Leeuwarden heeft in
oktober 2008 het beroep van de man ongegrond verklaard. Tegen die
uitspraak is hij in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 12 juni jl.
op zitting behandeld. Zie ook de uitspraken in zaaknummers
200808522/1, 200808527/1, 200808533/1, 200808537/1, 200808538/1,
200808539/1 en 200808540/1 die eveneens op 29 juli openbaar worden
gemaakt. In die soortgelijke zaken gaat het om de hoogte van de
beheervergoedingen die de minister aan andere agrariërs uit het
noorden van het land heeft verleend.
8. 200900107/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
(Dwangsommen voor gebruik woningen in Rivierenbuurt in Amsterdam als
hotel of pension)
Uitspraak over de dwangsommen die het dagelijks bestuur van het
stadsdeel ZuiderAmstel van Amsterdam heeft opgelegd aan een
verhuurbedrijf en aan de eigenaar van enkele panden aan de
Holendrechtstraat in Amsterdam. Het stadsdeel wil dat het bedrijf en
de eigenaar het gebruik van de panden als hotel of pension staken,
omdat dit gebruik in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De
overtredingen zijn geconstateerd nadat ambtenaren van de gemeente de
panden waren binnengetreden. De rechtbank in Amsterdam heeft in
november 2008 een eerder beroep van de eigenaar en het bedrijf gegrond
verklaard. De rechtbank oordeelde dat uit het besluit niet duidelijk
werd hoe het bedrijf en de eigenaar konden voorkomen dat zij de
dwangsommen moesten betalen aan de gemeente. Voor het overige kon de
rechtbank instemmen met het besluit van het stadsdeel. De eigenaar en
het bedrijf zijn tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Volgens hen zijn de ambtenaren van de gemeente onrechtmatig
binnengetreden in de panden. De dwangsombesluiten mochten volgens hen
dan ook niet worden gebaseerd op de bevindingen van de ambtenaren. Zij
vinden verder dat geen sprake is van strijd met het bestemmingsplan,
omdat de panden voor langere termijn worden verhuurd, en niet voor
hotel- of pensiondoeleinden worden gebruikt. De zaak is op 15 juni jl.
op zitting behandeld.
9. 200900248/1/V6
datum van uitspraak: woensdag 29 juli 2009
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 4 - Hoger Beroep Vreemdelingen - Wet arbeid
vreemdelingen
(Boete voor Pools bedrijf voor overtreding Wet arbeid vreemdelingen)
Uitspraak over de boete die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft
opgelegd aan een Pools bedrijf. De minister heeft het bedrijf een
boete van EUR 160.000 opgelegd, omdat het bedrijf Poolse werknemers
uitleende aan een Nederlands bedrijf om huisvuil op te halen zonder
dat ze over tewerkstellingsvergunningen beschikten. De minister vindt
dat dat nodig is, omdat de Poolse werknemers door het bedrijf zijn
uitgezonden om in Nederland te werken. Het bedrijf is van mening dat
de minister de boete niet had mogen opleggen. Volgens hem is het eisen
van tewerkstellingsvergunningen voor Poolse werknemers in dit geval in
strijd met het Europese recht. De Raad van State heeft partijen op 19
juni jl. medegedeeld dat hij van plan is prejudiciële vragen te
stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in
Luxemburg over de uitleg van een aantal bepalingen in het EG-Verdrag.
Het gaat om bepalingen waarin het vrij verkeer van diensten is
geregeld. De minister en het bedrijf hebben eind juni en begin juli
gereageerd op het voornemen van de Raad van State om prejudiciële
vragen te stellen. De zaak is op 28 mei jl. op zitting behandeld. Zie
ook de uitspraken met zaaknummers 200804042/1 en 200801014/1 die de
Raad van State eveneens op 29 juli openbaar maakt. Die zaken gaan over
boetes die de minister aan twee andere Poolse bedrijven heeft
opgelegd.